Pensioenen – nieuw stelsel schadelijk voor deelnemers
Met de herziening van het pensioenstelsel wordt steeds meer aangaande toekomstige pensioenen onzeker. Daar wordt niemand beter van.
Binnen de pensioensector is lang gediscussieerd over een nieuw financieel toetsingskader zonder overeenstemming te bereiken. Er deed zich een langdurige impasse voor. De patiënt is ziek en wilde maar niet herstellen. Om een goede diagnose te kunnen stellen dienen we eerst vast te stellen waardoor de ziekte is opgetreden. Dit om er van te leren en genezing mogelijk te maken. Waarheidsvinding werkt heilzaam.
Frits Bosch, jarenlang werkzaam geweest in de pensioen- en vermogensbeheersector vertelt eerst hoe de pensioenfondsen in de huidige ellende zijn gekomen en hij beoordeelt het nieuwe stelsel voor zover daarover thans enige duidelijkheid bestaat. Hier en daar is zijn verhaal wat technisch, skip het waar u dat nodig acht.
Wat zijn pensioenfondsen?
De Pruisische staatsman en Duitse kanselier Otto von Bismarck (1815–1898) heeft een grote impuls gegeven aan pensioen. Nederland heeft daarvan geleerd en heeft een pensioenstelsel dat lang als het beste ter wereld is beschouwd en nog steeds scoort het in de top 3.
Pensioenfondsen zijn financiële instellingen met een sociale doelstelling. Het zijn in de eerste plaats financiële instellingen die kapitaalbuffers moeten aanhouden om arbeidsvoorwaarden uit te voeren. Buffers dienen om de steeds guurder winden op de financiële markten te weerstaan. Zonder dat geen uitvoering van arbeidsvoorwaarden. Hierover kan en mag geen misverstand bestaan. Er moet thans eerst meer vet op de botten komen voordat fondsen meer kunnen gaan uitkeren. Pensioenfondsen zijn van nature risicomijdende instellingen. Ieder onderzoek onder deelnemers wijst in die richting, ook jongeren zijn risico avers. Men wenst een zekere mate van zekerheid, dan wel volledige zekerheid/garantie om te kunnen rekenen op een minimum bedrag. Bij pensioen is de asymmetrie in risicotolerantie nog groter dan bij een doorsnee particuliere portefeuille: de pijn omlaag is veel groter dan het genot omhoog. Bij ieder fonds ligt dat verschillend, mede afhankelijk van de diverse leeftijdsgroepen en opleiding van de populatie. Het vermogen van pensioenfondsen wordt beheerd door vermogensbeheerders. Vermogensbeheerders zijn centra van kennis, data, informatisering, visie, inzicht, operational excellence, ondernemerschap. Het zijn bedrijven met een zorgplicht. Gun ze vertrouwen waar mogelijk en geef ze de ruimte bij bewezen kwaliteit, zorgplicht en gedrag. Stimuleer hun creativiteit. Stop ze niet in een knellend keurslijf. Vermogensbeheer is een dynamisch vak dat kan een keurslijf niet kan velen.
6 oorzaken daling dekkingsgraad
Voor Nederland hebben de pensioenpotten een reële omvang gekregen toen de Nederlandse economie een sterke opgang maakte in de jaren tachtig onder het premierschap van Ruud Lubbers. De jaren 90 was een ongekend sterke beleggingsperiode met jaren van aandelenrendementen van boven 40%. De dekkingsgraden van de fondsen liepen bij een vaste rekenrente van 4% op tot zelfs 230 volgens de toen geldende berekeningswijze. Waardoor tuimelde de dekkingsgraad van pensioenfondsen van 230 in 1990 naar 90 in 2008 en 2009 en naar rond 85 nu? Dit ondanks de meest briljante beleggingsjaren in de jaren 90. Waarom verkeren we nog steeds in zwaar weer?
Er zijn belangrijke oorzaken op voor de daling van de dekkingsgraad:
- crises op de financiële markten, de ICT crisis en Kredietcrisis, een grote invloed.
- loslaten van de vaste rekenrente van 4% naar marktwaardering rond 1%. Deze lange rentedaling werkte sterk via discontering door in de toename van de verplichtingen.
- “langleven”, we worden ouder dan gebudgetteerd waardoor de verplichtingen oplopen.
- De uitholling, dit komt neer op inkrimping van pensioenreserves in het kader van onder meer de zogenaamde Brede Herwaardering, premiekortingen, premie holidays, rechten toekennen waar geen adequate premie voor geheven werd, emissierestanten in het pensioenfonds,
- te risicovolle beleggingsportefeuilles volgens De Nederlandsche Bank, DNB. Het waren vooral de risico modellenbouwers die pensioenfondsen naar een te riskante beleggingsmix wezen. DNB draagt hier verantwoordelijkheid.
- de Corona-crisis.
