Prognose, formatie en koehandelcoalitie
Tot op de dag dat Trump de verkiezingen won, waren bijna alle Amerikaanse peilers bijna 100% zeker van de aanstaande overwinning voor Clinton [1]. Het maken van een goede prognose voor onze verkiezingen op 15 maart is nog moeilijker.
Toch is de precieze uitslag ook niet zo cruciaal: wíj corrigeren dan immers alleen de samenstelling van een van de twee kamers van het parlement.
En dan volgt de formatie!
Helaas is het idee van een zakenkabinet inmiddels een volledig gepasseerd station. We stevenen nu af op het tegenovergestelde: een koehandelcoalitie die garant staat voor flink veel symboolpolitiek op elk beleidsterrein. Het schijnt dat er mensen zijn die denken dat de vraag welke partij de grootste wordt, van meer dan symbolische betekenis is. Een ernstig misverstand. Het is weliswaar de gewoonte dat de aanvoerder van de grootste partij het eerst gevraagd wordt om te proberen een coalitie te vormen die op een meerderheid in de Tweede Kamer kan rekenen, maar dat is niet meer dan dat: een gewoonte. Wie als eerste opgezadeld wordt met die opdracht heeft ook echt niet de grootste kans om de premier te mogen leveren.
Hieronder mijn complete prognose. Mijn wens is niet de vader van, maar natuurlijk wel familie van mijn gedachtes die hieraan ten grondslag liggen. Met andere woorden: mijn voorspelling voor de PVV en vooral voor Forum voor Democratie liggen boven die van de peilbureaus. Ook mijn voorspelling voor slechts (!) 12 zetels verlies voor de VVD is gebaseerd op een soort optimisme: ik ga ervan uit dat wel degelijk een groot aantal sympathisanten van D66, GL en PvdA ‘strategisch’ VVD zullen stemmen, omdat ze denken dat het cruciaal is dat de PVV niet de grootste fractie krijgt.
Ook het CDA krijgt in mijn prognose tamelijk wat zetels. En zelfs in deze prognose komen PVV, VVD en CDA dus samen op slechts 75 zetels: geen meerderheidscoalitie dus, zelfs al zou Rutte het veld ruimen en het CDA eerlijk schuld bekennen aan het opblazen van het gedoogkabinet. De PVV gaat er trouwens zelf ook vanuit dat ze hooguit een stuk of 40 zetels halen.
Tenzij er in de komende 24 dagen iets heel raars gebeurt, zal de VVD dus het voortouw krijgen in de formatie. Daarvoor maakt het gewoon niet uit of Rutte’s partij nu 20 zetels haalt en die van Wilders 40 of andersom! Zelfs wanneer miljoenen sympathisanten van Pechtold, Klaver en Asscher voorgaande uitleg lezen, zal ze dat trouwens niet afhouden van die ‘strategische’ stem op Rutte.
Koehandel vs compromissen: Artikel 23
Wanneer de uitslag ook maar in de buurt van mijn prognose komt, zal Rutte dus een serie gesprekken (moeten) voeren met de aanvoerders van een aantal kleine partijen, en misschien van een enkele splinterpartij. Daardoor wordt het altijd bestaande gevaar van koehandel extra groot. Het verschil tussen compromissen (vaak niks mis mee) en koehandel (altijd verschrikkelijk) verdient wat toelichting. Die geef ik hier in de vorm van een uitweiding over hoe in de politiek wordt omgegaan met grondwetsartikel 23: het artikel dat in het politieke debat nog vaker langskomt dan het – op voorstel van de communisten – geperverteerde artikel 1.
De inhoudelijke strekking van artikel 23 wordt ongeveer even vaak foutief weergegeven als de historische betekenis van de totstandkoming ervan. Het artikel regelt onder andere de financiering van niet-openbaar onderwijs uit de algemene middelen. Weinig mensen schijnen zich te realiseren dat lid 4 van dat artikel vastlegt dat openbaar onderwijs een zekere voorrang heeft boven het bijzonder onderwijs. De enige expliciete verwijzing in het artikel naar godsdienst zit in lid 3 en dat lid gaat juist over de manier waarop het openbáár onderwijs wordt ingericht.
Artikel 23 gaat in feite over het recht van georganiseerde ouders om een school op te (laten) richten en in stand te houden. Let wel: bijzonder onderwijs is niet hetzelfde als religieus geïnspireerd onderwijs. Er is ook seculier bijzonder onderwijs: Jenaplan, Montessori etc. In de leden 1, 2, 5 en 8 is vastgelegd dat de overheid de kwaliteit van het onderwijs in de gaten houdt, zowel openbaar als bijzonder, terwijl ouders zich kunnen organiseren om bepaalde accenten in de vorm van onderwijs zeker te stellen.
