DE WERELD NU

Van ongehoorzame en onbetekenende landen, van ongekwalificeerde kiezers en beschamende bullen

Overal boemerangt het

Enige gedachten bij de uitslag van het referendum; bij de reacties daarop meer in het bijzonder. Ik sta nogal kritisch tegenover het EU-circus en meer in het bijzonder tegenover het EU-parlement (Ik geef de voorkeur aan de titel inspraakorgaan, vandaar de aanhalingstekens).

Wie gehoorzaamt wie?
Het overgrote deel van de Nederlandse politici – zowel in Den Haag als Brussel – en van lieden werkzaam bij de media, denkt over de verhouding tussen EU en lidstaten in termen van gehoorzaamheid. Nou ja, “in termen van”: dat woord zèlf vermijden ze dan nog wel. Dat levert dan bijvoorbeeld juweeltjes op als onderstaande, afkomstig uit het (landelijk) VVD-verkiezingsprogramma:

De VVD ziet niets in euro-obligaties, omdat dit de belangrijkste prikkel wegneemt bij probleemlanden om hun begroting op orde te brengen en te houden.

Of dan krijg je: volgens Rusman van NRC-Next wimpelde Rutte een voorstel van de grote staatsman Roemer om de ECB staatsobligaties van zwakke eurolanden te laten opkopen, af met een simpel:

… dan loopt de inflatie op en dan gaan ze daar in Rome achteroverleunen in hun bureaustoelen

Over populisme gesproken! Nou ja, als staatsman verwijst hij tenminste naar de achterlijke Italianen netjes met ‘ze daar’ in plaats van ‘hullie’.
In de manier van tegenspreken van Roemer zit diezelfde suggestie als in de aangehaalde alinea uit het VVD-programma: de kern van de euro-problematiek wordt gevormd door verkeerde beslissingen van regeringen van andere lidstaten op dit moment. Die gehoorzamen niet. Andere landen moeten eventueel uit de euro gezet worden. (Hier meer over de VVD en de EU.)

Nederland wordt niet lelijk aangekeken op deze bizarre benaderingswijze: iedereen weet dat Nederland de Gekke Henkie is van de EU: ons land levert per inwoner de hoogste afdracht en levert haar nuttigste idioten voor in de Commissie en andere belangrijke posten in Brussel. Qua realpolitiek moeten we het hier doen met eenogigen.

Rekenkunst
Je vraagt je af welke uitkomst ‘Brussel’ verwachtte van ons referendum.
Jean-Claude @JunckerEU achtte het vooraf in ieder geval noodzakelijk om angst aan te jagen: er zou een ‘continentale crisis’ uitbreken, wanneer de uitslag NEE zou zijn. Na de uitslag heeft dat ‘angst aanjagen’ natuurlijk geen zin meer. Kiezen voor angst aanjagen betekent echter ook: de inzet verhogen. Na 6 april is de insteek van de President van Europa dan ook een heel andere: vol inzetten op het negeren van ons advies. Het EU-inspraakorgaan vindt hij daarbij aan zijn zijde: het voorstel om in dat orgaan überhaupt een bespreking te wijden aan de betekenis van ons NEE, is verworpen.Carl-Bildt-rekenwonder

De reactie van voormalige premier en minister van buitenlandse zaken van Zweden, Bildt (zie de afbeelding: een tweet van zijn hand en enkele reacties daarop), is behalve tenenkrommend ook grappig. Tenenkrommend vanwege zijn ‘rekenfoutje’. Dat is hem nog te vergeven: hoewel de beste leerlingen de onderliggende wiskunde in de hoogste groep van de basisschool al beheersen, maken ook Havo-3 leerlingen daar nog wel fouten mee. Maar wat zouden in hemelsnaam nu toch “democratische parlementen” zijn? Welke parlementen in de EU zijn ondemocratisch?

Ronduit grappig is dat zijn tweet een soort beschadigde boemerang is: de arrogantie van de Nederlandse politieke elite wordt door Bildt als het ware afgestraft nadat en omdat de Nederlandse kiezers de politieke elite van Brussel èn Den Haag op de vingers hebben getikt.

‘Interessante’ man wel, die Carl Bildt. Hij heeft al langer meningen over Oekraïne en nauwe banden met het regime in Kiev.