Gedane zaken nemen geen keer
Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Beleidsfouten worden nu eenmaal gemaakt, such is life. Als die spaanders minder groot waren geweest had ons pensioensysteem er nu beter voor gestaan. Dat is op zich juist, maar laten we vaststellen dat we er allemaal zelf bij waren toen het gebeurde en blijkbaar hebben we toen onvoldoende onze kritische vinger opgestoken. Het pensioen vermogen dat verloren is gegaan komt niet bij toverslag terug. Mij dunkt dat we ons er maar bij moeten neerleggen dat dit is gebeurd. Deelnemers hebben het daar nog steeds moeilijk mee. Begrijpelijk, maar we moeten verder. “Wat als” vragen zijn dus niet erg relevant. Bovendien nemen degenen die toentertijd aan de knoppen zaten geen verantwoordelijkheid. Dit neemt niet weg dat het belangrijker is een antwoord te geven op vragen als: Waardoor werden risico’s zo onderschat? Om dit te beantwoorden moeten we even naar de jaren negentig. We hadden een roze bril op. Alles kon, alles was een uitdaging. De toenmalig buffers van de fondsen werden onnodig hoog geacht. De mens is van nature optimistisch, “overconfident”. We dachten dat lagere buffers toereikend zouden zijn om beleggingsrisico’s op te vangen. We dachten dat de bomen tot in de hemel groeiden.
Maar later bleek niets minder waar. Hoewel we ons allemaal daarop verkeken hebben zou het juist de taak van toezichthouder, overheid en risicomodellen zijn geweest ons te behoeden voor de impact van grote risico’s. Risico werd onderschat vanuit de visie dat lange termijn beleggers als pensioenfondsen hoge allocaties naar aandelen konden hebben. Dit in de veronderstelling dat rendementen van 7 procent op den duur gerealiseerd worden. We hadden nog niet het besef om de hoge buffers om te zetten in reële ambities en te reserveren voor toekomstige indexaties. De wetgeving bevorderde dit overigens niet, het reële contract was nog niet in beeld. De uitkomsten van de risicomodellen onderbouwden in de strategische beleggingsportefeuille, de uitholling. Het gaf er impliciet een goedkeurend stempel aan. Het gevolg was dat we het lid op de neus kregen.
Risico draait om impact, minder om kans
Wat is ‘risico’?
Hoe dienen we dan naar risico te kijken? In het dagelijks leven noemen we ‘risico’ de blootstelling aan een gebeurtenis (‘event’) met de kans op een negatief resultaat (‘impact’). Mijn stelling is dat risico vooral draait om impact, minder om kans. Denk bijvoorbeeld aan onze dijkbewaking. Een dijk wordt verzwaard als de impact onacceptabel is, ook al is de kans klein. De dijk wordt niet verzwaard als de impact nihil is, ook al is de kans hoog. Hier draait risico om impact, minder om kans[1]. In toezicht en modellen ligt de nadruk op kans en niet op impact. Daar wringt de schoen. Risico is wel in te schatten, maar per definitie niet te kwantificeren. Kwantificering van risico leidt tot misconcepties en distorsies. Moment en omvang van impact zijn onbekend, onvoorspelbaar, maar veelal wel analyseerbaar[2]. In de beleggingssector draait het evenzeer om impact. Beleggingsanalisten doen hun gloeiende best om impact en ‘opportunities’ zo goed mogelijk te analyseren en risicopremies vast te stellen. Zij turen voortdurend in de mist van de toekomst. Een moeilijk vak waar je wordt afgerekend als je er naast zit. Daarnaast kennen we de modelmatige, wiskundige, aanpak om op basis van aannames en kansberekeningen uitspraken te doen over de strategische asset mix, de samenstelling van de portefeuille over de beleggingscategorieën. Impact op de korte termijn vormt een blinde vlek in de lange termijn projecties. De modellen zijn vrijblijvend en men wordt niet op resultaat afgerekend. Ze turen in de achteruitkijkspiegel van historische data. Persoonlijk rijd ik liever in een auto met een chauffeur die vooruit kijkt. Prof dr Jean Frijns[3] zegt “we weten nu dat risicomodellen niet zoveel waard zijn”. Het knelpunt zit in de toepassing van de modellen en in het woord ‘risico’.
Vermogensbeheer is het domein van vermogensbeheerders en niet van abstracte modellen.
Lange termijn kans versus korte termijn impact
Vaak wordt gesteld: “wat geeft ’t dat impact een blinde vlek is. Over de hele periode genomen – de lange termijn – is de performance prima. Why bother?” Dan dient men te bedenken dat de impact van een beurskrach tot een plotseling en gigantisch vermogensverlies leidt dat door de meeste fondsen niet opgevangen kan worden. Het veroorzaakt de ontwrichting waarvan we nu al zo lang getuige zijn. Het opkrabbelen na de krach duurt lang en is beperkt. De gedachte dat pensioenfondsen lange termijn beleggers zijn en dus de impact van een korte termijn beurskrach kunnen verdragen, acht ik een ernstig misverstand. Een bekend voorbeeld is de man van 1 meter 80 die een heel brede rivier moest oversteken van gemiddeld 1 meter 60 diep. De man kon niet zwemmen en verdronk. En het Nederlandse pensioensysteem verdronk mee. Buffers dienen om impact op te vangen. Blijkbaar bestaat bij sommige fondsen nog steeds onduidelijkheid over nut en omvang van buffers.
