Recensie: “Eerst de Jood, en ook de Arabier” — Hoe het kerkvolk de ‘Palestijnse zaak’ is ingerommeld
Moreel fout gedrag is volkomen gerechtvaardigd als het om Israël gaat, ook binnen de kerken. Er gaat letterlijk kerkgeld naar geweld, en het impliciete doel is ondermijning van de staat Israël. Een review-essay.
Opgegroeid met een grondhouding die pro-Israël is, heb ik geleerd dat de staat Israël is ontstaan uit de Shoa, door de meeste niet-Joden holocaust genoemd. Een na-oorlogs thuisland voor de Joden in donker Afrika (zeg: Oeganda) leek mij gezien de nationale geschiedenis van dat volk idioot, en bovendien had de VN in 1947 ingestemd met een delingsplan. Later, toen het Nederlandse onderwijs nog steeds behoorlijk was, begreep ik dat er zoiets bestond als het zionisme, dat aan de Tweede Wereldoorlog ver vooraf ging en al streefde naar een Joodse nationale staat. Hieruit ontwikkelde zich mijn realo-theologie. Vanuit dat perspectief heb ik Modus Operandi met verbijstering gelezen.
De staat Israël was voor mij een historische vanzelfsprekendheid. Een Bijbelse basis voor een eventuele pro-Israël houding kwam op het tweede plan. Immers, de Joden waren sinds de val van Jeruzalem in het jaar 70 na Christus — die veertig jaar eerder nauwkeurig door Jezus van Nazareth was voorspeld — verstrooid geraakt over de hele wereld. De eerste christenen, die zich eveneens over de toen bekende wereld verspreidden, beschouwden die diaspora als een gegeven. Waarschijnlijk ook als een vorm van goddelijk oordeel, zoals de Babylonische ballingschap dat eerder was.
Het is goed hier te benadrukken dat de eerste christenen niet antisemitisch dachten. Alle apostelen waren zelf Jood. Nu is onze tijd niets te gek, zodat er naast de ‘weg met ons’-blanken ook Jodenhatende Joden bestaan, maar een dergelijke grunbergse stoornis bestond toen waarschijnlijk nog niet. Intussen predikten de leiders van de eerste gemeente vurig over Yeshua Ha-Mashiach, hun opgestane Heer — ook Jood. Jezus is slechts de Griekse vertaling van zijn naam, Christus is Grieks voor zijn titel. Voor Joden ongunstige typeringen en conclusies in hun geschriften (evangeliën en brieven) waren én feitelijk én hadden alleen betrekking op de maatschappelijke en theologische elite. De rest van het volk ging weliswaar niet vrijuit, maar dat gold in algemene zin ook voor niet-Joden (“allen hebben gezondigd”). De gewone man wordt daarnaast neergezet als onderdrukt en misleid (“schapen die geen herder hebben”).
Christelijke visies op Joden en Israël – ‘Je hebt rot Joden en rot christenen’
Theologische belemmeringen tegen de staat Israël zag ik ook amper. Mij is geleerd dat God werkt in en door de geschiedenis. Er zijn net zo min of juist evenveel theologische argumenten in stelling te brengen tegen een staat Israël als tegen een zelfstandige provincie Friesland — al wijs ik het ondermijnende gedrag van de EU jegens ‘de natiestaat’ wel degelijk ook vanuit christelijk perspectief van de hand. Nog weer later werd ik geconfronteerd met pro-Joodse doch anti-zionistische Israëlvisies in behoudend-evangelische kring. Het ging erom dat Joden zouden begrijpen wie Jezus is, zodat zij Hem als Messias konden aanvaarden. Op de keper beschouwd is dat dus een nuance op wat ik hierboven noemde: met een staat Israël staat of valt niet mijn ziel en zaligheid. Ik schreef en redigeerde voor een medium dat, onder een impliciet redactiestatuut, journalistiek wilde bedrijven met een beperkt focus. En geloof me, daaraan hadden we de handen vol: christelijke zending, evangelisatie en hulpverlening. (Het laatste zou je ook preken zonder woorden kunnen noemen — wat het o.a. Leger des Heils doet.) Interviews met ‘Messiasbelijdende Joden’ of ‘Joodse christenen’ en een kritische bejegening van de pro-Israëlindustrie die zich — mede uit commerciële overwegingen — fel keerde tegen alles wat riekte naar “Jodenzending” hadden daarin hun plaats.
