Lust u nog halal peultjes?
Op twitter had ik een ‘gesprekje’ naar aanleiding van een clipje van de Partij voor de Dieren. Dat leidde tot een overpeinzing over ‘halal’.
Op mijn vraag of er eigenlijk een term was voor geen-zoogdieren-eten [1] verwees iemand me naar het joodse begrip ‘kasjroet’ [2] als ‘compromis met het vegetarisme’. Daardoor moest ik terugdenken aan een stuk dat ik een paar jaar geleden schreef over halal peultjes.
Dat stuk heeft niets van haar actualiteit verloren. Ik neem het hieronder bijna integraal over. Op dit moment wenst in Nederland 1 á 2 procent van de bevolking heel graag ‘halal’ voedsel en eenzelfde aantal wil dat per se niet. Die andere 97% heeft zich er nog niet in verdiept. Wanneer die dat wel gaan doen, zal vooral die tweede groep sterk groeien. Ik ben niet zo van het protesteren tegen de islamisering van Nederland in het algemeen of tegen het oprukken van halal-eten in het bijzonder: ik wil het een halt toeroepen en vervolgens terugdringen.
De eerste stap is daarbij natuurlijk: informeren.
Halalligheid
De meeste narigheid die samenhangt met de leer van Mohammed heeft te maken met de positie van de zogenaamde beroepsmoslims. Die positie kwam ook aan de orde in het spraakmakende Baliedebat van vorige maand. Toen ging het over de vraag of er geen heilzame werking uit zou gaan van het uitzetten van mensen uit deze groep op het gedrag van de blijvenden.
Maar er is nog een stap die daar logisch aan vooraf gaat: zorgen dat er in ieder geval niet méér mensen hun geld gaan verdienen als beroepsmoslim. Of het nu als ‘expert ‘ is in de zogenaamde deradicalisering, in het sprookje van het ontwikkelen van een ‘westerse islam’ of in de halalligheid.
Bij een bezoekje aan Antwerpen kwam ik meer orthodoxe Joodse mannen tegen dan vrouwen met mohammedaanse hoofddoek. Het was zaterdag, de joodse zondag zeg maar. Hè, bah, nu moet ik gelijk weer denken aan die lugubere uitdrukking van de voormannen van de heilige mohammedaanse oorlog: “Eerst de zaterdagmensen, dan de zondagmensen”. Die mannen hadden allemaal een plastic kapje over hun hoed, hun sjtreimel. Ik werd een beetje kriegel van dat plastic. Je bent eigenlijk gek wanneer je je mooie, dure hoed niet beschermt tegen de regen, maar juist omdat iedereen dat deed, ging er iets krampachtigs vanuit.
Ik moest denken aan de joodse spijswetten. Daar zitten praktische, historisch-folkloristische en mooie aspecten aan. Dat verhaal van dat geitje dat niet gekookt mag worden in de melk van zijn moeder: dat heeft toch eigenlijk wel iets liefs? De moedergeit melken nadat het jong weggenomen is, is al een soort van onaardig. En dan wordt dat jong vervolgens geslacht: nog onaardiger. Dat beest dan ook nog eens in de melk van zijn moeder koken: ja, dat zou bij wijze van spreken toch wel een toppunt van wreedheid zijn. De manier waarop met dat gebod wordt omgegaan, staat me echter tegen, zoals alle precies geboden van goden met tegenstaat. Maar waarom daarover zeuren? Geen mens vraagt mij immers om koosjer te gaan eten, laat staan dat iemand me dat opdringt.
Een uurtje later zat ik op het indrukwekkende Centraal Station van Antwerpen wat te eten. Kip met gember. Smaakte best goed. Totdat ik nog eens goed keek naar de lichtreclame van YamYam-to-go. Gadver. Dat ‘Alles halal‘ had ik niet geproefd, maar ik stikte er nu wel bijna in.