‘Als risico wordt gelijkgesteld met volatiliteit, leidt dit tot verstarring van de asset mix, een verkeerde asset mix en procycliciteit en kuddegedrag van pensioenfondsen’
Lage dekkingsgraad, dus laag rendement
De toezichthouder zal pensioenfondsen met een lage dekkingsgraad in principe niet toegestaan buiten hun toegewezen volatiliteitbudget – ten onrechte risicobudget genoemd – beleggingscategorieën met een hogere volatiliteit op te nemen. Naar mijn mening ten onrechte. Stel dat de volatiliteit laag is, maar het risico is in termen van impact hoog, dan vindt een onderschatting van impact plaats. En omgekeerd, als de volatiliteit hoog is en het risico in termen van impact laag, dan worden kansen niet benut. In twee belangrijke situaties wordt via toezicht een fundamenteel onjuist beleid gevoerd. Dat kost miljarden. De kredietcrisis illustreert dit: de asset mix was in het kader van het financieel toetsingskader fors beteugeld. Het heeft niet geholpen: de gevolgen van die crisis zijn bekend. Er werd gekeken naar de kleine kans op de ernstige dijkdoorbraak, maar toen dat feitelijk gebeurde, liep het land onder.
Procycliciteit
Het gevolg van het toezicht is nu dat fondsen met een lage dekkingsgraad een laag volatiele portefeuille hebben, dus veel vastrentende waarden en weinig aandelen. De huidige asset mix toont dat aan. De mix vanuit impact bezien zou er anders uit kunnen en wellicht moeten zien. Denk aan laag volatiele beleggingscategorieën, staatsleningen, bankaandelen, die voorheen toch een zwaar negatief rendement vertoonden. Als alle fondsen over dezelfde volatiliteitskam worden geschoren dan leidt dit tot verstarring van de asset mix, procycliciteit en kuddegedrag van de fondsen. Onder meer Dick Sluimers van APG heeft hier al eerder in Het Financieele Dagblad terecht op gewezen. Ik verwijs ook naar de whitepapers van de Club van 300.
‘Solvency trap’
Door fondsen op laag volatiel ‘in te locken’ wordt hen mogelijkheden tot het genereren van rendement onthouden. We noemen dat een ‘solvency trap’, hetgeen betekent dat de fondsen niet goed kunnen herstellen, anders dan door een rentestijging. Maar we willen geen pensioensysteem dat enkel afhankelijk is van rentestijging. We zijn op zoek naar een intrinsiek robuust systeem. Het pensioenfonds moet vooral een goed belegger kunnen zijn en zich niet al te beperkt voelen door korte termijn balansmanagement.
“Procycliciteit en kuddegedrag drijven de beurs versterkt omlaag”
De toezichthouder gaat bovenop de stoel van de vermogensbeheerder en pensioenfondsbestuurder zitten
Beurskrach
Het huidige risicoconcept, zoals thans gehanteerd door de toezichthouder en de modellen, heeft gevolgen voor de beursontwikkeling. Voor iedere beurskrach is een “trigger” nodig. Er moet een dwingende aanleiding zijn die er voor zorgt dat het vertrouwen in de beurs een optater krijgt. In het recente verleden hebben we daar het nodige van meegemaakt. Het huidig vertrouwen in de beurs is laag, met name van de particuliere sector. Er is weinig nodig om de beurs omlaag te jagen. Als die trigger zich voordoet, zullen procycliciteit en kuddegedrag de beurs extra omlaag duwen. Immers, als alle neuzen dezelfde richting op wijzen en partijen op hetzelfde moment door dezelfde draaideur naar buiten willen – alleen al het Nederlandse pensioenvermogen bedraagt 1500 miljard euro – dan zal de beurs extra omlaag denderen. De moeder aller zeepbellen zou zich dan zo maar kunnen voordoen. Prof dr Theo Kocken[4] stelt dat een “totaal onbeheersbare brand steeds meer op de loer ligt”.
Door de stringente overmatige regelgeving werpen fondsen de handdoek. De eenheden worden steeds groter, beurskrach stuwend en risico’s worden daardoor groter
Consolidatie
Er is nog een neveneffect van de huidige regelgeving. Na de negentiger jaren is de regelgeving van DNB aanzienlijk aangescherpt. Daarnaast zijn er veelvuldige wijzigingen geweest die de sector overbelastte. De complexiteit werd al maar groter[5]. Dit heeft de fondsen uit hun zelfstandigheid gedreven naar andere partijen, zoals verzekeraars en bedrijfstakken. Fondsen werpen de handdoek of wijken uit naar België. Soms wordt gedacht dat het indikken van 1000 pensioenfondsen zo’n 20 jaar geleden naar 100 in de naaste toekomst, efficiënt is. Dat kan worden betwijfeld. Dat kleine fondsen met te weinig deskundigheid verdwijnen is inderdaad een goede zaak in de slag naar meer professionalisering. Maar de huidige sterke consolidatie binnen de sector wordt fors overdreven. Het leidt tot grotere pensioenfondsen, “systeemfondsen”. Grote fondsen zorgen in de beleggingsmix voor grote klappen omhoog, maar ook voor grote klappen omlaag. In de bancaire sector weten we nu dat grote eenheden vermeden moeten worden. In de pensioenfondsensector is het al niet anders. Een systeemcrisis kan er door verergerd worden. Dit impliceert dat overmatige regelgeving en consolidatie een beurskrach stuwen. Dit naast het gegeven dat de toezichthouder door wat zij noemt de “efficiency slag” de Nederlandse pensioensector ernstige schade berokkent. Een illustratie van wat er gebeurt als alle neuzen dezelfde kant op wijzen en dezelfde kant op gaan, is de Millennium Footbridge, een voetgangersbrug in Londen. Deze hangbrug is gemaakt van staal en hangt over de rivier de Theems, tussen de Southwark Bridge en de Blackfriars Bridge, en verbindt de Bankside met de City. Onverwachte trillingen van de brug zorgden er bij de opening voor dat de brug op 12 juni 2000 weer gesloten werd om schade te herstellen en aanpassingen te maken. De trillingen werden veroorzaakt doordat alle mensen die eroverheen wilden lopen, 90.000 voetgangers op de eerste dag, in hetzelfde tempo, in dezelfde richting en op hetzelfde moment liepen.