Je kunt dus wel stellen dat in artikel 23 een aardig compromis is vastgelegd, een dat wegstuurt van twee extremen: het extreem van volledig door de staat ingevuld onderwijs, met alle nadelen van dien, en het extreem van indoctrinatie van kinderen door sektarische ouders van welke soort dan ook (lees godsdienstige, cq mohammedaanse). Helaas wordt in het politiek debat artikel 23 vaak niet voorgesteld als compromis tussen verschillende opvattingen over hoe het onderwijs in ons land moet worden ingericht, maar als het resultaat van koehandel. Tussen die beiden bestaat echter een fundamenteel verschil.
Bij een compromis gaat het over een tussenoplossing op één bepaald terrein. Daar hoeft niets mis mee te zijn als het compromis maar niet de nadelen van de beide visies combineert. Bij koehandel gaat het echter om het uitruilen van de wensen van coalitiepartners op verschillende terreinen. Dan staat dus niet de inhoud van het beleid op een bepaald terrein centraal, maar het scoren of gezichtsverlies lijden door onderhandelende partijen. Het maakt het in een moeite door ook nog mogelijk dat op specifieke onderwerpen minderheden, zelfs heel kleine, hun zin krijgen.
In zijn beroemde studie van de verzuiling baseerde Arend Lijphart zich zeer sterk op de visie van een van de betrokkenen bij de totstandkoming: P.J. Oud. In de visie van Lijphart was het zo gegaan:
De tegengestelde belangen werden in kalm en bezadigd overleg tegen elkaar geruild: links kreeg algemeen kiesrecht, rechts kreeg overheidssubsidie voor het bijzonder onderwijs, en gezamenlijk kon men vervolgens gaan beginnen aan de opbouw van de sociale zekerheid.
In nummer 3 van jaargang 2005 van het Historisch Nieuwsblad wees hoogleraar Nederlandse geschiedenis Piet de Rooy erop dat Lijpharts verhaal volkomen onderuit is gehaald in de dissertatie ‘Met uitsluiting van voorregt. Het ontstaan van liberale democratie in Nederland‘ van de Nijmeegse politicoloog Huub Spoormans. Ja, er is in het verleden ook wel eens iets goeds voortgekomen uit het politicologisch bedrijf. Hoewel de interpretatie van Lijphart met betrekking tot de koehandel door De Rooy wordt afgewezen, schrijft ook hij dat van de gebeurtenissen rond deze zogenaamde ‘pacificatie’ van 1917 een verstikkende werking is uitgegaan:
Het belang van de Pacificatie ligt (…) in de heiligverklaring van het nieuwe onderwijsartikel in de grondwet. Verschillende ministers hebben daar de tanden op stuk gebeten; lange tijd was het zelfs taboe om uit te rekenen hoe duur een systeem was waarin het bijzonder onderwijs evenveel subsidie kreeg als aan het openbaar onderwijs. Het effect was bovendien dat de scholen helemaal niet ‘van’ de ouders werden, zoals de retoriek van de schoolstrijd had gesuggereerd. Het onderwijs was voor de politieke partijen te belangrijk geworden om aan de ouders over te laten. Fundamentele wijziging van het schoolsysteem is daarmee nagenoeg afgegrendeld.
Badwater
Die verlamming vloeit echter niet voort uit de feitelijke tekst van het grondwetsartikel maar uit de wijze waarop de politieke partijen en media ermee omgaan. Men doet alsof seculiere partijen zich voor eeuwig verplicht hebben om het godsdienstig bijzonder onderwijs niet te na te komen. Misplaatst respect. Het was geen koehandel maar een helemaal niet zo gek compromis. Dat compromis is vastgelegd in de grondwet maar buiten dat wat daarin is vastgelegd, is speciale omzichtigheid met betrekking tot de godsdienstige gevoelens van schoolbesturen nergens voor nodig. Artikel 23 biedt ook beslist geen vrijbrief voor wanbeleid op scholen van religieuze, c.q. mohammedaanse signatuur. Andersom is er geen enkele reden om artikel 23 ter discussie te stellen in het kader van bezorgdheid over de kwaliteit van het onderwijs op die scholen.
Eerder deze week – op een drukbezochte bijeenkomst in Utrecht – stelde Thierry Baudet het ongeveer zo: we moeten het christelijke kind niet weggooien met het mohammedaanse badwater. Een veel belangrijker zaak dan vrijblijvend babbelen over artikel 23 – er gaat sowieso een lange tijd overheen voordat je grondwetswijziging gerealiseerd hebt –, is de vraag hoe de Schoolinspectie in de praktijk uitvoering geeft aan de haar opgelegde taak en waar de terughoudendheid vandaan komt om de narigheid op mohammedaans georiënteerde scholen aan te pakken [2].
