Verkrachtingswet – dom, onwerkbaar, obsessief
Het viel me nogal rauw op mijn dak vanmorgen, de aankondiging van die verkrachtingswet van Grapperhaus. Ik had bijna #MeToo geroepen.
Alsof dat zou helpen als je door zo’n tank wordt aangevallen. Maar goed, als iets voor iedereen geldt, is het resultaat willekeur of onuitvoerbaarheid.
En daarom wordt deze wet òf een dode letter, òf hij zal te vaak voor de verkeerde zaken worden ingezet.
Om met dat eerste te beginnen: voor een zaak waarvan niet bewezen kan worden dat er sprake is van verkrachting maar wel van seks? Wat kan dat anders zijn dan verkrachting in de zin der wet? Wordt zij toch ingezet, dan volgt daaruit eerst en vooral het tweede bezwaar: het zal worden ingezet tegen de verkeerde mensen; bijvoorbeeld de mensen van wie een rechter het tè zielig vindt dat deze dan het land zullen worden uitgezet. De halvering van de strafmaat garandeert in dat geval dat de wettelijke grens waarboven iemand daarna verplicht moet worden uitgezet niet wordt gehaald. Over welke groep heb ik het nu? De groep mannen in Nederland die vinden dat westerse vrouwen weinig meer zijn dan hoeren, en er ook zo mee om gaan:
Een op de vijf mannen in Nederland tussen de 16 en 35 jaar vindt geen duidelijk ‘nee’ een verzachtende omstandigheid voor verkrachting. Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Amnesty International. Aanleiding voor het onderzoek is een wetsvoorstel van minister Grapperhaus.
Deze groep usual suspects komt inderdaad aardig overeen met 20% van de huidige bevolking. Een kleiner deel van hen zal dit wellicht niet vinden, en een klein deel van de autochtone bevolking is het mogelijk met die usual suspects eens. Verandert dat iets aan de kwestie? Het lijkt mij van niet.
Er valt nog meer malheur te verwachten van dergelijk marchanderen met wettelijke eisen. Wie kan bewijzen met iemand naar bed te zijn geweest waartegen later enige rancune werd ontwikkeld, hoeft nu na afloop alleen nog maar het condoom uit de prullenbak te vissen om een chantagemiddel te hebben.
Voor wat Amnesty wil gelden dezelfde bezwaren als die tegen het marchanderen met wettelijke eisen. De juridische grenzen worden opgerekt zonder dat maatschappelijke verbetering het gevolg zal zijn. Slachtoffers zal het niet beter beschermen, want wie vlak voor en tijdens de daad te benauwd was te protesteren, zal ook er na vatbaar blijken voor intimidatie. Wel zal de maatschappelijke ophef onnoemelijk veel groter worden, en zal het OM maar al te vaak via een soort compromis proberen kool en geit te sparen ten einde een zwaar proces te vermijden, Iets, waarvoor eigenlijk geen aanleiding zou mogen zijn, en geen uitvlucht moet worden gecreëerd..
Dat het niet meer dan sofistiek is bewijst de formulering die de NOS gebruikte afdoende:
Volgens de huidige wet is er pas sprake van verkrachting als geweld of dwang bewezen kan worden, maar soms is dat niet mogelijk, omdat het slachtoffer zich niet durft te verzetten of is gedrogeerd.
De minister wil daarom ‘seks tegen de wil’ als nieuw delict in de wet opnemen. Hiervoor geldt de helft van de strafmaat van verkrachting.
Daarmee komt de laatste vraag over het realiteitsgehalte van deze exercitie in beeld: wanneer precies moet het slachtoffer zich realiseren dat de ‘seks tegen de wil’ plaatsvond? Voor de daad, tijdens de daad, na de daad of na de bevalling?
Anders gezegd: is hierover slecht nagedacht, of is het juist heel sluw? Het doet er weinig toe. Dit is een ongezonde wet en daarom moeten we dit niet willen. Verkrachting is verkrachting, en moet als zodanig worden bestraft. Meewaaien met de waan van gisternamiddag – want iets anders is de #MeToo-beweging al niet meer – moet je mijden als een zeer besmettelijke ziekte. Slachtoffers de zekerheid geven dat een aanklacht adequaat, veilig en secuur wordt behandeld is veel belangrijker dan halfhartige juridische spitsvondigheden die aanleiding of gelegenheid geven tot nieuwe juridische trucs.
Dit wordt dus “Listen and believe” in plaats van “onschuldig totdat het tegendeel is bewezen”.
Dit is een wet die niet gaat werken en dit motto heeft al meerdere onschuldige levens van mannen kapot gemaakt. En het gaat de echte slachtoffers van verkrachting meer kwaad doen dan goed
Idee : laat een mevrouw die niet verkracht wenst te worden een bordje op haar buik én rug hangen met die woorden. Een mevrouw die wél verkracht wil worden, idem dito.
Daarnaast zijn er nog diverse afwijkende mogelijkheden te bedenken zoals : “ik wil wél verkracht worden, maar niet door een blanke !” of uh…… : “Ik wil wel verkracht worden maar alléén in ’t hoge gras”. enz. enz.
Je zou van een wetgever enig verstand mogen verwachten !!!!!
Ik voel me genaaid, geldt dat ook ?
Misschien gaat er nu ook een lichtje op bij al die lampekappen .
Misschien moest de belasting betalende burger maar eens massaal emigreren.
Weer een typisch geval van discriminatie: het gaat over mannen die vrouwen verkrachten. Een soort van seksistisch profileren.