Nieuwsuur laat zich – en ons – blijmoedig voorliegen
Gisteravond kregen we van Nieuwsuur een verhaal voorgeschoteld van een oud-topambtenaar, die de kijkers uitlegde hoe de ambtelijke top van een ministerie diende te functioneren – als het goed was.
Op een bepaald moment werd deze ambtenaar aan het woord gelaten om omstandig te vertellen dat een politieke benoeming van een secretaris-generaal natuurlijk uit den boze was. Zo iets deed je niet als minister. Suggestie: die VVD was als een stelletje nouveau-riches aan de macht direct begonnen overal hun eigen mensen neer te zetten – ongeacht de geschiktheid van die personen.
Heel heilig. Het had waar kunnen zijn, want we hebben als land immers ook altijd uit willen stralen dat het waar is.
Maar het is niet goed, want het is niet waar.
Waar het in Nederland altijd ook om gaat, is de kleur van de partijkaart van een nieuwe secretaris-generaal, directeur-generaal (tweede echelon) of een ordinaire nieuwe directeur (3e echelon). Om die reden is een topambtenaar die niet in het bezit is van een partijkaart zeldzamer dan de spreekwoordelijke witte raaf. Ik heb er wel eens eentje ontmoet die van oorsprong afkomstig was uit DS70 (35 jaar geleden opgeheven partij), en die partijtrouw nooit had ingeruild voor een meer gangbare voorkeur. Iedereen die ik er over sprak verbaasde zich daar enorm over, en concludeerde daaruit dat hij financieel-technisch wel een heel sterke kandidaat moest zijn geweest. Zonder die juiste kleur partijkaart. Maar verder dan directeursniveau was hij dan ook niet gekomen, en zijn verdere carrière werd daardoor afhankelijk van regelrechte patronage.
Soms is competentie wel degelijk een argument van betekenis bij een sollicitatie naar het topambtenaarschap. Maar niet erg vaak. In de praktijk is dat op zijn best van ondergeschikt belang, óók op posities waarvan je dat niet direct verwachten zou.
Wat Nieuwsuur ons gisteravond voorschotelde was daarom agitprop van de ergste soort. Propaganda dat de ambtelijke samenstelling van Nederland in ieder geval nog keurig objectief was, iets dat alleen die malicieuze VVD had proberen te wijzigen. Een enkele politicus van een andere partij nuanceerde dit desgevraagd met een grapje. Dat was een teken aan de wand: men had overduidelijk de angst dat hier naar een citaat werd gevist hetwelk iemands carrière voorgoed vernietigen kon. Iedereen weet natuurlijk wat Nieuwsuur niet toegegeven wil zien.
Want IEDEREEN in Den Haag weet dit. Als bij Nieuwsuur niet tenminste 75% van de redactie dit zonder ogenknipperen zou kunnen bevestigen ben ik het mannetje in de maan. Het is dan ook al enige jaren geleden, maar kranten publiceerden vroeger zonder verblikken of verblozen eenvoudig de politieke kleur van de ambtelijke top van ministeries. Want als gezegd: echt nieuws is dit niet.
Dat laat slechts de conclusie open dat Nieuwsuur U willens en wetens belazert. Dat uw voor objectiviteit betaalde nieuwsbron een eigen agenda heeft is al langer bekend. Dat men het daar plotsklaps heel belangrijk vindt om de partijloosheid van topambtenaren te benadrukken suggereert dat men er als de dood is dat er de komende jaren grote opruiming wordt gehouden onder de grote hoeveelheden topambtenaren van PvdA en CDA-huize – voorheen vanwege de politieke verhoudingen in het land vanzelfsprekend de hofleveranciers van topambtenaren. Nu voor velen van hen de pensioenleeftijd nadert, is het daarom alleszins redelijk dat de VVD er naar verhouding enorm veel meer zal gaan leveren. Met burgemeestersbenoemingen is dat immers al jaren gaande.
Topambtenaren zijn voor elke partij een vorm van machtsuitoefening. Wie zich afvraagt hoe het toch komt, hoe het toch mógelijk is, dat al die ministeries zoveel PvdA-achtig beleid produceren, óók in tijden van een VVD-CDA-PVV regering als Rutte1, is naïef. De berichtgeving achter de berichtgeving is waar het werkelijke verhaal begint. Wie zich door een verhaal als dat van Nieuwsuur in de luren leggen laat, is een dom schaap.
En dat met ramadan.
Vind het dapper hoor, dat je Nieuwsuur blijft volgen. Ik kan het al jaren (letterlijk) niet meer aanzien. Gelukkig zie ik de presentatoren nogal eens in het wild in mijn buurt hier, want dat je onzin verkoopt over de geneugten van het door jezelf gepropageerde beleid wil natuurlijk nog niet zeggen dat je zelf in een verrijkte buurt gaat wonen. Ik bedoel: ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat men zelf de eigen leugens niet voor waarheid slikt.