DE WERELD NU

Nederlands vergeten oorlogen – de Noordse oorlog van 1714-1725

Nederlands vergeten oorlogen, media

Formeel behoort onze betrokkenheid bij de Noordse oorlog van 1714-1725 niet tot Nederlands vergeten oorlogen, omdat Nederland nooit formeel partij werd. Toch zaten we er tot over onze oren in, wat weer interessante gezichtspunten opent.

Net als de eerder in deze serie beschreven Tweede Noordse oorlog (die van 1655-1660) was dit primair een oorlog om wie het voor het zeggen zou hebben in de Oostzee. Het is nauwelijks nog voorstelbaar, maar dit was voor veel Europese mogendheden tot en met circa 1800 een veel belangrijker theater dan de strijd die het opkomende Europa onderling leverde om bezittingen elders in de wereld. Het hemd is nader dan de rok, en het belang van de Oostzee, die lang de graanschuur van Europa toegankelijk maakte wordt traditioneel sterk onderschat. Tot je je eigen bevolking voeden moet en blijkt dat de eigen landbouwproductie onvoldoende is.

De Nederlandse handel op de \Oostzee werd de ‘moedernegotie’ genoemd, in de zin dat daaraan Nederland haar rijkdom ontleende. De strijd tussen (vooral) Rusland en Zweden was daarom van essentieel belang, waarbij Nederland aanvankelijk een sterke voorkeur had voor Russisch succes tegen de als arrogant ervaren Zweden. Deze oorlog was al in 1700 begonnen met het streven van tsaar Peter de Grote om van Rusland een belangrijke maritieme macht te maken. Maar een grote maritieme macht heeft als eerste havens nodig, en de enige Russische haven die veilig lag was Archangelsk – maar die haven was maar een paar maanden per jaar ijsvrij, en lag niet bepaald gunstig ten opzichte van het Russische achterland. De beste optie was het overmeesteren van enige Zweedse havens langs de Oostzeekust (hoewel Peter de Grote ook de Zwarte Zee-haven Azov aan het Otomaanse rijk wist te ontfutselen).

De toentertijd in Zweden regerende koning Karel XII was ongelukkig genoeg voor de Russen een van de grote veldheren van zijn tijd, en hij maakte het de numeriek veel sterkere Russen uitermate lastig. In 1706 begon hij zelfs een opmars naar Moskou, maar onderging uiteindelijk hetzelfde lot als zijn latere navolgers in deze – Napoleon en Hitler.

De Nederlandse betrokkenheid werd steeds ongemakkelijker. Na de dood van stadhouder-koning Willem III (1702) was het belang van de Republiek in Europa teruggelopen. Haar steun was gewenst, maar veel hadden Zweden noch Russen er niet voor over. Wel plunderden beide partijen naar hartelust de handelende Nederlandse schippers die zich in de Oostzee waagden. Onder meer omdat de Nederlanders ook de Russen ruimschoots van betere wapens voorzagen dan zij zelf produceerden – zulks tot groot ongenoegen van de Zweden.

Deze oorlog was uiteindelijk de nekslag voor de Nederlandse invloed in de Oostzee. Zuinigheid en Amsterdamse onwil te investeren betekenden dat Nederland geen partij koos in de oorlog, en maar bleef sappelen en zeuren om compensatie voor verloren koopvaarders. Gevolg was onder andere dat de zegevierende Russen hogere tol hieven op buitenlandse handelaren en het voor Nederlanders minder rendabel werd in de Oostzee te handelen. Wat resteerde was slechte verhoudingen met zowel Rusland als Zweden.

Dat de kost voor de baat uitging was men in 1700 al vergeten. Nederland nam aan deze oorlog geen deel, maar bleek uiteindelijk de grootste verliezer.


Eerdere afleveringen van deze onregelmatig verschijnende serie over Nederlands vergeten oorlogen vindt u hier.