Oost west, thuis best
Het getuigt nooit van goede smaak om je blij en vrolijk te voelen over andermans kleine leed. Het verhaal dat Elsevier vanmorgen publiceerde over asielmigranten, die weer vertrekken omdat het hen niet snel genoeg gaat hier, met de vleespotten die ze meenden dat hen toekomen, is dan toch van een andere orde.
Het kleine leed waar ik hier op doel is de constatering dat deze mensen beginnen te beseffen dat hen wellicht ooit, ergens, het paradijs wacht, maar dat dat hen op aarde niet geworden zal zonder er een inspanning voor te leveren. Althans, wat de westerse wereld betreft. Want hoe goed, lijdzaam en meewerkend we ook zijn, als de eerste nood voorbij is moeten de regels van de bureaucratie verder gevolgd worden. En dat beviel klaarblijkelijk onvoldoende.
Er verdwijnen weer veel migranten terug naar vanwaar ze kwamen. Dat is pijnlijk voor de goedbedoelende hulpverleners in onze maatschappij, want die gaan er als altijd van uit dat deze mensen iets vreselijks zijn ontvlucht. Overigens klopt dat, de maatschappij van waar ze kwamen is er een die wij ons nauwelijks kunnen voorstellen, behalve als je slecht slaapt. Omgekeerd echter geldt hetzelfde – iets dat wij ons óók weer niet altijd kunnen voorstellen. Maar wat je bekend is, is uit de aard der zaak altijd te prefereren boven het onbegrijpelijke onbekende – TENZIJ je er vetgemest wordt en kunt doen en laten wat je wilt. Dat gaat steeds minder makkelijk op, en dat bevalt hen dus niet.
Het zou geen opzettelijk beleid zijn, maar doordat de wachttijd voor gezinshereniging is verlengd, wordt de asielstroom verder ingeperkt. Een recordaantal migranten vertrok bovendien weer uit Nederland.
Neuh, want zo zitten wij hier nu eenmaal niet in elkaar. Waar het me ontzettend aan doet denken is de tijd dat ik portier was van een studentennachtcafé. Op een zeker vast tijdstip stopten we altijd, ging de muziek uit en het licht aan. Vervolgens moesten wij als portiers de bezoekers zien weg te krijgen. Dat deden we vriendelijk en met veel gezeur vertrok de clientèle uiteindelijk altijd wel weer.
Kon dat handiger? Nou en of! Methode 1 was luid en duidelijk (even de muziek uit laten zetten) aankondigen dat we een uurtje langer door gingen. Dat was voldoende om iedereen binnen een kwartier de tent uit te hebben. Methode 2 was iets dergelijks: we zetten de muziek uit, het licht aan, en gingen schoonmaken. Reuze ongezellig, maar dat was de truc – veel van onze cliënten vonden het geduw en getrek om hen weg te krijgen minstens zo vermakelijk als wat langer rondhangen. Als hen dat plezier ontzegd werd vertrokken ze schielijk.
Wat ik maar zeggen wil: de verwachtingen van de ene partij zijn niet altijd die van de andere, en veel migranten willen hier in de watten worden gelegd van eeuwigheid tot amen. Dat is hen via social media door diverse voortrekkers vaak letterlijk beloofd, en als dat tegenvalt gaan ze terug, Gewoon: terug. Want er op wachten tot hen het paradijs gewordt kunnen ze ook in de omgeving van waar zij vertrokken. Het is er mogelijk niet al te aangenaam, maar het is een hen bekende omgeving: oost, west, thuis best.
Het beloofde land uit de folder van de asielindustrie blijkt ook maar een met knoflookperiferie schulden opgezadelde hard werkende mierenhoop te zijn, daar ga je toch niet aan mee werken? We bidden niet voor brune bonen met spek,mag al helemaal niet van allah.