De val van het komende kabinet
Alle partijen in de komende koehandelcoalitie zullen in het ‘beleid’ allemaal iets terug willen zien van hun stokpaardjes. In de praktijk betekent dit dat we kunnen rekenen op extra veel symbool-politieke maatregelen en vooral uitspraken. De titel van de regeringsverklaring zie ik ook al voor me: Doormodderen doe je samen. Maar zonder gekheid: het is denkbaar dat het volgende kabinet de hele periode zal volmaken, precies om dezelfde redenen waarom het ‘kabinet Samsom’ (weet un nog wie dat was?) de hele rit uitzat: angst voor de verkiezingen. De kans dat een van de vele deelnemende partijen tussentijds een gunstig moment ziet om het kabinet onderuit zal halen, schat ik toch groter. Het zou eigenlijk wel handig zijn wanneer dat in 2019 gebeurde: net na de verkiezingen van de Provinciale Staten. Het enige voordeel van een ‘breed samengestelde’ koehandelcoalitie is dat voldoende steun in de Eerste Kamer een zekerheid is. En andersom: een theoretisch kabinet waar de PVV deel van uit zou maken, zou geen kans hebben om een cruciale stemming in de Eerste Kamer te overleven.
Nu moet het belang van die kamer ook niet overdreven worden. Die kamer kan bijvoorbeeld niet het initiatief nemen om de referendumwet buiten werking te stellen. Die kamer heeft met name bevoegdheden op het gebied van wetswijziging en in zijn algemeenheid vergen de meeste politieke uitdagingen waar we voor staan helemaal geen wetswijziging. Sterker nog: voor niet louter op sentimenteel geneuzel en wensdenken gefundeerde partijen gaat het niet om standpunten maar om prioriteiten; prioriteiten in beleidsuitvoering en andere besteding van belastinggeld. Hoogste prioriteit heeft het stoppen van verkeerd beleid.
Best grappig: ongeveer terwijl ik deze regel typ, zie ik een bericht van het Witte Huis langskomen dat begint met: Rolling Back Harmful Regulations (de titel vervolgt met: “Empowering Female Leaders, and Focusing on National Security”).
NOTEN
- Er waren wel goede prognoses. Ik werd overtuigd door de peilingen van een – nota bene Democraten-gezinde – krant en de analyses van de beroemde cartoonist Scott Adams, doch verdiende er helaas geen cent mee
- De reden dat ik juist dit voorbeeld gebruik om het verschil tussen koehandel en compromis toe te lichten, heeft te maken met een andere gebeurtenis op die bijeenkomst van mijn partij. Een partijgenoot van me deed zo’n typische GeenStijl-achtige aanval op het christelijk onderwijs. De tekst over artikel 23 komt overigens bijna letterlijk uit mijn boek Islamofobie?
Dezelfde man sprak ook over de vele genocides die het christendom op haar geweten zou hebben.
Ik zou deze partijgenoot graag helpen bij het overwinnen van zijn oikofobie. Bij dezen een kleine voorzet daarvoor: leden van Forum voor Democratie kunnen mijn boeken (afgezien van de verzendkosten) gratis bij mij afnemen.
Veelzijdig artikel.
Door de urgentie van de komende verkiezingen, moet ik een zij-sprong maken:
Alle prognoses, stem-/kies-wijzers, opiniërende programma’s, peilingen in alle soorten en maten,
zijn MANIPULERENDE activiteiten. Geen van dit soort gedoe, komt boven het abjecte
niveau uit van: “Ik pretendeer te weten, wat jij denkt” t/m “Ik bepaal, wat jij denkt”.
WAT IK DENK, MAAK IK ZELF WEL UIT. EN DAT MOET IEDEREEN TOEGESTAAN WORDEN.
– De gesubsidieerde media: NPO-tv, kranten
– de opgekochte media: RTL, e.a.
– de gecorrumpeerde Overheids-instanties
VERZIEKEN en VERNIETIGEN het democratisch proces.
Wat nodig is, is:
-vrije nieuws-garing
– hoor en weder-hoor
– onderzoeks-journalistiek
– open debat
– vrijheid van meningsuiting-uiting
Het wordt een strijd tussen de soevereinen en Soros (rtl, teleraaf , nieuwsuur), dus tussen hemel en hel,tussen vrijheid en slavernij en tussen leven en dood.My silver lining.
4 jaar doormodderen. Kunnen WE ons dat permitteren?
Wat als het antwoord “Nee” is?
“Hoogste prioriteit heeft het stoppen van verkeerd beleid.”
Dat gaat in een lappendekencoalitie zeker niet gebeuren. Er zal alleen halfslachtig en op termijn funest beleid bijkomen.
Een stevig oppositie voerende PVV kan in die situatie een stuk meer bereiken dan een PVV die met handen en voeten gebonden is aan een regeerakkoord met de partij van Verhofstadt en de partij van Juncker, Tusk en Merkel.