Vergaderen
Vergaderen. Sommigen vinden dat spannend klinken, anderen worden bij het woord al zenuwachtig. Maar de ene vergadering is de andere niet.
De aanleiding dit stukje van onze reserveplank te halen was onderstaande tweet van Syp Wynia:
Ja, maar nee. Het is een klassiek voorbeeld om boos om te worden. Niet vanwege wat er gebeurt, maar over het onuitgesproken doch tastbare dedain van de ritselaar, de bedisselaar, voor bestaande procedures. De exacte steen des aanstoots vindt u hier rechtsonder:
Van Kesteren regelt zaken dus liefst buiten een plenaire vergadering om. Is dat an sich slecht? Nee, dat is zelfs bij elke vergadering zo als het goed is. Plenaire vergaderingen zijn te formeel om echt wat mee te kunnen. Je kunt er geen zaken doen. Transparantie is een prachtig woord, maar wie onderhandelt moet iets in reserve hebben om zijn onderhandelingspartner mee te kunnen krijgen als het precair wordt. Bij volledige transparantie is dat een onmogelijkheid. Daarom heb je voorafgaand aan voltallige plenaire vergaderingen al commissievergaderingen om de eerste scherpe randjes weg te vijlen. Dat biedt ook ruimte om te peilen hoe verschillende partijen tegenover een voorstel staan. Maar hoe opener en ‘transparanter’ dergelijke vergaderingen zijn, des te groter de behoefte om buiten die vergaderingen om via bilateraal overleg zaken te doen waarover men echt onderhandelen moet dat verder gaat dan het gemiddelde van standpunten nemen.
Vervelend, maar zo werkt de wereld. Geroutineerde vergadertijgers beschouwen elke bijeenkomst die langer duurt dan een half uur als verspilde tijd. Praten doe je maar in de kroeg, zei een goede vriend me ooit. Mijns inziens zeer terecht. Waarom ben ik het dan principieel eens met bezwaren tegen gedrag als dat van Van Kesteren?
Dat begint bij het openlijke neerkijken op het vergaderproces dat hij doet. Dat is in de grond antidemocratisch. Bovendien geeft hij te kennen mensen al op voorhand uit te sluiten van alle onderhandelingen over een specifiek punt, en laat weten zaken op voorhand te zullen bedisselen met degenen die het uiteindelijk (de Eerste Kamer in dit geval) moeten voorstellen (de Eerste Kamer heeft geen Initiatiefrecht). Daarmee sluit je andere beslissers uit van constructieve onderhandelingen, en dàt is wat de democratie ondermijnt.
Gevoel voor de nuances bij dit proces is belangrijk. Dat Van Kesteren dat lang geleden volledig is kwijtgeraakt maakt hem ongeschikt voor een positie in de Eerste Kamer, maar door zijn contacten en netwerk is hij voor het CDA een belangrijk zo niet onmisbaar politiek schaakstuk. Maar! Kamerwerk vraagt om integriteit en besef van wat je in de Kamer doet, en hoe breed je je achterban ziet. Allemaal zaken waarin Van Kesteren herkenbaar faalt. Daardoor is zijn aanwezigheid niet alleen een falen van hemzelf, maar meer nog van zijn partij.
Datzelfde falen is ook aanwezig – maar begrijpelijker – bij gezagsdragers die zich als hierboven laten manipuleren. Ministers die zich als loopjongens laten sturen door een paar mensen die hen vanachter de schermen aan een touwtje hebben? Dat laat je je gebeuren, of niet. Ook hier zien we de zwakte van de partij die dit nodeloos gebeuren laat.
Waarvan dit in de verte een erfenis is, is de manier waarop in de Tweede Kamer wordt geopereerd. Overleg is gedegenereerd naar coalitieafspraken. Doordrukken van eigen plannen – alle gezamenlijke plannen – is heilig. De oppositie degradeer je hiermee tot mensen die mogen aanwijzen waar komma’s verkeerd geplaatst zijn, en inderdaad ontstaat zo een ongezond verschil tussen machtspartijen en klassieke oppositiepartijen. Ministers behandelen het werk in de Eerste Kamer daardoor niet anders.
Maar het ergste is dat de klassieke machtspartijen zich steeds defensiever moeten opstellen, omdat het electoraat steeds minder wenst te sikken van de onbuigzame wijze waarop een steeds kleinere groep partijleden aan de touwtjes trekt. Daardoor wordt de macht bij steeds minder mensen geconcentreerd. Dat kan niet goed aflopen.
1. In een democratische rechtstaat, gaat bestuurlijke democratie,
BOVEN alles.
2. Vergaderen is zelden zinvol.
DEMOCRATISCH BESLISSEN – DAAR GAAT HET OM.
3. De meeste bestuurders en helaas ook de meeste politici,
zijn ANTI-democratisch.