Politieke versplintering en de schuivende kiezersgunst
Gisteren had ik op Twitter een kleine open discussie met Carel Brendel. Brendel denkt dat het zowel met PVV als FvD een aflopende zaak is, en hoopt op een wederopstanding van het gezond verstand binnen de traditionele partijen. Mijns inziens ligt de politieke versplintering echter dieper.
Het is een gedachte die in ieder geval het overdenken waard is. Iets dat zelfs overdacht moét worden, teneinde te kunnen beoordelen hoe we er in de toekomst naar zullen kijken. Ik geef rechts in de marge van mijn betoog onze uitwisseling, en adviseer u die eerst even te bekijken alvorens mijn betoog te consumeren.
De weg van de nette mensen
Carel Brendel behoort zelf van oorsprong tot wat ik hiernaast kort betitelde als ‘de weg van de nette mensen’. Dat klinkt denigrerend, maar zo bedoelde ik het niet. Het is voor mij de eenvoudigste weg om een groep aan te duiden die zich in haar handelen door zelfopgelegde beperkingen limiteert. Daarmee zijn deze mensen voor de dagelijkse omgang verre te prefereren boven de jungle-attitude die er tegenover staat. Maar afgezien van de praktische vormgeving is een grens ook niet eenvoudig te trekken als moreel ijkpunt, en daarom beschouw ik haar politiek als onwerkbaar. Juist omdat ze door haar ingebouwde restricties nooit is opgewassen tegen mensen die bereid zijn verder te gaan teneinde hun doelen te bereiken.
Falen van het centrum
Het historische gelijk waaraan ik (2e knipsel) refereerde is meest eenvoudig te illustreren met de gebeurtenissen in het Interbellum. In veel landen waar de nood hoog steeg (Italië, Spanje, Duitsland, Polen etc.) desintegreerde het politieke centrum. Deels was dat omdat het geen oplossingen bood, deels omdat het weigerde deel te worden van het radicalisme dat hen vervolgens wegvaagde. De partijen in het moderne politieke centrum hebben daaruit de les getrokken dat de oplossing is een ijzeren ring (cordon sanitaire) te leggen rond partijen die een radicaler aanpak voorstaan. Maar, dat is nooit meer dan de helft van het probleem dat wordt opgelost. Door van de oorzaken te blijven wegkijken, en met verachting elke meer rigoureuze aanpak af te wijzen, werken ze nog steeds hun eigen ondergang in de hand.
Daarmee doen deze centrumpartijen twee dingen, die zij formeel juist afwijzen:
- slechts het onderdrukken van meningen van andersdenkenden
- door weinig of niets werkelijk fundamenteel anders aan te pakken, scheppen zij alsnog de voorwaarden die partijen met minder beleden netheid uiteindelijk over de streep zullen helpen.
Schone schijn
Bovendien is die netheid (2e knipsel) niet meer dan schijn. Vrijwel iedereen die politiek actief is zal namelijk op een bepaald punt aangekomen uit zelfbehoud overgaan op een jungle-attitude. Politiek is een manier van vorm geven aan die jungle-attitude, en het is daarom een element dat nooit veronachtzaamd mag worden als je politiek analyseert.
Tegelijk is netheid van politici iets dat we onbewust van hen verwachten. Dat wringt, en de verwording van de moderne politiek valt daar op terug te voeren. Om die verwording te bestrijden is het niet anders mogelijk dan er zelf in mee te gaan. Het alternatief is het opgeven – zoals Paul Cliteur enige jaren heeft weten vol te houden.
De ‘andere netheid’
Die netheid zou er voor moeten zorgen dat we de gedachten over wat wel of niet acceptabel is hervormen. Tot op zekere hoogte gebeurt dat weliswaar, maar onvoldoende. De sociale tegendruk van ‘de andere netheid’ (als van bijvoorbeeld GL) is te groot, zodat de middenpartijen blijven hangen in onderdrukking naar twee kanten, zonder oplossingen na te streven vervalt men in die oude politieke reflex: hopen dat het probleem zichzelf oplost en verdwijnt. Zoals u zag gelooft ook Carel Brendel daar eigenlijk niet in, maar weigert hij daaruit conclusies te trekken. Deze houding zien we heel veel, en wellicht een stuk meer dan de meeste mensen zich realiseren.
Het succes van partijen als de PvdD en 50Plus is er mede op gebaseerd. Zeker worden hun belangrijkste programmapunten door de voorlieden diep gevoeld. Maar een heel groot deel van hun electoraat bestaat uit mensen die zich er vanuit het eigen perspectief niet toe kunnen zetten om te stemmen op ‘populisten’ waar iets mee mis zou kunnen zijn, dat ingaat tegen hun morele instincten. Vrijwel alle zetels waarop deze partijen zouden kunnen rekenen komen oorspronkelijk bij de PvdA vandaan. Waarvandaan ook velen met een wat sterkere maag naar SP en PVV vertrokken .
