Onderwijs – leraren groeien niet aan een boom
Er komt voorlopig geen verplicht lerarenregister. Een vrijwillige variant bestaat al, maar in hoeverre (procentueel) leraren daar in staan ingeschreven is niet bekend. Het probleem van de scholen en het onderwijs lost het niet op, integendeel.
Vreemd is dat uitstel niet – met een nijpend lerarentekort is het tamelijk zinloos te proberen de beroepsgroep af te sluiten voor eventuele charlatans. Voor scholen is de verplichting hun leerlingen altijd onderwijs te bieden – ook in geval van afwezigheid – een acuter probleem dan wat zo’n werknemer de leerlingen onderwijst.
De overweging hierboven betreft een klassiek voorbeeld voor de verkeerde regels in een situatie die zich daarvoor niet leent. Een lerarenregister, hoe logisch en gewenst ook, heeft altijd een beperkende werking: niet iedereen mag zo maar les geven. Door scholen te verplichten ten koste van alles beschikbaar te zijn voor leerlingen, verlaag je automatisch de drempels en verleg je de prioriteiten. Dat zou zo niet moeten zijn, maar het is nu eenmaal zo.
Dat de overheid nu afziet van het instellen van een lerarenregister is in feite een tweede erkenning van het probleem zoals het er ligt. Eerder al werd er geroepen dat de verhoging van de instroomeisen van de Pabo’s niet werkte. Dat deze zaken met elkaar te maken hebben kan eenvoudig niet missen.
Werken in het onderwijs is dan ook totaal niet aantrekkelijk meet voor mensen die iets kunnen, en niet gehouden zijn zo maar elk baantje te accepteren. Ik ken voldoende mensen die vrijwillig onderwijs zijn gaan geven, maar het is niet vreemd dat ze dat alleen doen aan scholen die naar hun zin zijn. Waar redelijk intelligente kinderen enig tegenspel geven, waar de leerlingen interessant en een uitdaging zijn om hen te onderwijzen, en waar gedonder met eisende ouders niet bestaat. Dat soort scholen wordt zeldzaam, en de roeping te gaan doceren blijkt navenant te verminderen. Verrassend is anders. Maar op het ministerie van onderwijs wordt dit niet begrepen.
Daar komt nog iets bij: de opleiding en het recht om les te geven zijn tamelijk onhandig geregeld. Met twee voltooide academische opleidingen (geschiedenis & bedrijfskunde) zou ik zelf in vijf of zes VWO-eindexamenvakken les mogen geven, mits ik ooit een papiertje lesbevoegdheid had gehaald. En laat ik daar aan toevoegen dat lesgeven op de onderbouw in het volledige exacte pakket me ook weinig moeite zou kosten (jaartje Scheikunde gestudeerd, VWO-eindexamen gedaan in het volledige exacte pakket). Maar formeel mag ik niet, want die lesbevoegdheid, hè?
Het zou fijn zijn als de overheid eens over het totaal van het onderwijs zou willen nadenken. Het wegwerken van competente mensen die formeel geen lesbevoegdheid hebben is niet inderdaad zinvol, maar hoe het beter kan wordt niet overdacht. De moeite die in voorbije jaren is gestoken in een lawine van onderwijshervormingen blijkt opnieuw veel verspilde energie zijn geweest, en dan laat ik de desastreuze gevolgen vanwege de verkeerde uitgangspunten nog buiten beschouwing.
Hoe het nu met de bevoegdheid zit weet ik niet. Bij een MO-akte bijvoorbeeld wiskunde kocht je twee boeken didactiek van Wansink en bestudeerde twee wiskunde methodes bijvoorbeeld “De Schotse methode” en transformatiemeetkunde van Troelstra.
Dan deed je mondeling staatsexamen wat niks voorstelde. Als die examinatoren wisten dat je die methodes ook daadwerkelijk “bestudeerd” had, dan was je er. Praktijklessen waren niet eens nodig.
Gedonder met eisende ouders, daar noem je wat. In Duitsland heb je al advocaten die zich hebben gespecialiseerd in het aanvechten van proefwerkcijfers. Het gevolg laat zich raden. Er worden steeds hogere cijfers toegekend, om maar van dat gedonder af te zijn.
De oplossing is al lang bekend en heet “doe het zelf onderwijs”.
Zet domme en slimme, luie en ijverige leerlingen bij elkaar. Zet ze achter een computer en alles komt goed. Onderwijskundigen hebben via onderzoeken aangetoond dat de leerlingen dan van elkaar leren en dat zowel de domme als de slimme leerlingen er beter van worden.
Leraren zijn nergens meer voor nodig. Oppassers zijn genoeg.