Consultants niet happy
Consultants, beheerders en bestuurders zijn doorgaans niet content met het structuurbeleid van DNB. Het zorgt er voor dat de sector qua diversiteit en omvang van dienstverlening verschraalt. Dienstverleners moeten fuseren om het hoofd boven water te houden. Van de ambities die we hadden om met onze pensioensector goede sier te maken in het buitenland, “een prima exportproduct”, is weinig terecht gekomen. Denk aan het gesneefde Holland Financial Center. De verzekeringssector maakt identieke bezwaren[6] over het toezicht op haar beleggingsbeleid. Het draagvlak van het toezicht lijkt gering.
Kwetsbaar
We mogen er niet van uit gaan dat de pensioenfondsen met een gemiddelde dekkingsgraad van circa 100 nu in veilig vaarwater verkeren. Nederlandse pensioenfondsen zijn kwetsbaar. Een beursdip zou de fondsen weer in ernstige problemen brengen. De huidige situatie op de financiële markten kwalificeer ik als een verhoogd risico. Er is een overmaat aan liquiditeiten in de markt gestroomd, vooral vanuit de VS, die nu weer ingeperkt moet worden. Het beurssentiment wordt vooral door centrale banken bepaald: financiële markten zijn te sterk afhankelijk van het beleid van centrale banken. Hun track record is niet overtuigend. Moeilijk is in te schatten wat deze partijen voor hebben. Dat bergt dus een extra risico in zich. Niemand wist wat de ‘trigger’ zal zijn voor een crash, maar de mondiaal financiële magnitudes ontzagwekkend groot zijn. In deze omgeving kun je onmogelijk stellen dat de schuldencrisis voorbij is, integendeel! Politici en centrale bankiers willen ons anders doen geloven. Gelukkig is ons geheugen kort. De kust is niet veilig. Onze pensioenfondsen verdienen bescherming.
“Huidige situatie heeft verhoogd risico. Pensioenfondsen beschermt u!”
Risico is niet te kwantificeren, dus impact is niet te meten en te timen, wel in te schatten door middel van analyse. Dat lijkt een zwaktebod, maar beter is er niet. Risico is net als het dagelijkse leven: telkens een inschatting maken, veelal onbewust. Als je met je boot vaart van Hoek van Holland naar Dover, kun je niet volstaan met het roer vast te zetten op de eindbestemming. Radar gebruiken. Ga voor kwaliteit in het beheer, goed kennis nemen van de wensen van klanten, zorgplicht goed invullen, holistische aanpak met behulp van alle betrokken partijen. Vermogensbeheer voor pensioenfondsen wijkt in dit opzicht niet zoveel af van “gewoon ondernemerschap”, zij het dat pensioenfondsen een sociale dimensie hebben en dus sneller neerwaartse protectie inroepen. Zie af van verdere kaalslag. Geef fondsen de ruimte. Nederlandse pensioenfondsen kunnen zoveel beter.
Wat zijn sterke en minder sterke punten van ons pensioensysteem? We hebben een zeer groot pensioenvermogen. Daar zijn we trots op, maar dat maakt ons kwetsbaar, ook in EU verband. Vervolgens bezitten we een sterk en vooruitstrevend leger vermogensbeheerders. Die moet je vertrouwen gunnen bij gebleken soliditeit. Van hen moet het komen. Voorts hebben we een grote schare consultants en deskundige pensioenfondsbestuurders. Zet hen niet aan de kant door nog verdergaande consolidatie binnen de sector. Als knelpunt noem ik het huidige risicoconcept en de perverse solidariteit in het pensioensysteem inclusief de doorsnee problematiek. Dit verdient aanpassing. Tenslotte dienen we meer oog te hebben voor de wensen van deelnemers. Kom met een nieuw systeem waarvan je weet dat deelnemers er blij mee zijn. Er moet voldoende draagvlak zijn. Houd het zo simpel mogelijk. Tom Poes, verzin een list! Over de jaren heen zijn steeds meer ‘oplossingen’ aangedragen, veelal vanuit de ivoren toren. Dé oplossing zat er blijkbaar niet bij. In de discussies is het accent verschoven van vermogensbeheer naar pensioensysteem, toetsingskader en disconteringsvoet, tot vervelens toe. Vertrouwen is tot nulpunt gedaald. Op zich was het defined benefit systeem helemaal niet zo slecht. Het is vooral slecht toegepast. We zijn nu gedwongen het pensioensysteem aan te passen. Maar welke nieuw pensioensysteem men ook kiest, het begint bij een herziene benadering van institutioneel vermogensbeheer, zoals hier aan de orde is gekomen. Dat is de basis. Hier dienen eerst fundamentele wijzigingen plaats te vinden. Voor politici staat de problematiek van institutioneel vermogensbeheer niet op de voorgrond. Dit is wellicht begrijpelijk, want de problematiek die zich hier voordoet is soms weinig transparant en complex.