Achter de toonbank stond nota bene een autochtone Vlaamse man van in de vijftig. Ik had me zodoende veilig gewaand voor deze narigheid. Ik sprak hem erop aan en hij reageerde met een berustende grimlach. De volgende dag hoorde ik uit betrouwbare bron dat ook in Nederland tientallen restaurants en ketens hun gasten niet de keuze bieden om halal-vrij te eten. Bah. Er schijnen ook mensen te zijn die halal en koosjer -per ongeluk of expres- met elkaar verwarren.
Niet goed.
Folklore, voodoo of godsdienstoorlog?
Exotische eetgewoonten, wat is er mis mee? Eten met stokjes bijvoorbeeld? Dat heeft een wonderlijke achtergrond, maar behalve dat de houten weggooivariant inmiddels een bedreiging vormt voor het bos, is het verhaal van de eetstokjes onschuldig. Ander voorbeeld: kippen die in een voodoo-ritueel geslacht zijn. Kun je die met goed fatsoen aan nietsvermoedende mensen opdienen? De vraag stellen is haar beantwoorden.
Halal eten is voodoo in het kwadraat.
Een stuk of zeven verzen in de Koran gaan erover. De strekking van de verzen 6:145 en 5:3 is: jullie mogen geen vlees eten van een dier wanneer bij het slachten ervan een ander dan Allah is aangeroepen [3]. Er staat dus níét: de naam van Allah moet bij het slachten worden aangeroepen om het geschikt te maken voor consumptie door de volgelingen van Mohammed. Dat staat dan weer wel in vers 6:121. Deze praktijk maakt onderdeel uit van de voor Mohammed vanzelfsprekende strijd tegen andere goden dan die van hem: die ene god mag er wel over aangeroepen zijn, maar een andere niet.
De Koran is een bijzonder slecht leesbaar boek. Zo lees je in versnummer 16:116 wéér wat anders over dat halal-gedoe. Daar staat dat wanneer het door omstandigheden niet anders gaat, het voor de volgelingen van Mohammed niet erg is als ze niet-halal eten. Allah vergeeft het je zelfs wanneer je varkensvlees eet.
Ook een van de meest walgelijke verzen uit de Koran gaat over halal eten: nummertje 5:5. In één vers, in één moeite door, wordt erin verteld wat moslims mogen ‘consumeren’ van de joden en christenen: zowel hun eten als hun vrouwen. Joden en Christenen mogen omgekeerd ook halal eten volgens de Koran. Het antwoord op de vraag die nu mogelijk bij u opkomt luidt: nee. Joden en Christenen mogen geen moslimvrouwen ‘consumeren’. Lust u nog halal peultjes?
Gesterkt
De slager moet volgens de meeste koranverzen die over dit onderwerp gaan, een kreet slaken tijdens het slachten om het vlees halal te maken. Dezelfde oorlogskreet die mohammedaanse strijders gebruiken bij elke granaat of raket die ze afschieten, dezelfde kreet die IS-ers slaken wanneer ze een hoofd afhakken.
Maar die kreet alleen is nog niet genoeg. Het doden en (beginnen met) slachten moet één geheel vormen. Ze moeten doodbloeden. Dit stukje van de theorie lijkt op die van het joodse slachten. De Joden controleren echter in het algemeen strenger; ook op nodeloos lijden van het dier.
Dit is echter niet het grootste verschil tussen halal en koosjer. Er is geen enkele jood, hoe orthodox ook, die koosjer eten probeert op te dringen aan niet-joden. Niet eentje zeurt erover dat in de gevangenis misdadigers uit hun cultuur beslist koosjer moeten eten. Er zitten ook relatief weinig Joden in de gevangenis en de gevangenissen zijn al helemaal geen recruteringsterreinen voor het werven van nieuwe Joden. Ik bedoel voor het werven van ‘nieuwe Joden‘ zonder aanhalingstekens.
Nu zijn er ook niet zo heel veel volgers van Mohammed die zeuren over halalligheid. Het eigenlijke probleem is dat de minderheid die dat wel doet, niet wordt tegengesproken. Daar moesten we maar eens meer werk van maken.