Ik herinner me een uitstekend interview van onze beste freelancer, die zijn kopij indiende onder de kop: “Je hebt rot Joden en rot christenen”. Een rechtstreeks citaat van de geïnterviewde, directeur van de grootste Israëlfirma. Maar de hel brak los. Alleen over die titel; de rest was kommaneukerij. We hielden voet bij stuk (geloof ik, hoop ik). Intern koesterden we ons eigen gevoel voor (politiek-incorrecte) redacteurenhumor. “Israël is de hondenpoep van het kerkelijk erf”, sprak mijn collega en leermeester. Hij bedoelde dat het thema wel zou bestaan tot de jongste dag en garant stond voor een constante stroom aan ingezonden brieven, waarvan de schrijvers elkaar zo ongeveer de hersens insloegen. Thans zou het om tweets gaan. De brieven van toen waren iets langer 140, maar niet wezenlijk minder openhartig. Over de toon van het debat gesproken.
Overbodig te zeggen dat we met net zoveel interesse het (klandestiene) zendingswerk onder moslims en het evangelisatiewerk door christelijke Palestijnen volgden. Ons bereikten ook wel berichten van burgerinitiatieven gericht op verzoening tussen Joodse en Arabische inwoners van Israël. Uitgangspunt van de redactie en dat van de organisatie die onze nieuwskrant uitgaf, was simpelweg het evangelikale Evangelie en het hanteren van moderne, grotendeels uit Amerika overgewaaide methoden. Om het in de woorden van een bevriende organisatie te zeggen, die nu nog steeds onder studenten werkt: “Christus kennen en Hem bekend maken”. Heilig en vast namen (en nemen) we de woorden van Sint Paulus letterlijk: de blijde boodschap is voor “eerst en Jood en ook de Griek” [= alle niet-Joden]. Paulus, of welke bijbelauteur dan ook een antisemiet? Dacht het niet.
In dit licht bezien is het toe te juichen dat Nederlandse kerken zich bemoeien met het welzijn en zielenheil van de inwoners van Israël. Het is wat het gros van het kerkvolk ook mag verwachten van hun herders, lijkt me. De realiteit is anders. Zowel openlijk als klandestien zijn de afgelopen jaren tientallen miljoenen aan kerkgeld naar geweld gegaan onder het mom van charitas en bevordering van “de Palestijnse zaak”. Zonde, in alle betekenissen van dat woord.
Nu is dat niet onbekend, maar het is de verdienste van onderzoeksjournalist Peter Siebelt dat hij een schat aan gegevens — zo niet alles van betekenis — bij elkaar brengt en onderbouwt in zijn nieuwste boek Modus Operandi — De pro-Palestijnse lobby en de kruistocht van de kerken. MO is een ontluisterend en verbijsterend resultaat, zelfs voor mensen met een behoorlijke voorkennis.
Punt van kritiek op Siebelts werk zou kunnen zijn dat die modus operandi van sommige linkse clubjes op het kerkelijk erf helemaal niet slinks is. Uit het grote aanbod van fondsen en stichtingen, waarvan het IKV en Pax Christi de bekendste zijn, kiezen veel kerkgangers toch wel waar zij zich senang bij voelen. Op dat punt is MO inderdaad wat zwaar aangezet. Een aantal betrokkenen die door Siebelt worden genoemd, zetten zich wel degelijk te goeder trouw en met open vizier in voor wat zij beschouwen als een goed doel. Zij zullen zich niet herkennen in het beeld dat ze deel uitmaken van een schimmig netwerk waarin zij — ware het mogelijk — willoos gebruikt en gemanipuleerd worden. Daar staat tegenover dat het kerkvolk wel degelijk misleid wordt; de gemiddelde kerkganger zou er een dagtaak aan hebben om de toetsen of de medewerkers en vrijwilligers in alle gevallen zuiver op de graat zijn en geen dubbele agenda voeren bij het kanaliseren van de geldstromen en menskracht waarover zij beschikken.
Vijandschap tegen Israël, hoezo eigenlijk?
Een kiem voor vijandschap tegen Israël — zo niet de kiem — in de Rooms-Katholieke Kerk is voor de Tweede Wereldoorlog gelegd door de latere kardinaal Alfrink. Siebelt:
Wat de Joden betreft is er zijn visie geen plaats voor het eigentijdse Jodendom en de staat Israël. Hij heeft grote moeite met de term “Joodse volk” in samenhang met Joods geloof, volk en land.
De jonge Alfrink werd tijdens een verblijf in Israël daarentegen gewonnen voor de ‘Arabische zaak’ en een uiterst vijandige opstelling jegens het zionisme.