Pensioenhervorming is schadelijk
Zoals de Pensioenhervorming er nu uitziet is het 5x niks:
- beleggingsrisico’s komen bij deelnemers te liggen, zónder compensatie
- deelnemers krijgen géén eigen pensioenpot met eigendom over ingelegd geld.
- ‘invaren’ is schier onmogelijke opgave. – verplicht invaren in het nieuwe stelsel druist mogelijk in tegen het eigendomsrecht zoals vastgelegd in het Europees Grondrechtenhandvest. Er hoeft maar één deelnemer of (MKB) werkgever een zaak in Nederland aan te spannen om dit punt Europeesrechtelijk te laten toetsen. Dit nieuwe stelsel komt mogelijk niet door de Europese toets voor de verplichtstelling, onder andere door de discretionaire in plaats van forfaitaire toewijzing van rendement;
- de hele kermis blijft overeind. De indeling naar Matching en Return portefeuille blijft bestaan, maar wordt een kwart slag gedraaid. Consultants zijn dus superblij.
- naar de klanten van de pensioenfondsen is niet geluisterd. Zij krijgen risico vol om de oren, iets wat ze juist niet willen voor hun pensioen.
Dit nieuwe stelsel is vlees noch vis, maar voor deelnemers ongunstig. Het stelsel had of helemaal op de schop moeten gaan naar ieder een eigen pensioenpot, dus in eigendom, of had hij het stelsel moeten repareren: doorsnee problematiek oplossen en rekenrente aanpassen. Nu wordt veel geld uitgegeven voor iets ondeugdelijks, waar deelnemers nooit tevreden mee kunnen zijn. Hoe is dit mogelijk na alle adviezen die Koolmees kreeg. Minister Koolmees had vooral zijn oor te luisteren moeten leggen bij deelnemers. Dat heeft hij niet/amper gedaan. Hij is zeer eigenwijs geweest over de rug van deelnemers. Koolmees krijgt een dikke onvoldoende. Opstappen.
Er is geen rekenrente om de waarde van de verplichtingen te bepalen in het nieuwe stelsel. Het gaat meer om kasstromen, zodat iemand die een pensioenuitkering krijgt, onmiddellijk uit de opbrengsten van vooral de beleggingen de uitkering krijgt uitbetaald.
Voor jongeren is een individuele DC-regeling ten opzichte van het nieuwe stelsel beter omdat in dit nieuwe stelsel “hun” rendement kan worden toegewezen aan de ouderen om zo korten bij ouderen te voorkomen. Dit is niet aan de orde bij individuele DC-regelingen, dus waarom zou je als jongere overstappen, gegeven de vraag of er voor de jongeren van nu te zijner tijd, als zij met pensioen gaan, weer genoeg jongeren zijn om het rendement van af te nemen? Voor ouderen geldt dat de pensioenuitkering onzekerder wordt en het risico van korten is ook aanwezig in het nieuwe stelsel. Denk aan negatieve solidariteitsbuffer. Waarom zou je als oudere overstappen?
Op hoofdlijnen zijn de onderhandelaars het eens over het nieuwe pensioenstelsel. Pensioenfondsen gaan uitkeringen zoals “u krijgt 70% van uw gemiddeld verdiend loon” niet meer garanderen. Dat konden ze in het verleden[7] al niet, maar in het nieuwe stelsel zit geen enkele garantie meer. De verplichte buffers van de fondsen verdwijnen[8] en werknemers krijgen in ruil voor de vaste pensioenpremie een stukje toekomstige uitkering, een pensioenaanspraak. Het pensioen wordt dus nog veel flexibeler dan het al was. Dat betekent dat deelnemers vandaag riant naar Australië op vakantie kunnen, maar morgen u op een houtje moeten bijten.
Dat is precies níet wat een pensionado van zijn pensioen wil en niet verwacht8. Een deelnemer betaalt uitkeringen om op de pensioendatum zekerheid te hebben qua pensioenuitkering. Die zekerheid komt dus te vervallen. Wat is het nut van een pensioenfonds als die zekerheid vervalt[9]? Is het dan niet beter voor werknemers om dan zélf via een vermogensbeheerder te beleggen? En dan eigen geld op te bouwen en daar zélf over te kunnen beschikken. Met het laten vervallen van de uitkeringszekerheid vervalt een belangrijke, zo niet dé belangrijkste functie van het pensioenfonds.