Wanneer een pastoor bij een slachthuis gaat vertellen dat elk dier gezegend moet worden voor het geslacht wordt, lacht men hem niet in zijn gezicht uit. Dat gebeurt hooguit als hij weg is. De imams worden daarentegen serieus genomen. Die voelen zich daardoor gesterkt en andere moslims – ook minder fundamentalistische – krijgen meer ontzag voor die mohammedanen-met-een-agenda.
Geen beschermd merk
Volgens de meeste interpretaties is een van de voorwaarden om vlees halal te mogen noemen dat de slager volgeling van Mohammed is: een voordeeltje dus op de arbeidsmarkt voor slagers met die achtergrond.
Dat ‘volgens de meeste interpretaties’ staat er niet voor niets bij. Want geen misverstand: ‘halal’ is echt geen beschermd ‘merk’. Er zijn wel clubs die zichzelf opwerpen als bewaker van halalligheid. Bijvoorbeeld de Nederlandse HFFIA, Halal Feed and Food Inspection Authority.
Over bijna alles uit de Koran is discussie mogelijk. Blijkbaar ook over wat halal is. Trots vermeldt deze HFFIA namelijk op haar webstek dat hun adviesraad ‘schriftgeleerden en bevoegde imams van onder andere de vier islamitische rechtsscholen‘ telt.
Dat “de vier rechtsscholen” is hilarisch of dieptreurig, net wat je wilt. Het suggereert namelijk dat er maar vier van die scholen zijn. De hoofdindeling van de mohammedanen is die tussen soennieten en sjiieten: dankzij de oorlog in Irak, Syrië en Jemen zijn steeds meer mensen daarvan op de hoogte.
Die vier uit de formulering van de HFFIA slaat alléén op de vier grootste subgroepen van de soennieten. Voor soennietische scherpslijpers is het een serieuze vraag of vlees wel halal wordt wanneer de slachter sjiiet is. Een belangrijke discussie, die wat mij betreft niet genoeg gestimuleerd kan worden.
Flauwekul
Op de webpagina’s van die Halal Feed and Food Inspection Authority kunnen we ook dit lezen:
De Islamitische voedings- en dieetvoorschriften omvatten meer dan alleen voorschriften voor het nuttigen van vlees en een verbod op alcohol. Zo zijn er veel meer voorbeelden te noemen van producten die problemen kunnen opleveren, zoals onder andere kaas, bouillon, sauzen, mayonaise, boter, toetjes, drankjes, e.d. In snoep en gebak wordt vaak gelatine (ook afkomstig van dieren) verwerkt. In bijvoorbeeld kaas zit over het algemeen stremsel uit de lebmaag van een niet-ritueel geslacht kalf. Naast stremsel zijn er nog andere ingrediënten, zoals zuursels, die in de kaasproductie gebruikt worden die op halalwaardigheid gescreend moeten worden.
Zo zijn reinigingsprocedures van productielocaties, informatie over de grondstofleveranciers en onderzoek naar de halalwaardigheid van het gebruikte materieel enkele voorbeelden van punten in het productieproces die onderzocht moeten worden. In het geval van halal producten en productieprocessen (de productieketen in zijn totaliteit) weten producenten vaak niet waar ze op moeten letten en hoe ze naar de moslimconsumenten toe de halalwaardigheid van een product kunnen garanderen. Zonder onderbouwing, documentatie of religieuze legitimiteit een product halalwaardigheid toekennen zal niet worden geaccepteerd. De productieketen laten inspecteren, controleren en uiteindelijk certificeren door een erkende halal-keuringsdienst is de oplossing voor een als halalwaardig geaccepteerd eindproduct.
Flauwekul natuurlijk, maar op het eerst gezicht voor velen ongevaarlijke flauwekul. Dat is het gevaarlijke ervan. “.. veel meer producten die problemen kunnen opleveren“. In gewoon Nederlands: waarover we moeilijk kunnen gaan doen. “… certificeren door een erkende halal-keuringsdienst is de oplossing“. In gewoon Nederlands: meer banen voor beroepsmoslims en meer aanzien voor schrift’geleerden’.
