Symbolen
De politieke discussie van afgelopen weken draaide, bij ontstentenis van Nederlandse politici in actie (want die zijn op reces), voor een niet onbelangrijk deel om symbolen.
Toch dekt het woord symboolpolitiek niet de lading van waar het om draaide. Eerder kun je stellen dat verschillende mensen en groeperingen de behoefte hadden zich te profileren tegen de manier van identificatie van anderen in. Negatieve symboolpolitiek, als u wilt. Vanzelfsprekend, juist symbolen zijn belangrijk als middel waaromheen mensen zich groeperen, want mensen zijn visueler ingesteld dan we graag zouden toegeven. Maar toch.
Prinsenvlag
Allereerst was daar de commotie rond het gebruik van de Prinsenvlag. Twee van deze vlaggen hingen achter ramen van medewerkers van de PVV-fractie in de Tweede Kamer. Nu bleekt het rood van een vlag sterker en eerder dan de andere kleuren, als die vlag lang achter het raam hangt. Maar dat bleek niet het geval. De Prinsenvlag is een oer-Nederlands symbool, dat stamt uit de beginjaren van de wordingsgeschiedenis van Nederland. Het moest de verbondenheid van Nederland (wit/blauw) met het Huis van Oranje-Nassau (oranje) verbeelden. Dit slaagde zo goed, dat de partij die zich binnen de Zeven Nederlanden juist niet verbonden wilden voelen met de Oranje-Nassaus, kans zagen het oranje in de vlag te laten vervangen door rood. In de jaren dertig werd de vlag herontdekt door de NSB.
Dat was voor de sensatiezoekers voldoende aanleiding het zoveelste schetterverhaal over de vermeende overeenkomsten tussen PVV en NSB de wereld in te gooien. Dit pathetisch noemen is een vriendelijk eufemisme. De kwaadaardigheid er van wordt nog het best geïllustreerd doordat met geen woord wordt gerept over het oorspronkelijk orangistische karakter van dit symbool, want een sterk orangistisch sentiment kun je de PVV niet aanwrijven. En over de monarchie is men bij de linkse partijen op het punt aangeland, dat men het instituut om opportunistische motieven steunt.
Koningin Maxima
Niettegenstaande die dubbelhartige steun voor de monarchie, werd door leden van diezelfde partijen de discussie over het al dan niet tot koningin verheffen van de vrouw van de toekomstige koning gestart. Dat men daarmee nu juist het belang van een erfelijke lijn in het koningschap onderstreept is een bizarre wending, die slechts door warrig denkende pseudo-republikeinen ten tafel kon worden gevoerd. Het argument over haar afkomst stinkt namelijk (evenals die afkomst overigens), ook omdat er tegen de persoon van Maxima dan weer geen enkel bezwaar bestaat.
Als Maxima geen koningin mag worden, zal dat het precedent zijn om alle toekomstige (hoeveel blijft een open vraag) monarchen te doen vergezellen door een pr-gemaal. Over theoretische staatkundige ontwikkelingen als welke situatie ontstaat bij het overlijden van monarchen zonder volwassen kinderen (prinses-regentes?!?) zullen we het dan zelfs maar niet hebben. Als het parlement geen bezwaren had tegen de wet die het huwelijk tussen WA en Maxima regelde, stemde zij daarmee impliciet automatisch in met een verheffing van Maxima tot koningin bij de volgende troonwisseling.
Dodenherdenking
En dan hadden we ook nog de onzinnige campagne van het Comité 4 en 5 mei, dat in haar TV-spotjes angstvallig de term Tweede Wereldoorlog vermeed, in haar angst de herdenking voor sommige nieuwe medelanders onacceptabel te maken. En de herdenking daarmee onacceptabel maakte voor een veel grotere groep Nederlanders, die er bovendien met meer recht een mening over zouden kunnen moeten geven. Nausicaa Marbe publiceerde er vandaag een vernietigende column over in de VK.
Symbolen zijn belangrijk. Maar minstens even belangrijk is dat men zich bewust is van hoe men ze hanteert. In alle hierboven genoemde voorbeelden heeft het rumoer dat ontstond tot gevolg gehad dat, in plaats van dat mensen de gewraakte symbolen minder of voorzichtiger zijn gaan gebruiken, het eerder een tegengesteld effect heeft gehad. Als dat de bedoeling was, is dat een geslepen spin om meer aandacht voor de eigen pre-occupaties te verwerven, maar van wie het goed meende was het juist uitgesproken dom. Wie niet wil dat ergens over gesproken wordt, moet vermijden er een debat over te starten.