Schieten of niet schieten? Dàt is de vraag
De premier van Sint Maarten vindt dat de Nederlandse mariniers in de nasleep van de orkaan die Sint Maarten plat legde hun taak hebben verzaakt. De commandant van de Zeestrijdkrachten is furieus. Maar hadden de mariniers eigenlijk niet moeten schieten?
Curieus genoeg praten de media in het geval van de ordehandhaving op Sint Maarten weer eens om de zaak heen door zich op de verkeerde steen des aanstoots te richten. De kwestie is niet of de mariniers al dan niet hun taak hebben verzuimd; de basis van het probleem is: wat was de opdracht van de mariniers toen zij de orde moesten handhaven op Sint Maarten?
De Commandant Zeestrijdkrachten, Rob Verkerk, heeft felle kritiek op premier William Marlin van Sint-Maarten. Die zegt in een interview met NRC dat Nederlandse mariniers niets hebben gedaan tegen de plunderingen op het eiland na de orkaan Irma.
Orde handhaven komt met vervelende verantwoordelijkheden. Wanneer – zoals hier duidelijk het probleem is – mag men schieten om de orde te handhaven? Als daarover geen duidelijke instructies zijn is het ondenkbaar dat Nederlandse mariniers zelfstandig het vuur zouden hebben geopend op de plunderaars die de chaos op Sint Maarten hebben vergroot.
Evenals het ondenkbaar is dat een Nederlandse minister desgevraagd het lef zou hebben die opdracht tot schieten in het uiterste geval te geven. De kritiek van premier Marlin op de mariniers is dus niets anders dan scherpe kritiek op de Nederlandse minister van Koninkrijksrelaties. Die heet Plasterk, en is van de PvdA. Dat zegt verder wel genoeg.
“Er werd geplunderd, de mariniers keken ernaar en deden niets”, zegt Marlin. Verkerk noemt dat klinkklare onzin. “Mijn mensen hebben binnen de grenzen van hun mogelijkheden vanaf het eerste moment handelend opgetreden”, schrijft de baas van de mariniers op Twitter.
Resteert de vraag, wie heeft er gelijk? De situatie lijkt voldoende duidelijk. Waarom werden de mariniers ingezet? Mij dunkt, toch in de eerste plaats om plunderingen tegen te gaan. Die er dus ook inderdaad kwamen, op redelijk grote schaal ook nog. De lokale bevolking leek de stormschade te beschouwen als een ideale kans om een alternatieve vorm van strandjutten toe te passen, met als ondertoon wie het eerst komt, het eerst maalt en wie er in de weg stond kon een beuk of erger verwachten. De mariniers trokken zich uiteindelijk terug, en bleven zich beperken tot verbale aanmoedigingen zich te gedragen. Waar vervolgens het plunderende deel van Sint Maarten compleet maling aan had.
Plunderaars bestrijdt je door een paar keer in de lucht te schieten en daarna gericht. Anders stuur je geen mariniers, maar de opruimploeg die Amsterdam na Koningsdag altijd binnen de kortste keren weer op orde heeft. Dat de mariniers niet de juiste orders kregen kun je hen inderdaad niet aan rekenen. Dat de commandant van de Zeestrijdkrachten zich hier in mengt bewijst vooral dat dit een domme man is die niet begrijpt waarom het hier draaide, of mogelijk dat hij bevel kreeg lawaai te maken omdat zijn baas (Plasterk dus) diens verantwoordelijkheid niet aan bleek te kunnen maar wel een politiek rookgordijn nodig had..
Maar de echte vraag is en blijft of hier bevel had moeten worden gegeven desnoods gericht te schieten. Laat dat ik dat beantwoorden met een tegenvraag: wat was ook al weer de taak van die mariniers?
Mocht de klacht gegrond zijn en hebben de mariniers zich niet daadkrachtig gedragen, dan kan er altijd nog met een beetje respect en dankbaarheid gereageerd worden.
Een typische niet-westerster reactie van William Marlin:
Het plunderen is de schuld van de (blanke) mariniers. De (zwarte) plunderaars zijn onschuldig.
Schieten, maar hadden ze wel kogels?
Anders pang roepen!
Proletarisch winkelen is bij de pvda een explosief onderwerp,het schiet daarover ook nooit op met de pvda.
@Erik.Helemaal mee eens en bij de Fransen kogels lenen.
“Stop met plunderen! Anders roepen we pinda, pinda! In het ergste geval zelfs zakje pinda’s!”