In a public message on Twitter, Bildt compared Viktor Yanukovych to Vidkun Quisling, writing that he was “sitting on foreign soil begging a foreign army to give his country to him”.

Daarop volgde een golf van kritiek. Torsten Kälvemark van dagblad Aftonbladet haalde vernietigend uit:

Our Foreign Minister is ignorant, because it was actually Norway’s legal head of state, Haakon VII, that during the war sat on foreign soil and hoped that he would, with help from the British, get back his country.

Er is iets wonderlijks, misschien wel unieks, aan de Wikipedia-pagina over deze meneer. Nog niet eerder kwam ik een pagina tegen over een persoon waarbij twee-derde deel van de tekst stond onder het kopje Controversies and criticisms. Bildt zelf staat, met andere woorden, al met één been op de mestvaalt van de geschiedenis, maar hij is in andere opzichten helaas geen buitenbeentje in de EUropese-politiek.

Foute mensen
Kort voor 6 april werd het geluid van het ja-kamp – afgezien van het populistisch bespelen van het zielige-Oekraïners-sentiment – overheerst door aanvallen op (het foute karakter van) de initiatiefnemers. 10.000 initiatiefnemers hebben 437.000 mensen overgehaald om het initiatief te ondersteunen. Die mensen deugen geen van allen? En zelfs àls het oorspronkelijke idee gekomen was van een fascistische, communistische of mohammedaanse Oekraïner: we stemden over een tekst, niet over de initiatiefnemers. De initiatiefnemers verwerven er hooguit aanzien mee; geen pluche, zelfs geen lintje.

Aansluitend bij dat verhaal over foute mensen was er het verwijt dat we alleen een signaal wilden afgeven.
Eh ja, duh: dat is zo’n beetje het verschil tussen een besluitvormend en een raadgevend referendum. Weliswaar verplicht de referendumwet de regering om iets te doen met de uitslag, maar dat kan allerlei vormen aannemen. Rutte reageerde op de uitslag niet zo hysterisch als veel anderen uit het jakamp, maar het belangrijkste onderdeel van zijn ‘aanpak’ lijkt nu toch: vertragen.

In de referendumwet zijn drempels ingebouwd. Daar valt veel voor te zeggen: daarmee wordt voorkomen dat een klein, maar goed georganiseerd groepje de politieke besluitvorming volledig kan lam leggen. Dat impliceert echter onontkoombaar dat wanneer deze drempels, deze drie zeer hoge drempels, wèl genomen worden, het duidelijk is dat er sprake is van een serieuze, niet te negeren uitspraak van de bevolking. Het lijkt er sterk op – ik druk me weer eens eufemistisch uit – dat veel spraakmakende types uit het verliezende kamp er op rekenden dat de drempels onhaalbaar waren.

Het is ook volslagen waanzin dat bij een opkomst van 31% de uitslag wel en bij een opkomst van 29% deze niet ‘geldig’ zou zijn. Die derde drempel vormt een weerspiegeling van de angst bij de politieke elite – en wie zich daarmee verbonden weet of hoopt – om de eigen politiek serieus te moeten verdedigen tegenover een kritischer wordende bevolking. Nog een boemerang dus, dankzij die idiote 3e drempel. ‘Politiek communicatieadviseur’ (sic) Kaj Leers slaagt er zelfs in om voor de ‘bestuurlijke klasse’ een zieligheidskaart te trekken. Hij schrijft:

Aangezien het vrijwel altijd de bestuurlijke klasse is die iets voorstelt middels een wet, bevindt zij zich in de dichotomie van een ‘voor- of tegen’-referendum altijd in het defensief.

Ja, we moeten wel beseffen, dat we te maken hebben met verstandige mensen in een bestuurlijke klasse (!) en domme, onverantwoordelijke mensen in andere klassen van de bevolking.

