Moraal als luxe-artikel
Gisteren schreef ik een stukje over politieke micro en macro-problemen. Dat stukje zelf was al een uitvloeisel van een stuk maandag, maar deze column is daarvan een verdere uitbouw van een gedachtestroom. Niet dat het per se noodzakelijk is al die stukken achtereen te lezen, maar het geeft u inzicht in hoe gedachten soms lopen.
Mijn verhaal over politieke micro en macro-problemen concludeerde dat als de nood aan de man komt, de moraal niet alleen tijdelijk buiten werking moet worden gezet, maar dat dat zelfs noodzakelijk is. Dat leidt tot een andere gedachte: is moraal een luxe-artikel? Een luxe-artikel is immers iets dat onder alle omstandigheden gemist kan worden: ijsjes zijn heel lekker, maar beslist geen noodzakelijke voorwaarde voor een prettig leven.
Dat de moraal een noodzakelijke functie vervult – maar niet onder alle omstandigheden bruikbaar zal blijken – is een gevaarlijke conclusie die desalniettemin waar is. Het stukje van Toon Kasdorp vandaag gaat daar eigenlijk al dieper op in, maar ik wil nog een treetje lager gaan. Niet alleen de werkelijkheid, maar ook de theoretische kant van een moraal als luxe-artikel moet je mijns inziens tegen het licht houden.
Een kenmerk van een luxe-artikel is dat je het naar believen gebruiken kunt, maar soms is het gewoon minder nuttig. Maar uit de voorbeelden die ik gisteren gebruikte kun je concluderen dat onder bepaalde omstandigheden de moraal zoals we die graag zien onbruikbaar is, maar dat een moraal van een lagere orde wel degelijk wenselijke resultaten kan afwerpen. Mensen die je in de weg staan afslachten i vanuit moreel standpunt altijd verwerpelijk, maar in een oorlog mag het. Weliswaar hebben we geprobeerd ook oorlogen aan allerhande regels te onderwerpen, maar de praktijk leert dat die regels pas achteraf aan de verliezers worden opgelegd. Dat is ook het belangrijkste bezwaar tegen het principe van oorlogsmisdaden waarvan de Amerikanen zowel de uitvinders als belangrijkste propagandisten zijn. Hoewel ze zelf het desbetreffende verdrag weigerden te tekenen – ook Obama. Dat dit voor de gebeurtenissen in WW2 overigens niet geldt is omdat de toen geschonden moraal niet alleen onze diepste beschaafde instincten trof, maar ook omdat het een poging was de moraal van Europa fundamenteel te veranderen.
Bovenstaande suggereert door de manier waarop de redenatie zich ontwikkelt dat de moraal zoals we die kennen in uitgeklede vorm wel degelijk ook geldt tijdens een periode waarin zij buiten werking wordt gesteld. En dat rechtvaardigt weer de reacties van de prietpraat-meute, die vooral na een near-miss ter discussie stelt dat een zo rigoureuze aanpak – dat de heersende moraal buiten werking gesteld worden moest – eigenlijk helemaal niet nodig was.
Zijn we daarmee full circle? Eigenlijk niet. Want onweersproken blijft dat onder sommige omstandigheden een afwijkende, magerder moraal moet worden gehanteerd, dan in normale tijden normaal is. Noord breekt immers wet.
Het is in mijn optiek een misvatting dat de liberale wereldorde een moreel systeem zou zijn. Ik zie veel mensen de fout maken te denken dat ‘mensenrechten’ en andere verdragen die na de 2e wereldoorlog zijn gesloten in abstracto bestaan zonder de kracht van een staat om hen in andere staten af te dwingen, dan wel zelf te respecteren, erachter.