In het nieuwe stelsel komt een einde aan de vermaledijde rekenrente die door mede door dictatoriaal ECB naar een onrealistisch en kunstmatig niveau van rond 0% is gedreven. Iedereen begrijpt dat een rente van 0% ridicuul is. Als men geld bij een bank in bewaring geeft, die er dan mooie dingen mee gaat doen, dan behoort de spaarder daar een reële vergoeding voor te krijgen. Dit is al vele jaren niet het geval. Leef er maar mee, maar onrechtvaardig is dit wel …
Al een kleine jaren pleit ik ervoor om die belachelijk lage rekenrente los te laten omdat dit ertoe leidt dat onvoldoende wordt uitgekeerd, er wordt niet geïndexeerd ondanks riante beleggingsresultaten er wordt gekort. Beleggingsrendementen spelen door die absurd lage rekenrente amper een rol bij het uitkeringsbeleid van het fonds. De huidige rekenrente op marktbasis gaat ervan uit dat er in het fonds op ieder moment voldoende in kas moet zijn. Men gaat uit van de liquidatiebasis van het fonds tegen een ultiem lage rente waardoor de verplichtingen naar extreme hoogte worden opgezweept. Deelnemers zijn al vele jaren de dupe van deze malheur. Geen wonder dat ze niet ‘blij’ zijn. Eigen schuld van beleidsmakers die niet luisteren.
Vakbeweging is blij met een nieuw stelsel, want er wordt ‘optisch’ niet meer gekort. Dat is ‘optisch’, want korten krijgt nu een andere naam: bij lagere beleggingsrendementen krijgen deelnemers gewoon minder, “het is uw risico, niet meer het onze, daaaag!”. Werkgevers zijn blij, want zij hoeven niet meer bij te plempen met een hogere uitkering als de nood aan de man komt. “Geweldig heer Koolmees! Dat we daar niet eerder zijn gekomen, wat dom!” Nee toch niet.
Waarom loopt Koolmees’ pensioenhervorming niet goed af? Om tenminste drie redenen. De eerste reden is dat in deze opzet de jongeren en middengroepen de dupe worden. Als de ouderen vanuit het nieuwe en plotseling ruimere stelsel de pot rechtmatig ‘plunderen’ (goede beleggingsrendementen) en er blijft weinig voor jongeren en middenklassers over als zij aan de beurt zijn (bij lagere beurskoersen), dan is ‘t “jammer, maar helaas voor jongeren en middenklassers”. De generationele solidariteit wordt om zeep geholpen[10], zonder dat werknemers een echt eigen pensioenpot er voor terugkrijgen. Dat kun je niet gratis doen. Deelnemers: “geen solidariteit tussen de generaties meer? Okay maar daar wil ik wel een eigen pensioenpot ervoor in de plaats!” Koolmees: “helaas, dat ga ik u niet geven, u blijft binnen de collectiviteit en u krijgt géén eigendom van het geld dat u gestort heeft.[11]”
Reden nummer twee waarom dit plan van Koolmees niet gaat lukken: hoe gaat u jongeren en middenklassers te compenseren voor het financieel achteruitgaan via de zogenaamde ‘doorsneepremie’? De doorsneepremie zou regelen dat jonge werknemers evenveel pensioen opbouwen voor elke euro premie als oudere werknemers. Die premie dient lager te zijn want de euro van een jongere rendeert langer dat die euro van de ouderen. Dit is de perverse ondersteuning/solidariteit van jongeren aan ouderen. Als nieuwe regels ingaan moeten jongeren gecompenseerd worden voor wat ze hierdoor te kort komen aan subsidie. Dit issue is al van meet af aan een heet hangijzer en is nooit goed opgelost? Nu wel? Ik betwijfel het. De gedachte is dat jongeren de eventuele achterstand weer goedmaken met de te verdienen beleggingsrendementen in de toekomst. In feite staan zij bloot aan meer risico, dat niet wordt vergoed.
Jongeren wordt nu aangeraden om vooral de beurs en het fonds goed in de smiezen te houden om tijdig bij te sparen. Men voelt de bui al hangen blijkbaar. Maar wat een absurd voorstel. Jongeren zijn blij dat ze een redelijke baan kunnen vinden en geld weg kunnen zetten voor “huisje, boompje, beestje” plus vrouw en kinderen. Studerenden zijn blij als ze geld kunnen wegzetten voor het aflossen van hun studieschuld. Loopbaan vergt alle aandacht. Enige compassie met hen is gewenst als ze niet iedere dag naar de beurskoersen kijken in verband met de “ver van m’n bed show: mijn pensioen”. Ze hebben nu wel even wat anders aan ons hoofd, binnen een samenleving die momenteel alle kanten op gaat behalve de goede, zo lijkt het…
Reden nummer drie is dat de overgang van het oude stelsel met garanties naar het nieuwe stelsel vol met juridische voetangels en klemmen zit. De ouderen hebben hun rechten zwart op wit staan en zullen niet toestaan dat ze opeens daarvan afstand moeten doen. Als je met pensioen gaat wil men een mate van zekerheid hebben wat men mag verwachten aan euro’s om met vertrouwen een paar dagen naar Mallorca te kunnen gaan. Het ‘invaren’ van het oude stelsel naar het nieuwe stelsel is een walhalla voor juristen om daarbij te ondersteunen, kassa! Maar het is een hel voor beleidsmakers die vele rechtszaken in het verschiet zien aankomen. Daar wordt van juridische zijde al zo lang voor gewaarschuwd, maar nee, niet luisteren! Waarom ook?
