DE WERELD NU

Persvrijheid en de blinde vlek van Martin Sommer

Persvrijheid

Persvrijheid en hoe die te verzekeren was het onderwerp van Martin Sommers column afgelopen weekend. Hoewel de gevolgde redenatie sluitend was, leek me dat hij desalniettemin onderuit ging in zijn conclusie.

Heel kort samengevat kwam het betoog van Sommer er op neer, dat ook binnen de Nederlandse regering aarzelingen bestaan om de controle over de media volledig aan experts over te laten:

Ook de Nederlandse staatssecretaris Sander Dekker (VVD) loopt trouwens niet over van enthousiasme voor een onafhankelijk benoemd Commissariaat voor de Media. Onlangs brachten drie hooggeleerden daarover advies uit. Zij vinden het logisch dat onafhankelijke media worden bewaakt door een onafhankelijk benoemd commissariaat. In maart schreef de staatssecretaris een brief aan de Tweede Kamer. Gedraai en gedoe. Die benoeming hangt af van ‘de bestuurlijke context’.
Dekker wil gewoon een politieke vinger in de pap. Zelfs in Nederland houdt het bestuur zoveel van de persvrijheid dat het de controle daarop liefst zelf controleert.

Hierop heeft Sommer terecht kritiek, maar dat betekent niet dat het gedane voorstel een veiliger democratischer of onafhankelijker aanpak garandeert. Ironisch genoeg las je in de voorgaande alinea in zijn stuk:

Uit het falen van de EU volgt niet dat de tegenstanders vanzelf gelijk hebben.

Heel. Erg. Waar. Maar dat de staatssecretaris een door het Commissariaat zelf voorgesteld systeem afwijst betekent niet dat hij specifiek ondemocratisch met het Commissariaat van de media om wil gaan. Al laadt de stas die verdenking zeker op zich, en is het door hem gegeven antwoord omineus voor de toekomst.

Wat ik bedoel wordt duidelijk uit het alternatief dat door de drie hooggeleerden werd aangedragen. Dat ruikt naar een coöptatiesysteem – het systeem waarom Nederland in het buitenland vaak berucht is. Met onafhankelijk wordt hier te lande maar al te vaak bedoeld: benoemd door ervaren mensen uit het veld zelf, zonder last of ruggengraat. Dat klinkt allemaal prachtig, maar in de praktijk zal dat er maar al te vaak op neer komen dat er een college ontstaat waar ons kent ons de boventoon voert, en waaruit ieder tegendraads geluid snel wordt verwijderd.

Dat doet een beetje denken aan het onwaarschijnlijk complexe systeem waarmee de Venetiaanse adel tijdens de republiek vijf eeuwen lang haar doge (staatshoofd) placht te kiezen. Een extreem ingewikkelde en langdurige procedure (pdf!!), en aan het eind werd altijd een vooraanstaand Venetiaans edelman doge.

Een coöptatiesysteem is minstens even verdacht als een benoeming door een staatssecretaris. Dat er in beide gevallen andere mensen uit zullen komen betekent niet dat een van beide meer democratische zekerheden biedt. Ook al heeft het systeem dat de drie experts aandroegen het voordeel dat de belangrijkste spelers uit het veld er tevreden mee zullen zijn, dat helpt niet als er daadwerkelijk iets aan de hand is. Het gros van de media heeft sowieso de neiging met in het algemeen als ‘goed’ beschouwd beleid mee te gaan. De onafhankelijkheid van veel media (zoals staatsomroep NOS) an sich staat al enige tijd serieus ter discussie.

Het dilemma blijft, hoe je onafhankelijkheid een stem geeft in het systeem zonder dat het er mee op de loop gaat?

In feite is het heel eenvoudig: construeer een lotingssysteem waarbij de kandidaten door beslissers van buiten de media worden aangedragen. Ik geef maar als voorbeeld: laat per tien Kamerleden iemand voordragen, en daarna het lot over de benoemingen beslissen. De kansberekening garandeert dat er onafhankelijke, zelfs tegendraadse geesten zullen worden benoemd, maar tegelijkertijd is de kans op een meerderheid daarvan binnen het Commissariaat van de Media te verwaarlozen. Als 140 van de voordragende Kamerleden het gezamenlijk eens worden over één kandidaat zal die het vaak – maar niet altijd – worden.

Elegant èn simpel. Maar daarvan houden we in Nederland meestal niet zo heel erg.

1 reactie

  1. N.G. schreef:

    In ons land is best ervaring met een vergelijkbaar loterij systeem. In de 18de eeuw werd zo een deel van de vroedschap samengesteld in o.a. Franeker en Monnickendam. (als ik het uit het hoofd juist citeer).