De oude politieke configuratie
Opgeteld komen we aardig in de buurt van wat ik me herinner als de natuurlijke omvang van de PvdA. Al moet je daarbij nog meenemen dat er verschuivingen vanuit de VVD naar de PVV moeten worden verdisconteerd met de vlucht vanuit het CDA naar VVD, D66 en zelfs de CU, en vanuit D66 naar het FvD. Al genoemde Paul Cliteur bewoog zich inderdaad vanuit de PvdD naar het FvD, nadat hij besloot dat afzijdigheid hem niet langer aanstond. Paul Cliteur beschouw ik als een zeer net mens met een niet al te sterke maag, en daarom als een zowel bekend als uitstekend voorbeeld.
Ik heb al eens eerder gesteld dat de PvdA (zeker na 1975 niet) nooit meer was dan een soortement van regenboogcoalitie van zeer diverse belangen (waaronder ook: DENK). De in de top daarvan heersende aanpak om ‘sociaal de boot niet te laten schommelen’ heeft de totale desintegratie van die regenboogcoalitie veroorzaakt – iets wat we overigens in heel West-Europa op vergelijkbare wijze zien. En om dezelfde redenen.
En op dit punt aangekomen ben ik het met Carel Brendel eens dat het FvD geen lang leven beschoren zal zijn in de huidige vormgeving. Het enthousiasme voor de punten van het FvD wordt naar mijn gevoel vooral ingegeven door de wens de Regentenpartijen in het centrum te dwingen effectieve keuzes te maken, door het systeem dat het centrum politiek bevoordeelt te attaqueren.
Regentenpartijen
Brendels weerzin tegen de PVV laat zich minder makkelijk als politiek valide beredeneren. Over de opkomst van rechtse partijen is in Nederland ooit eens geconcludeerd dat een relatief gematigde partij op de verre rechterflank altijd werd opgevolgd door een radicaler variant, en vice versa. De algehele politiek situatie in ogenschouw nemend, lijkt het me een uitgemaakte zaak dat het verdwijnen van de PVV op de niet al te lange termijn zal leiden tot een nieuwe nog veel radicaler variant, met vrijwel dezelfde standpunten. Maar met minder terughoudendheid voor het negeren van de geldende omgangsvormen.
Het FvD zal zich niet in een dergelijke richting ontwikkelen, niet door de mensen die de partij leiden en evenmin vanwege doelen van de doorsnee aanhang zoals ik die zie. Dat de partij anders geframed is geraakt beschouw ik voornamelijk als een gevolg van politiek amateurisme van het leiderschap en kwade wil binnen de Nederlandse mainstream journalistiek. Die kwade wil binnen die MSM ontstond omdat binnen de MSM geliefde partijen (PvdA, D66) onder de FvD-opkomst begonnen te lijden. Zij is zeker ook onderdeel van ‘die andere netheid’ die ik hierboven al kort aanstipte.
Noodzaak van een sterk rechts geluid
Maar uiteindelijk is het niet de sterke opkomst van de rechtse partijen die de doorslag zal moeten geven, maar de gewenning aan hun standpunten binnen het nieuwe centrum en de reeds op gang gekomen desintegratie binnen het oude centrum. De rol van partijen als FvD en PVV is daarvoor essentieel. Niet alleen verhinderen zij een verslapping van het debat, maar zij zullen er voor zorgen dat steeds meer mensen zich af gaan keren van de pappen en nathouden-attitude die binnen het oude centrum heerst. Dat hoeft niet door ‘rechts’ te gaan stemmen; weglopen naar parkeerpartijen als PvdD en 50Plus zal minstens zo effectief zijn.
Noodzakelijk is dat de Regentenpartijen niet alleen hun parlementaire meerderheid verliezen, maar ook dat ze de binnen hun structuren nog steeds heersende oude partij-elites zullen afstoten. De weg van het FvD naar politieke hervormingen zou dat kunnen helpen, al betwijfel ik of dat genoeg is, en op tijd. De versmalling van de politieke basis van de Regentenpartijen is de maatstaf die vertelt hoever dit proces op streek is.
De kartelpartijen zijn uitgeregeerd, bezwijken door de politieke inteelt veroorzaakt door de abcentie van het open en vrije publieke debat, de gelijkschakeling van pers en media.
Kan de VVD mensen als Rutte Nijpels en vAartsen overleven?
Kan ‘66 het kereltje overleven?