De hoofdlijnen van de pensioenhervorming zijn inmiddels wel duidelijk, maar “in der Detail zeigt sich der Meister”! En die details zijn megagroot. Om die reden zeg ik ”heer Koolmees, het is buitengewoon onverstandig waar u heen wilt. Dit loopt niet goed af. Het kan veel gemakkelijker. Verhoog de rekenrente naar 4%. Dat is de lange termijn rente, van mijn part wat lager als u daar zoveel moeite mee hebt. Pensioenfondsen zijn lange termijn beleggers, daar hoort dus een bijpassende lange rente bij, niet een marktrente op liquidatiebasis van het fonds, maar een vaste rente. Als u doorgaat met dit voorstel komen we in de grootst mogelijke problemen. Het Nederlandse pensioenstelsel geldt nog als het beste stelsel ter wereld. Ik voorspel dat we met uw voorstel een enorme duikeling gaan maken op de Moody’s ranglijst. Doe het niet! Keer om!”
- Overstromingen Zuid-Engeland, Theems, Bridgewater, te veel nadruk op kans, te weinig op impact
- Er zijn vele soorten risico’s. De bekende auteur Nassim Taleb heeft het vooral over de impact van gebeurtenissen die totaal onvoorzienbaar zijn, de Zwarte Zwanen.
- Jean Frijns in Het Financieele Dagblad van 4 november 2013
- Theo Kocken “Endogene instabiliteit, je moet er niet aan denken!”, ter aanvaarding van zijn hoogleraarambt Risicomanagement 15 maart 2012
- Voor een beknopt overzicht van het financieel toetsingskader verwijs ik naar “ABC van het toetsingskader”, februari 2014, Agnes Joseph, Syntrus Achmea
- Vanuit die hoek kreeg ik opvallend heftige bezwaren over het toezicht, zelfs zodanig dat een quote hier niet mogelijk is.
- Pensioenfondsen moeten juist hun pensioenuitkeringen garanderen, zonder indexatie. De indexatie is flexibel. Korten, voor zover juridisch mogelijk, is ultimum remedium en de vraag is of dit kan op grond van Europees Grondrechtenhandvest
- overwogen wordt een verplichte collectiviteitsbuffer. Er zou een bandbreedte komen waarbinnen een pensioenuitkering kan fluctueren, te financieren via de collectiviteitsbuffer.
- De sociale taak van het pensioenfonds: zorgen dat er geen grote groepen armlastigen komen aangezien het verplicht is om pensioen op te bouwen
- Hiervoor zou opnieuw de collectiviteitsbuffer gaan gelden.
- Conform het uitgangspunt in het Regeerakkoord 2017 waaraan minister Koolmees is gebonden
Frits Bosch is macro-econoom en socioloog, auteur van “Risico als obsessie”(FT Prentice Hall, 2010), “Dat is het risico!” (DutchInvestor, 2012), “In Holland staat een huis, onbehagen bij de elite” en “Schaft ook Holland zich af?” “Wereld op een keerpunt” ““Feminisme op de werkvloer.
Eerdere artikelen en interviews over de veranderingen in pensioenen vindt u hier.
Helder! Die fluitende Koolmees is geen fluit waard, dit is duidelijk. Dank voor het artikel.
Dat het Nederlandse pensioensysteem nog steeds in de top drie staat is een Nederlandse mythe, immers wij roepen dat we kijken niet over de grens en doen nog steeds alsof wij een pensioen hebben dat ons een goed pensioen gefet, echter dat is verre van de waarheid, immers, waar men ooit 100% laatst verdiende loon kreeg (die mensen hebben nooit voldoende gespaard om dat te ontvangen), gingen we al rap naar 70% laatst verdiende loon, om nu nog maar 70% gemiddeld verdiend loon te ontvangen, wat inhoud dat men zeker 50% op inkomen achteruit gaat. Dit terwijl ook de AOW over de jaren steeds verder werd uitgekleed, van volle AOW wanneer de oudste 65 werd naar AOW voor beide partner, waarbij de AOW werd ontvangen op het 65ste jaar met een aanvulling wanneer de jongste partner zonder werk nog geen 65 was, tot gesplitste AOW waarbij die aanvulling is vervallen en de partner pas het pensioen ontvangt op 65ste levensjaar, en ook die datum word opgeschoven. Dus er is aan alle kanten flink gesneden in de uitgaven van het pensioen fonds waar men in verhouding extreem duur spaart, vervolgens worden pensioenfondsen nu gedwongen meer EU staatsobligaties in de portemonee op te nemen, wat ook leuk is met al die negatieve of extreem lage rentes, een belastingheffing voor de financieel wanbeleid voerende EU-landen via de pensioenpremie.
