Libië en Soedan
Bij het oplichten van ieder nieuw tipje van de sluier die over de Libische kwestie ligt, wordt duidelijker dat de Westerse interventie via de NATO een onbezonnen daad was, ingegeven door de ongefundeerde hoop dat de ‘Arabische Lente’ een democratische beweging was, in plaats van de opstandigheid van bevolkingen die hun steeds moeilijker wordende leefomstandigheden aan hun regeringen verweten.
De koehandel in de Veiligheidsraad, die volgde op het Westerse voornemen in te grijpen ten bate van de rebellen in oostelijk Libië, bezegelde het onzalige karakter van wat steeds meer het karakter van een Vietnamees moeras begint te krijgen.
De diepere oorzaak van de Libische kwestie gaat terug op de koloniale tijd, toen Italië het Turkse rijk twee van haar provincies in Noord-Afrika afhandig maakte, en die verenigde tot de Italiaanse kolonie Libië. Na de dekolonisatie bleef die grens liggen zoals de Europeanen die getrokken hadden, in een land, waar men zich in de eerste plaats identificeerde met de eigen stam, in plaats van met de natie Libië. Het is een probleem dat je door geheel Afrika heen aantreft, maar dat over het algemeen pas zichtbaar wordt als binnen dergelijke amalgaamstaten regeringswisselingen plaats moeten vinden. Machtsdeling is binnen Afrika een woord dat pas laat werd geïmporteerd, en waarvan de betekenis nooit voldoende is doorgedrongen om het werkbaar te gebruiken.
Failed states
De vorming van de staten zoals die plaats vond rond 1960 was in feite een onnatuurlijke ontwikkeling. Wie de geschiedenis van veel grote rijken bekijkt, ziet een evolutie van kleinere eenheden die langzaam tot een groter geheel aaneengesmeed worden. Dit geldt niet alleen voor de meeste van de Europese naties vandaag de dag, maar evenzeer voor grotere naties als China, Japan en Iran. In de historische wetenschappen staat dit bekend als concentrische concentratie.
De Libische opstand is een typisch voorbeeld van een staat, die door interne verdeeldheid onmogelijk als natie kan worden beschouwd. Het is ook niet de eerste keer dat het oosten van het land in opstand komt tegen Gadaffi. Het is wèl de eerste keer dat het op zo’n schaal gebeurt, dat het westen er op tijd van op de hoogte was om zich er mee te kunnen bemoeien. Daarbij aangetekend, dat ook de politieke situatie zich daarvoor leende. Maar dat niet iedere gelegenheid direct moet worden benut wordt hier vlekkeloos gedemonstreerd.
Soedan
De belangrijkste aanleiding voor het westen om zich er mee te bemoeien, wat men er verder ook over zal zeggen ter verdediging, is olie. Libië was één van de vijf grootste olieproducenten van de wereld. Als we de gebeurtenissen in Libië vergelijken met wat de afgelopen 50 jaar in Soedan is gebeurd, wordt duidelijk hoe schrijnend de westerse desinteresse eigenlijk is. Niemand heeft zich ooit meer dan marginaal geïnteresseerd voor wat er in het land gebeurde; de berichtgeving er over werd door Nederlandse kranten jarenlang als stopper gebruikt op momenten dat er te weinig nieuws was. Pas in het multimediatijdperk is hierin verandering gekomen, en in die zin is het effect van de multimedia revolutionairder geweest dan in de ‘Arabische lente’, waarin zij slechts een marginale rol speelden.
De Soedanese burgeroorlog is nu, na ongeveer vijftig jaar onafgebroken gevechten, bijna ten einde door een door de VN afgedwongen splitsing van het land. Daarmee wordt een misser uit de tijd van de dekolonisatie eindelijk rechtgezet. Niet alleen zijn er grote etnische verschillen tussen Noord- en Zuid-Soedan, er is ook nog de kwestie van islamitisch versus christelijk/animistisch. Soedan is een etnisch begrip dat door de Britten in de 19e eeuw is gedefinieerd. Niet minder, maar vooral niet meer. Men had er goed aangedaan die splitsing in 1960 vast te leggen.
Gadaffi
In feite moet je Libië ook gewoon splitsen. Er is alle aanleiding toe, en dat kolonel Gadaffi in westelijk Libië aan de macht zal blijven is wellicht een bittere pil, maar gezien de ontwikkelingen een onvermijdelijke uitkomst. Zonder westerse interventie te land is het eigenlijk ondenkbaar dat hij op korte termijn door de wapenen kan worden onttroond.
Sterker, het is hoogst waarschijnlijk de snelste methode om zijn dynastie ten val te brengen. Het grootste deel van de Libische olierijkdom zit immers in de regio Benghazi, dat door de opstandelingen wordt beheerst. Het westen is een tamelijk arm gebied, dat op korte termijn vooral zal moeten drijven op de banktegoeden elders in de wereld. De gevolgen van die aderlating voor het regime laten zich raden. Het westen kan rustig achterover leunen tot een succesvolle paleiscoup ruimte maakt voor onderhandelingen van een normalisatie van de verhoudingen.
Bezwaren
Het is omslachtig, er komt weer een staat bij, en ons rechtvaardigheidsgevoel loopt een deuk op. Van deze drie bezwaren is alleen het laatste relevant, want het raakt de kern van het probleem van de hedendaagse elites: de publieke opinie. Daar zullen ze maar eens overheen moeten stappen. Er zijn op dit moment grotere problemen dan dat we ons kunnen veroorloven in een lokale oorlog in de Middellandse Zee betrokken te raken.
Dat het ook een goed idee zou zijn om bij een volgende gelegenheid eens een paar stappen vooruit te denken, in casu, of en in hoeverre, we in een oorlog in Libië betrokken willen worden. Dat is voor de hedendaagse elites echter helaas te veel gevraagd, kennelijk.