Rechtspraak – paradox versus ambiguïteit
Dat het met de rechtspraak in ons land droevig is gesteld hoef ik u niet te vertellen, eigenlijk weet iedereen die er niet in deelneemt dat.
Dat één van de redenen is dat veel rechters eigenlijk te weinig intelligent zijn om functies op dat niveau te vervullen is hier wel eens vaker betoogd, maar weinig mensen beseffen hoe erg het is gesteld. Ze zien er zo wijs uit, die rechters. En zo.
Dat vinden mensen trouwens ook van uilen – een van de achterlijkste vogels die in ons land rond vliegt. Daar kunnen die uilen zelf verder niets aan doen, maar circa 80% van hun werkzame brein is voortdurend bezig met het management van de ogen. De beste die er bestaan. Zo werkt dat bij een uil, zo muizen vangen is niet moeilijk. Die ogen zijn schrikwekkend complex, en het beest heeft verder nèt genoeg hersencapaciteit om zo nu en dan hard OEHOE te roepen, en de eigen kuikens niet onder te schijten. Verdere gelijkenissen met rechters laat ik aan uw eigen fantasie over..
Het probleem
De intellectuele vorming van rechters laat echter te wensen over, en aangezien ik soms over de schouder van hun docenten meegekeken heb kan ik er enigszins over oordelen. Zo is het begrip paradox al moeilijk genoeg, maar herkenbaar is dat men bij rechters in ieder geval nooit toe gekomen is aan het begrip ambiguïteit. Waar een paradox een schijnbare tegenstelling behelst, is een ambiguïteit een schijnbare harmonie. Precies het tegengestelde van een paradox derhalve, en dat schijnt voor veel mensen moeilijk te zijn. Om er eentje te noemen: aan het feit dat mensen die er wijs uit zien dat in het geheel niet hoeven zijn, herken je een simpele ambiguïteit uit de praktijk.
Waar een paradox wijst naar een ingewikkelder achtergrond, wijst een ambiguïteit vaak naar een simpeler mechanisme dat ons echter alleen om die reden al niet aan staat. Daarom denken we het weg, en ontkennen het bestaan. Van een paradox kun je hoofdpijn krijgen, maar het volledige beeld van een ambiguïteit in volle glorie doet u scheel kijken.
De kwestie
De ambiguïteit die ik vandaag met u bespreken wil haalde ik net van TPO, en het is een juweel dat u direct herkennen zult. Het gaat over een rechtszaak tegen een jongeman die in januari 2019 in Ansterdam-West iemand doodstak.
Stap 0 – over de schuld van de verdachte in onderstaande zaak heeft het OM geen twijfel, en dat komt op mij heel redelijk over. Zie daarover meer op TPO.
Stap 1 – tegen de man (hij ontkent overigens) wordt nu 18 jaar cel geëist.
Stap 2 – die eis werd in oktober ook al tegen hem gesteld, maar de zaak werd toen aangehouden om de verdachte in het Pieter Baancentrum te kunnen onderzoeken.
Intermezzo 1 – nou, dan weet u het wel!
Intermezzo 2 – Dus niet!
Stap 3 – de verdachte weigert categorisch aan elk onderzoek mee te werken. En dus eiste het OM opnieuw 18 jaar cel.
Ook bij TPO begrepen ze het niet, overigens. Men spreekt daar van een unieke zaak en een unieke eis. Dat zal best, maar dat is lang niet zo interessant als wat we hier eigenlijk zien gebeuren – er van uitgaande dat medewerking aan onderzoek zou hebben geleid tot een lagere straf. De ervaringen – zoals TPO ook suggereerde – laten weinig twijfel dat dat ook het gevolg zou zijn geweest.
Het gevolg zal zijn dat de verdachte een straf krijgt die passend is.
De ambiguïteit
De schijnbare harmonie van de rechtspraak is dat hier recht gesproken werd. Dat is niet zo. Dat deze rechtszaak tot recht zou kunnen leiden is alleen te danken aan het feit dat de beklaagde weigert zich te laten onderzoeken, en te veinzen dat hij ietwat geschift is. Waarop de mensen die werkelijk geschift zijn niet anders kunnen dan hem veroordelen tot een lange gevangenisstraf.
En zo kwam alles toch nog goed?
Nee. Hier werd geen recht gesproken (dàt was de harmonische gedachte), hier werd gezocht naar een excuus om daarvan af te zien. De weigering van de verdachte met deze charade te collaboreren onthult vervolgens deze schitterende ambiguïteit in volle glorie. Gedeconstrueerd: de verdachte krijgt nu straf omdat hij weigert de boel te besodemieteren.
En u begrijpt nu dat als je hier lang naar kijkt, het onvermijdelijk is dat je scheel gaat zien?
Beseffen de hier actieve dienaren van de rechtspraak dit? In geen geval. Dat het minder dan ooit iets met rechtspraak te maken heeft beseffen ze helaas nog minder. Voor hen is dit eenvoudig te ingewikkeld.
Mag ik een nieuwe rechtspraak? Deze is onherstelbaar.
citaat: “en het beest heeft verder nèt genoeg hersencapaciteit om zo nu en dan hard OEHOE te roepen, en de eigen kuikens niet onder te schijten. Verdere gelijkenissen met rechters laat ik aan uw eigen fantasie over.”
Ik hoop binnenkort toch eens voor de rechter te verschijnen om eens te babbelen over een bekeuring van 14 km op de N 270. Nogal een dubieus verhaal.
Maar goed. Ik zal die rechter eens vragen of hij keihard OEHOEe wil roepen en of hij nog net slim genoeg was om zijn koters niet onder te schijten.
We spreken al decennia geen recht meer in Nederland. We passen procedures toe.
Procedures die vervolgde vol op de kans geven om onder de straf uit te komen, maar zit onze rechters niet mee; want immers “dat was de procedure”en mij valt dus niets te verwijten.
Procedures zijn voor de zwakken (en domme), die terugdeinzen voor verantwoordelijkheid nemen van hun oordeel en beslissingen en daarop dus niet wensen te worden aangesproken.
Het hele idee van procedures is typisch een ambtelijke reflex van de bureaucratie voor het regelen van alle problemen die men tegenkomt, en politici die op de een of andere manier zijn gaan denken dat procedures ons geluk en welvaart brengt. Ook dat is een manier om verantwoordelijkheid te nemen.
Recht? Niet hier. Hier hebben we de Linkse Junta.
Komop, ons rechtssysteem is prima, kijk naar de zaak Wilders. Dat gaat toch prima?
@Dick Ahles
U heeft gelijk. Prioriteit aan procedures is kenmerkend voor collectieve staten zoals de EU worden wil.
@Ernie van de Wal
Wellicht een goed idee om de rechterlijke koters eerst te bekijken? Als die er wat bescheten uit zien, is de beschikbare hersencapaciteit mogelijk voor iets anders aangewend?
Geen risico om te negeren!