Zijn dat de enige negatieve zaken van het Nederlandse pensioenfonds dat zoegnaamd in de topdrie van de wereld staat nee, het stopt daar niet. Ook geintjes als voergpensioen en VUT werden via de pensioenfondsen opgehoest, regelingen die snel werden ingevoerd, snel werden afgeschaft en waar de gelukkigen die er gebruik van konden maken maar een fractie zelf van hadden gespaard, de jongere generaties (de meeste lezen hun pensioenoverzicht niet eens, of hun loonstrook waar de premies worden ingehouden) hebben jarenlang niet enkel mee betaald aan de regelingen, ze hebben er zelfs jarenlang aan afgedragen NADAT die regelingen al lang waren afgeschaft, waardoor wat zij dachten in te leggen aan pensioenopbouw ging naar het afbetalen van de tekorten op de vroegpensioen en VUT regelingen.
Feit is dat pensioenfondsen altijd ruimschoots voldoende rendement hebben gemaakt om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs nu is de mogelijkheid er om de pensioenpot volledig uit te keren aan de deelnemers waarmee zij met de uitkering een privaat pensioen kunnen regelen dat vele malen royaler is dan wat zij uit de potten ontvangt.
Het word tijd dat wij naar Chili gaan kijken en het pensioenfonds dat zij hebben en de invoering 1 op 1 door gaan voeren. Niet alleen zal iedereen veel meer pensioen overhouden, maar het trekt ook de overheid volledig uit het beleid, de overheid bepaald niet meer wanneer je met pensioen mag, de overheid bepaald de hoogte niet meer van je pensioen, de overheid bepaald enkel de minimale maandelijkse inleg in percentage van het brutoinkomen. INdien de overheid wil, belast zij de inleg nu en is de uitkering straks volledig vrij van belastingen, of zij belast nu niet en belast pas op de uitkering, persoonlijk zou ik voor het eerste gaan. Het geld in een chgileens pensioen owrd ALTIJD uitgekeerd niet aan de spaarder dan aan de nabestaanden. Overstappen van verzekeraar is kosteloos, dus er treden nooit geen gaten op in de pensioenopbouw, wil je meer sparen dan de minimale inleg dan mag dat. Deze pensioenfondsen haalden zelfs ten tijde van de financiele crisies een rendement van maar liefst zeven procent. De opbouw is niet gegarandeerd, de opgebouwde waarde in tegenstelling tot het Nederlandse pensioenfonds waar je nog maar 70% gemiddeldloon gaat ontvangen is dat niet er is zelfs geen enkel recht aan te ontlenen. De private pensioenen in Chili hebben gewoon de garantie op hun tot dan toe opgebouwde waarde, de verzekeraars spelen hier op in en hebben zelf de benodigde buffers opgeboud tijdens de opbouw van de pensioenen. Ook in Chili worden riantere pensioenen opgebouwd per werknemer en de inleg is in verhouding aanzienlijk minder dan in Nederland.
WEchter in Nederland kijken we niet over de grens en blijven we het onzin mantra van topdrie herhalen, die top drie was nog waar toen we 70% laatst verdiende loon opbouwden, het jaar dat dit werd afgeschaft donderde ook het Nederlandse pensioenfonds uit de top vijf en kunnen we onszelf afvragen of we uberhaupt nog wel in de top tien staan.
Zodra de één of andere minister, in dit geval Koolmees twiet twiet, zich tevreden en/of blij toont met een behaalde uitkomst/overeenkomst, dan is er wat aan de hand, zekr niet ten voordele van de bevolking !!
Politici ? Volkomen onbetrouwbaar en zéker in Nederland.
De pensioenen zijn nu direkt overgeleverd aan rendementen : en die staan, dankzij “EU”-beleid, op 0 of negatief.
In de tekst, staat een clausule dat “EU”-instanties zeggenschap hebben over ons pensioen-fonds.
Het pensioen is, zeer binnenkort, verdwenen.
Hoe breek je een land af ? Zo, dus.
Armoede verspreidt armoede.
Ik heb nog nooit van mijn leven zo’n ACHTERLIJKE ONZIN over pensioen gelezen. Geen enkele beurskrach na de 2e WO heeft ook maar enig noemenswaardig effect gehad op het pensioenvermogen. Je ziet bijna geen effect in de grafieken. 1997 niet, IT crisis niet, kredietcrisis niet. Hooguit 8% tot 15% omlaag, 2 jaar stilstand en daarna schiet het vermogen weer omhoog. Elke 10 jaar een verdubbeling van het vermogen, ondanks 30% verplichte belegging in waardeloze obligaties.
Ontwikkeling pensioenvermogen:
1980 100 miljard euro
1990 200 miljard euro
2000 400 miljard euro
2010 800 miljard euro
2020 1600 miljard euro
NIKS AAN DE HAND EN IN
2030 3200 miljard euro
Wat denk je dan van de levensloop die ooit in het leven is geroepen om eerder te stoppen voor je 65 pensioen leeftijd.
Alleen de pensioengerechtigde leeftijd is op getrokken naar meer dan 65 jaar.
Alleen stopt de levensloop bij het bereiken van 65 jaar met als resultaat 52 belasting betalen omdat je geen gebruik kunnen maken van deze regeling