De post Marxistische linkse partijen die na het ideologisch verward raken, stuurloos ,geheel dialectisch in hun antithese veranderden, zullen steeds meer aanhang verliezen onder de druk van de werkelijkheid, maar voor hun verscheiden nog veel islamiserings ellende veroorzaken met hun verraad aan de Nederlandse burgers.
De christelijke partijen die in hun hoop om de secularisatie terug te draaien, de islamitische kaart spelen zullen net als de christenen in het Midden-Oosten gemarginaliseerd worden.
De toekomst ligt dus wel bij PVV en FvD , zeker met de euro die niet werkt en zal instorten en een totalitaire eenheidsstaat EU die zoals alle mega staten in Europa hiervoor, instorten.
Napoleon lukte het niet, Hitler lukte het niet, de as Parijs /Berlijn ook niet.
En dan staat het partijkartel, de regenten met lege bezoedelde handen, uitgeregeerd.
In combinatie met de direct voorafgaande stukken van Toon Kasdorp en Nicolette Geveke: waaruit zou dat hervinden dan moeten bestaan?
Ik meen dat bij monde van Fentrop en ook Baudet is uitgesproken dat FvD niet is opgericht om een reguliere partij te worden: FvD is opgericht om het tij* te keren en dan weer van ’t toneel te verdwijnen. Toonaangevende mensen zouden niet langer dan vier jaar op de voorgrond moeten treden -dat soort ideeën-.
*Het tij: de wig
Hoe zorgen we, althans diegene die daarvoor staan, ervoor dat de in een eerder recent stuk van Hannibal de daar genoemde wig, die onderwerping, ongecontroleerde immigratie en EU heet, een onschadelijk stomp werktuig wordt?: door nu flink en onvermijdelijk te botsen in de politieke arena, om zo hopelijk de piketpaaltjes -tien jaar geleden een zeer gangbare metafoor- weer op hun seculiere en soevereine, plaats terug te krijgen en daar te verankeren.
De uitslagen van de gemeenteverkiezingen zijn binnen. Einde oefening zou ik willen zeggen.
In veel plaatsen is Groen Links de winnaar. Hoe iemand met ook maar een beetje gezond verstand daarop kan stemmen is me een raadsel, maar goed.
Wat ook opvalt is dat er veel lokale islamitische partijen in opkomst zijn.
Ik had enige hoop dat de PVV een groei zou vertonen, maar dat lijkt niet te zijn gelukt.
Ik snap de redenering van de weg van de nette mensen, maar het probleem is dat als je jezelf allerlei beperkingen oplegt terwijl de andere partij dat niet doet, je net zo goed meteen zelfmoord kunt plegen.
Het is iets als proberen je aan allerlei regeltjes te houden in een straatgevecht. De ander zal dat niet doen en als je geluk hebt belandt je slechts in het ziekenhuis.
Het is me onbegrijpelijk dat mensen blijven weigeren in te zien dat er niet samen te leven valt met islam en blijven denken dat het wel mee zal vallen
@Johan P
Het grootste probleem van de ‘nette mensen’ is dat ze er van uit gaan dat alles met een redelijk gesprek oplosbaar moet zijn. Ik wilde dat dat waar was, maar ik weet beter. Desalniettemin zit daarin de wortel van het probleem, want die aanname maakt het onmogelijk te beseffen dat een andere aanpak onontkoombaar is, of zal worden. Iets met stinkende wonden en heelmeesters die de principes van het genezingsproces niet begrijpen.
Met de ene helft van de analyse ben ik het helemaal eens, met de andere helft niet.
Helemaal eens met aanwijzen van de reusachtig omvangrijke problematiek van de ‘nette mensen’.
Niet met het verhaal over de vervanging van de PVV door een meer radicaal geluid. De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen is daarvan een duidelijke illustratie. Met als voor de PVV pijnlijkste uitslag in Den Haag – de stad waar mede dankzij Van Aartsen – maar liefst drie expliciet mohammedaanse partijen een zetel wonnen, de PVV 5 zetels verloor en De Mos 6 zetels won. Overal waar naast de PVV ook een redelijk serieus lokaal alternatief mee deed, viel de uitslag voor de PVV tegen.
Het verhaal van de sympathieke, maar door zijn ‘netheid’ verblinde Brendel, is 100% wensdenken. In theorie kunnen partijen zichzelf misschien ‘heruitvinden’, maar hij kan geen mensen aanwijzen in die zogenaamd ‘seculiere’ partijen die met enige kans op succes daaraan werken. Wanneer ze al de kop opsteken worden ze eruit gegooid of ze gooien na enige tijd de handdoek in de ring. Eigenlijk precies zoals de wannabe-hervormers van het mohammedanisme. (Zie Shirin Musa)