Die visie laat zich gemakkelijk combineren met de gedachte onder veel katholieke gelovigen dat de staat Israël niet lang kan bestaan en eigenlijk geen bestaansrecht heeft. De komst van Jezus heeft een eind gemaakt aan het verbond tussen God en de Joden. God is een verbond aangegaan met alle mensen. Voor een eigen Joodse staat biedt de Bijbel binnen dit concept geen ruimte.
Alfrink c.s. staan hiermee lijnrecht tegenover
christenen voor wie Israël een bijzondere betekenis heeft omdat het land ten nauwste verbonden is met het Joodse volk. De Bijbel spreekt van het “beloofde land”, het “heilige land”. Door het stichten van de staat Israël zien zij dit in vervulling gaan.
Dit is de boodschap aan iedereen die hier geen idee van had: bij twijfel over een clubske binnen uw kerk, een collecterend goed doel aan uw deur, niet inhalen, en vervolgens zo snel mogelijk dit boek lezen. De grens ligt bij het oproepen en aanzetten geweld en het ondersteunen daarvan. Dat is de lakmoesproef. Er is nogal een verschil tussen het leveren van een bijdrage aan de beschadiging of vernietiging van Israël en kritiek erop hebben — het is immers een staat? Een staat en haar propaganda zijn per definitie met een gezonde dosis wantrouwen tegemoet te treden, ook de Nederlandse. (Riep daar iemand “MH17”?)
Moreel grensoverschrijdend gedrag is echter al snel gerechtvaardigd als het om Israël gaat, zowel binnen als buiten de kerk. Een actueel voorbeeld is de correspondent van de v/h enige kwaliteitskrant in de polder v/h slijpsteen voor de geest en huidige molensteen in de hand van Palestijnse kamikazes, NRC Handelsblad, Derk Walters.
Wederkerigheid: het sleutelwoord
Zo wapperen er talloze valse vlaggen waar om het Israël gaat. De trieste gedachte dringt zich op dat de Kerk misschien nog wel verder heen is dan de ‘wereld’. Siebelt valt in zijn boek vrijwel meteen met de deur in huis. De auteur heeft voor de eerste hoofdstukken gekozen voor een opzet waarin de tekst leest als een trein, maar de lezer gaat meteen het diepe in. MO begint bij het begin; het chronologische. Behalve de heldere inleiding maken de diverse kaderstukken die inzoomen op persoon A of organisatie X veel goed. Bovendien zijn met name de hoofdstukken achterin thematisch wat begrensder, zoals dat over de Wereldraad van Kerken, die tijdens haar oprichtingsvergadering in 1948 “Israël als staat erkende maar ook [stelde] dat de Palestijnen recht hadden op een eigen staat. Naar buiten toe zou de raad zich jarenlang afzijdig houden van de pro-Palestijnse beweging, schrijft Siebelt, maar is hij “in werkelijkheid via zijn lidkerken en christelijke organisaties diepgaand bij het pro-Palestijnse netwerk betrokken” — een rode draad in het boek. Het aantal feiten en details, alle op zichzelf van belang, is enorm, en Siebelt weet het overzichtelijk te houden.
Een personenregister kan in een boek als dit niet gemist worden. Ik nam de proef op de som met onder anderen Hanneke Gelderblom, die op één bladzijde (284) wordt genoemd. Zij bleek op 7 april 1991 spreker op een bijeenkomst van
Pax Christi, IKV, NOVIB, Apostolaat van de Oosterse Kerken, Nederlands Centrum Buitenlanders en Rooie Vrouwen. Doel: hoe palmen we het CDA en de PvdA in voor onze doelstellingen? Sprekers: Mohammed Rabbae, Ida Anton Wessels, J. Glastra van Loon, Willy Gafni, Hanneke Gelderblom, Leila Jordans en Baete Zilversmidt.
De huidige Hanneke Gelderblom (misschien is zij veranderd, sadder and wiser geworden) leerde ik kennen in een of andere ‘workshop’ over de artikel 1 van de grondwet, waarvan de ‘anti-discriminatietekst’ volgens haar niet los verkrijgbaar was. Zij is de trekker van het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims dat geregeld studiedagen organiseert samen met. Met haar kanttekeningen bij de grondwet was ik het helemaal eens. Wederkerigheid is het sleutelwoord.
Veelzeggend zijn de pogingen van de links-christelijke pro-Palestijnse lobby om het CDA voor hun zaak te winnen, de partij die bij monde van Dries van Agt benadrukte niet te willen buigen naar links en rechts. Daar valt veel tegenin te brengen — zeker met de kennis van nu over de huidige Van Agt — maar het siert de partij dat het tegen de links-christelijke stroom probeerde in te roeien.
