We hebben zojuist het bewijs gekregen dat Uber duizenden levens heeft gered. De dienst voor het delen van ritten is meer dan alleen handig, vindt een nieuwe studie.

Dit levensreddende element van de dienst wordt bereikt door normale doodsoorzaken te ontwijken.

In veel grote steden geven de mensen vaak de voorkeur aan een Uber boven de (vrij prijzige) ‘gewone’ taxi. Nieuw onderzoek illustreert dat ritdeeldiensten zoals Uber meer zijn dan alleen handig: ze hebben letterlijk duizenden levens gered.

Een studie door twee economen van de University of California, Berkeley,  onderzocht de impact die Uber in het bijzonder heeft gehad op alcoholgerelateerde verkeersdoden en het totale aantal verkeersdoden in de VS. Ze probeerden een eenvoudige vraag te onderzoeken. Zou Uber, door mensen een veilig, gemakkelijk en relatief goedkoop alternatief vervoermiddel te bieden, rijden onder invloed en verkeersdoden kunnen verminderen? Volgens hun bevindingen is het antwoord een volmondig ja. aldus meldt de website van de Foundation for Economic Education (FEE).

Uber heeft het aantal verkeersdoden als gevolg van alcohol met 6,1 procent verminderd, zo blijkt uit het onderzoek, wat neerkomt op ongeveer 214 levens in 2019. Evenzo heeft Uber het totale aantal verkeersdoden met 4 procent verminderd, waarschijnlijk door andere vormen van gevaarlijk rijgedrag, zoals rijden terwijl iemand erg moe is, te verminderen. Dit komt neer op 494 geredde levens in 2019. En dat is slechts Uber: om de volledige levensreddende impact van de technologie voor het delen van ritten te begrijpen, zouden we ook rekening moeten houden met concurrenten zoals Lyft.

Vrije markt werkt
Als we deze gegevens over meerdere jaren extrapoleren, komen we tot de onontkoombare conclusie dat Uber duizenden Amerikaanse levens heeft gered. Dit levensreddende effect vertaalt zich in 2,3 tot 5,4 miljard dollar aan economische voordelen voor consumenten. Het simpele feit dat diensten voor het delen van ritten populair zijn. herinnert ons er nog eens aan dat het wettig nastreven van winst in een vrije markt eigenlijk geen slechte zaak is, maar kapitalisme er ook toe kan aanzetten om de hele samenleving te helpen: consumenten profiteren van laagdrempelig, goedkoop en veilig vervoer, terwijl de aanbieders hiervan – wellicht uitgebuit door Uber – daar ook zelf voor kiezen.

Progressieve politici en naar links neigende critici hebben Uber routinematig afgeschilderd als een “hebzuchtig” en “uitbuitend” bedrijf, en anderszins campagne gevoerd voor de regulering en beperking ervan. Het is natuurlijk waar dat de mensen die Uber en andere ritdeeldiensten runnen geld willen verdienen. Daarom gingen ze zaken doen. Maar winst nastreven betekent niet dat een bedrijf tegen het algemeen belang werkt.

Uber geen uitzondering
De realiteit van Uber biedt een schril contrast. Het laat ons zien hoe een bedrijf dat grote winsten wil in een vrije markt, moet voldoen aan een dringende maatschappelijke behoefte en miljoenen anderen moet helpen. De studie becijfert dat de voordelen van het autodelen voor het leven die Uber voor de samenleving heeft behaald, waarschijnlijk overeenkomen met de winst die het bedrijf via zijn onderneming heeft ontvangen.

En Uber is op dit vlak nauwelijks een uitzondering. Zoals de econoom Donald J. Boudreaux uitlegde, tonen onderzoeken aan dat “producenten gemiddeld slechts 2,2 procent van de totale voordelen benutten van hun succesvolle introductie in markten van technologische vooruitgang. Maar liefst 97,8 procent van die voordelen wordt genoten door consumenten.”

Dat gezegd hebbende, er zijn ook ‘slechte’ vormen van winst. Wanneer bedrijven profiteren door samen te spannen met de overheid om hun concurrenten te blokkeren of door te lobbyen voor door de belastingbetaler gefinancierde subsidies, bevordert dat soort “winst” geen sociaal goed. Amazon lobbyt bijvoorbeeld voor een minimumloon van 15 dollar en verhogingen van de vennootschapsbelasting waarvan het weet dat zijn kleinere concurrenten het zich niet kunnen veroorloven.