DE WERELD NU

Leiders tijdens crises

De leiders van de Eurozone zijn dwergen. Inderdaad zijn de meesten vrij klein, zeker als je ze naast de 1.90m van Mark Rutte zet, maar vooral als leiders schieten ze te kort. Het zijn allemaal min of meer keurige democratsjiks, die in een crisis zijn verzeild die een krachtige hand vereist. De omstandigheden zijn er naar, en de gevolgen zullen dat ook zijn.

Historische parallellen zijn altijd gevaarlijk, aangezien de patronen zich tot op zekere hoogte inderdaad herhalen, maar er zijn altijd bijzondere omstandigheden die situaties feitelijk onvergelijkbaar maken. Desalniettemin zijn er kenmerken die wel degelijk vergelijkbaar zijn. Leiderschap is er zo een. Vandaag zal ik er een aantal voorbeelden van bespreken, alsmede mijn argumenten waarom we deze in de huidige EU-crisis – die ongeacht de uitkomst voor Europa toch heel ingrijpende gevolgen zal hebben –  voorlopig ook niet zullen zien verschijnen.

Waarlijk grote historische leiders worden maar zelden in het purper geboren, zoals de Romeinse uitdrukking was. Deel van hun kracht ontlenen zij aan de worsteling die zij hebben doorgemaakt om de top te bereiken. Hoewel ik ook in de Middeleeuwen beslist een paar vorstelijke voorbeelden kan aanwijzen, voert het te ver om hier uit te leggen waarom zij soms toch aan mijn definitie voldoen. Ik beperk me hier daarom tot Julius Caesar, Napoleon, Hitler, Churchill & Stalin, namen die vrijwel iedereen kent. Er zijn er echter nog meer.

Het eerste vereiste voor het aan de macht komen van het soort leider dat ik bespreken wil, is een grote bestaanscrisis. Zonder crisis was Caesar weinig meer dan een ambitieuze Romeinse senator geweest waarvan nu niemand ooit gehoord had, was Napoleon nooit verder gekomen dan een onopvallende officierspost in het koninklijke Franse leger, was Hitler een derderangs kunstschilder gebleven, was Churchill een querulant uit een beroemd geslacht gebleven, en was Stalin uiteindelijk aan een tsaristische galg geëindigd. Toch hebben zij elk op hun eigen manier nog steeds invloed op onze dagelijkse leefomgeving.

Een belangrijk kenmerk van crises is dat zij een springplank kunnen vormen voor extreem capabele leiders, die intelligentie, oordeelsvermogen en standvastigheid paren aan een forse dosis geluk. Onderdeel van dergelijke crises is ook, dat de leiders tijdens wiens bewind die crisis tot volle wasdom kwam, er niet op waren toegerust haar aan te pakken. Desastreuze gevolgen bieden nu eenmaal kansen. Bij de hierboven genoemde vereiste eigenschappen moet ook nog worden genoemd, het vermogen de situatie te kunnen stabiliseren.

Feitelijk was ook de Eerste Wereldoorlog – het einde van de 19e-eeuwse liberale burgermaatschappij – een dergelijke crisis, die echter nog niet tot volle wasdom gekomen was op het moment dat de oorlog in 1919 eindigde. Maar dit illustreert slechts dat deze crisis de gehele periode 1914-1945 beslaat. Juist de zwakte en onkundigheid van de leiders van WW I schiepen de omstandigheden die de crisis van de burgermaatschappij verlengden, en bovendien de kiemen legden voor WW II. Historici zijn het er in grote lijnen over eens dat dankzij de voorwaarden van de Vrede van Versailles – ook zonder de opkomst van Hitler – WW II niet te vermijden was.

De leiders die bepalend waren voor de afloop van WW II speelden in 1919 slechts heel bescheiden bijrollen, maar tijdens het Interbellum zouden zij optimaal gebruik maken van de chaos in Europa. Grappig genoeg  – omdat hij van de grote leiders pas als laatste in eigen land aan het roer kwam – was Churchill van die WW II leiders in 1919 het meest prominent. Maar zijn specifieke capaciteiten waren in het politiek stabiele UK van vóór 1940 geen politieke aanbeveling.

Een ander kenmerk van instabiele periodes is dat er – naast de ons meest bekende namen – verscheidene andere figuren opduiken die belangrijke ondersteunende rollen vervullen – eveneens door de chaos in staat gesteld om dank zij hun kwaliteiten carrière te maken. Ook voor hen geldt dat zij zonder crisis nooit boven zouden zijn komen drijven. Caesar had Marcus Antonius, Napoleon had mensen als Fouché, Talleyrand en een aantal maarschalken, Stalin bouwde voort op het werk van Lenin en Trotski, Hitler had mensen als Speer, Goebbels en Guderian. Ook Churchill creëerde een groep rond zich, maar opnieuw: voor de UK moet je vaststellen dat die maatschappij minder in een fundamentele leiderschapscrisis verkeerde dan het geval was in de staten van de andere leiders.

Als we nu kijken naar de huidige Eurocrisis, dan zien we opnieuw zwakke politieke leiders, die niet in staat zijn op adequate wijze knopen door te hakken. De vermoedelijk voorlopige afloop van de huidige Eurocrisis zal er een zijn van economische ellende, maatschappelijke onrust, ongemakkelijke compromissen en voortdurend poltiek gekrakeel de komende jaren.

Het is de ironie dat juist de EU op stapel werd gezet om toekomstige oorlogen in Europa te voorkomen. En dat de politici die de fundamenten legden, er vanuit gingen dat een Europese eenwording op die wijze onvermijdelijk zou worden. Dat laatste is zelfs een dubbele ironie, omdat juist deze door de wol geverfde ‘founding fathers’ van de EU zelf voldoende gewiekst waren de ontwikkelingen op een spoor te zetten dat inderdaad leidde tot waar we nu zijn. De huidige politieke leiders zijn zich vooral bewust van de naar hun oordeel historische onvermijdelijkheid van een Europese eenwording, maar zijn door de wijze waarop zij zelf aan het roer zijn gekomen, onvoldoende voorbereid op wat vereist is om de voorspelde eenwording in goede banen te leiden. Dat zal er voor zorgen dat de nasleep van de Eurocrisis nog tientallen jaren zal voortwoekeren.

De nu steeds grotere Europese chaos zal de geprojecteerde samensmelting onmogelijk maken. Wat erger is, de komende jaren zal de achterdocht tussen de verschillende staten niet minder worden. De financiële afwikkeling van de Eurocrisis zal de komende twintig jaar onvermijdelijk in sommige staten leiden tot grote ontevredenheid onder de bevolking – waarbij het er eigenlijk niet toe doet of dat de zuidelijke landen zijn die hun schulden zullen moeten afbetalen, of de noordelijke die worden leeggezogen door de zuidelijke PIGS.

In deze troebele toekomst zal er opnieuw ruimte ontstaan voor leiders van uitzonderlijk kaliber om aan de macht te komen. Ze lopen nu al rond, maar hun carrière is nog niet echt van de grond gekomen. Nogmaals: het doet er niet toe of dit in de zuidelijke of de noordelijke landen gebeuren zal. Wat voor mij vast staat, is dat de kans op een Europese eenwording de komende vijftig jaar groter is dan ooit – maar niet als democratie.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.