Met de poten in de ambtenarenklei
Op 8 april hoorde ik een BBC commentator over de uitslag van ons referendum. Hij sprak letterlijk over “work on the ground” terwijl hij het had over EU-ambtenaren die – los van de uitslag van ons referendum – in Oekraïne al lang aan de slag zijn om letters op papieren en in digitale versies van documenten te veranderen. Het herinnert aan deze wijsheid van Lousewies van der Laan, D66-lid van het EU-inspraakorgaan. Het was een ‘aanbeveling’ voor medekandidaat Ivo:

Ivo heb ik de laatste jaren regelmatig aan het werk gezien in de EU, waar hij onze D66 standpunten Europese resoluties hielp worden (…) weet hoe je dingen in Europa voor elkaar moet krijgen …

Iemand die zichzelf ‘diplomatic expert’ en ‘international awards winning journalist’ noemt, jammert op twitter over waar het onverantwoordelijke Nederlandse volk diplomaten (!) mee opzadelt:
Volk-ondankbaar-tegenover-diplomaten

Fout volk
Bildt en zijn geestverwanten in Brussel, Berlijn en Kiev wijzen met name op de onbetekenende omvang van Nederland en de lage opkomst bij ons referendum: de kwantiteit van de NEE-stemmers dus. In Nederland zie je dat ook. Een voormalig voorman van een partij die ooit het referendum als een van haar ‘kroonjuwelen’ presenteerde (Terlouw), zei na 6 april letterlijk: “Ik ben ervoor dat referenda moeilijk worden gemaakt”.
In eigen land wordt daarnaast door allerlei types dus de kwaliteit van de NEE-stemmers in twijfel getrokken.
Het hier afgebeelde tabelletje vind ik in dit verband heel interessant.refererendum-6-april-uitslag
Twee dingen vallen onmiddellijk op: aanzienlijk meer vrouwen dan mannen stemden NEE. Voor wat betreft opleiding stemden niet de laagstopgeleiden maar de middelhoogopgeleiden het vaakst NEE.
Voor een ander interessant gegeven – in mijn ogen het meest interessante – moet je wat langer kijken en een beetje rekenen. Wanneer van de laagopgeleiden 68% NEE stemt en de middelhoogopgeleiden 73% dan kan een percentage van 47 bij de hoogopgeleiden voor NEE alleen tot een totaalresultaat van 61,1% NEE leiden indien er een erg grote groep van die kiezers tot die laatste categorie gerekend wordt! Dat kan twee dingen betekenen: mensen worden nogal snel hoogopgeleid genoemd of de hoogopgeleiden kwamen juist relatief veel naar de stembus!
Overigens heb ik naar aanleiding van de uitslag nog geen suggestie gehoord of gelezen over afschaffing van het vrouwenkiesrecht. Zelfs niet uit GroenLinks kringen.

Eilanden van wat?
De persoon achter de afbeelding boven dit stuk is een Vlaams parlementslid voor CD&V. “Groene eilanden”. Zou hij het groen bedoelen van ‘het milieu’, Nederlandse christendemocraten of islam? Daar hij voor de zee eromheen de term “onwetendheid” gebruikt zal ‘zijn’ groen wel staan voor “wetendheid”. Hannibal wees er al op dat op die eilanden ook iets anders kan spelen:

In al de gemeenten waar men voorstander was van zowel de Europese grondwet als het Associatieverdrag gisteren is een herkenbaar groot aandeel van de bevolking persoonlijk gebaat bij de EU. (…) Een ander sterk JA-element: grote studentenpopulaties. Ook hier ziet U de gedachte dat je van je carrière wel eens van de EU afhankelijk zult kunnen zijn aanwezig. Logisch en terecht.

Wat mij betreft ontbreekt er aan dat tweede deel van het citaat nog iets: het politieke klimaat aan de universiteiten en hogescholen. Er is sprake van een overdosis aan (extreem)linkse propaganda en een groot tekort aan affiniteit met serieuze wetenschapsbeoefening.

Liever geen associatie
Ze hebben met elkaar te maken maar het tweede aspect interesseert me meer en al langer. (Ik schreef er de laatste jaren tamelijk uitgebreid over. Enkele eerdere stukken van mij, hier op VerenOfLood, getuigen daar ook van).
Al een jaar of dertig schaam ik me er een beetje voor dat ik mijn enige doctoraal in de sociale wetenschappen haalde. De laatste tijd wil ik helemaal niet meer geassocieerd worden met dat wereldje. Het plaatje van meneer Poschet heeft me over de streep getrokken: ik ga toch maar eens uitzoeken hoe ik me zelf kan laten schrappen uit de betreffende database van de Utrechtse Universiteit.

Alleen verscheuren van mijn bul is me een beetje te mager.