Islam, de grootste blokkade
De laatste jaren ben ik, mede door verdieping van mijn kennis over eeuwenlange Jodenvervolging in de christelijke wereld tot de Tweede Wereldoorlog, een zowel nuchter als rotsvast Israëlstandpunt gaan aanhangen. De staat Israël is een politiek feit en een historische noodzaak. Zij is ook moreel en juridisch gezien een feit en een waarheid. Tevens is zij vermoedelijk een goddelijke realiteit, wat niet te bewijzen valt maar aannemelijk kan worden gemaakt door te bezien hoe deze jonge natie diverse oorlogen heeft gewonnen. De Palestijnse staat intussen is er allang. De grootste blokkade ligt in de islam, die niet in staat is realistisch en meer buigzaam naar de wereld te kijken. Een tweede hindernis is niet gering. Die ligt, zoals Siebelt overtuigend aantoont, in eenzijdige, gestolde theologie, die zelfs na de Shoa te weinig veranderde, gecombineerd met het goedmensvirus waarmee de progessieve christenheid is besmet. Soms lijkt het alsof het bloed van Christus geperverteerd wordt gebruikt — dat bedekt vele Palestijns-terroristische zonden (en uiteraard niet de zonden van christenen ‘in Geert’).
Judeofobe kerken zouden er beter aan doen de tweeling-olifant in hun kathedralen onder ogen te zien. Hun Israël-theologie is nog steeds niet kosher. Vanuit een bewuste of onbewuste dhimmitude-houding bieden zij aan voortschrijdend inzicht te weinig ruimte — waar ze normaal gesproken geen been in zien — uiteraard met behoud van de basisbeginselen van het christelijk geloof. Theologische innovatie moet leiden tot een heldere, niet verpolitiekte boodschap van hoop en bevrijding aan de inwoners van een wonderlijk land aan de oostkant van de oude Grote Zee, een bloeiende natie die een gegeven is.
Peter Siebelt, Modus Operandi — De pro-Palestijnse lobby en de kruistocht van de kerken.
Soesterberg, 2017.
Uitgeverij Aspekt
302 pagina’s
Verschijningsdatum: April 2017
Prijs: €21.95
ISBN: 9789463381925
Bestellen kan hier
Van de week tijdens een of andere herdenking sprak een militair in uniform over god alsof hij er dagelijks mee aan tafel zat ik heb daar moeite mee het blijft een geloof en onbewijsbaar. Als god werkelijk zou bestaan zou hij het universum toch iets beter ingericht kunnen hebben en zich ook iets zichtbaarder op te stellen. Voor ons blijft het gissen en ik doe het zonder en dat bevalt goed hoef ik ook niemand de schuld te geven behalve incapabele politici die de boel belazeren. Amen.
@Bob Fleumer Ik wil u best een versie van mijn stuk toesturen zonder verwijzingen naar het bestaan van God. Ook dan toon ik aan dat de Palestijnse lobby het jammerlijk bij het verkeerde eind heeft en een criminele inslag heeft. De staat Israël blijft immers een politiek feit en een historisch feit. Bovendien was het zowel juridisch als moreel juist dat die er kwam. Persoonlijk heb ik vaak meer gemeen met seculiere mensen (ik neem aan dat Peter Siebelt dat ook is) dan met menige ‘vrome’ gristen. Echt religieus ben ik dan ook niet. Ik ben slechts overtuigd van enkele basiswaarheden, en dat de principes van het Nieuwe Testament werken.
Graag had ik een bespreking van het boek gezien. Dat is dit niet.
@Victor Onrust
Dat is een vrij beperkte opvatting. Ook de auteur van het boek vond dit duidelijk wel een recensie.
Interessante recensie.
Het probleem is, dat veel dominee-achtigen, op modieuze wijze en met zwakke geesten,
tot policor-links-gekkies zijn verworden.
Maar voor het mohammedanisme, ligt het het allemaal heel eenvoudig:
1. ” de wereld behoort ONS toe.”
2. “Ze gaan er allemaal aan:
eerst de ‘zaterdag-mensen’ [ de joden ]
daarna de ‘zondag-mensen’ [ de christenen ]
daarna alle anderen met een overtuiging [ bijv; de socialisten ]
en daarna alle anderen en ongelovigen.
Want WIJ hebben de “beste” / “enige” / “ware” “godsdienst”.
p.s. de zgn. “kruis-tochten” waren bevrijdings-tochten: bevrijding van het wrede mohammedanisme. Zou nu geen gek idee zijn.
Ik hoop dit verhaal op te nemen in een tweede druk van mijn boek: “De vervangingsleer voorbij, wat nu?”, voor mijn bijlage ‘geheim offensief’.