Flauwekul flauwekul (durven) noemen is van belang bij de omgang met elk gedachtegoed eigenlijk, maar bij de omgang met de leer van Mohammed is het cruciaal. Juist vanwege die onmisbare durf.
PS: Voor meelezende specialisten in stroman-redenaties: dit is dus geen pleidooi voor een verbod op halal-eten.
PPS: Ik ben er nog niet helemaal uit of eigenlijk niet gestreefd zou moeten worden naar een haram-keurmerk. Dat je als consument dus zeker kunt zijn dat over dat eten niet een of ander islam-voodoo-ritueel is uitgevoerd.
NOTEN
- Die term is trouwens pescopollotariër
- Met wel/niet vlees/vis/gevogelte eten heeft het weinig van doen, maar dat wikipedia lemma over kasjroet is best interessant. Over de verhouding tussen geloof en ratio o.a..
- De verschillende verzen over halalligheid zijn bijvoorbeeld hier te vinden
Och ik kom ook wel eens in een winkeltje waar halal vlees wordt verkocht. Die krijgt geleverd van een slachtterij met een Nederlandse naam. Ik heb er geen probleem mee en het lamsvlees van gewoen Texelaars is lekker en niet duur. De eigenaar houdt ook wel van een pilsje dus geen maf jihadistisch bolwerk daar of zo hahaha. En nee ik ben geen fan van salafisten en zo. Er komen ook veel autochtonen in de winkel. De olijven zijn ook niet duur. Ik vind het leuk zulke winkels en de kruidenier is weer terug zeg maar. De autochtone kruidenier is vrijwel weg en nu dan zijn er nogal wat allochtone kruideniers. Ik heb er geen probleem mee maar ben dan ook een liefhebber van lekker eten uit welke cultuur dan ook.
Boycot supermarkten zoals AH, die dit verderfelijke voedsel voor commercieel gewin aanbieden
Als je in Antwerpen bij het Centraal station gaat eten en daar in de omgeving meer Joodse hoedjes ziet dan islamitische hoofddoeken is geen wonder. Rondom het CS in Antwerpen ligt de Joodse diamantwijk en daar is een Jood met een hoedje echt geen uitzondering. Je ziet ze daar overal. Op andere plaatsen in Antwerpen zoals in Antwerpen Luchtbal lopen toch echt wel meer hoofddoeken rond.
Er zijn nogal wat Nederlandse zuivelbedrijven die halal zuivelprodukten aan met name Saoedi Arabie verkopen. Die bedrijven moeten dan aan allerlei halal standaarden voldoen. Hier in de buurt is er ook een winkel die halal lamsvlees en kalfsvlees verkoopt. Zo af en toe koop ik daar wel eens en ben tevreden met de prijs en kwaliteit die daar wordt verkocht. Ook eet ik graag varkensvlees en dat is dan blijkbaar niet halal volgens de halalspijswetten. Ik eet van elke keuken mee en dat lijkt me het beste. Eet smakelijk !
‘Er is geen enkele jood, hoe orthodox ook, die koosjer eten probeert op te dringen aan niet-joden.’,
God heeft het Joodse volk tot zijn/haar volk verkozen en zijn volk opgedragen zijn wetten te volgen. Opdringen van deze wetten aan niet uitverkorenen zou uiterst merkwaardig zijn.
Mij komt het vreemd voor dat je je tot het Joodse geloof zou kunnnen bekeren omdat het initiatief daarvoor nu eenmaal bij God ligt, en niet bij jou, om tot een van zijn/haar uitverkorenen te worden gerekend.
@Marcel
“Ook eet ik graag varkensvlees en dat is dan blijkbaar niet halal volgens de halalspijswetten.”
Kunt u dit toelichten?
Als katholiek mag ik dan weer geen voedsel gewijd aan afgoden eten.
zie 1 Corinthiërs 8. Dus halal valt af.
Maar ja, daarmee te koop gaan lopen dan krijg je de uitspraak van Jezus om je oren:
Mattheüs 6:5
En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.
Wat ik maar wil zeggen: “eet smakelijk”, andere zaken zijn veel belangrijker.