Het heeft circa dertig jaar geduurd, maar het heeft er alles van weg dat de lage inkomens weer een politiek issue kunnen worden.

Niet alleen krijgen de lage inkomens dreun  op dreun, maar bovendien zit er thans een kabinet dat alleszins laat merken geen enkele feeling met het onderwerp te hebben.

De premier was voor zijn doen heel eerlijk:

Premier Rutte heeft de verwachtingen over de compensatie voor de hoge energierekening getemperd. In een debat met de Tweede Kamer zei hij dat het kabinet de gevolgen van de stijgende energieprijzen wil dempen, maar dat toch iedereen het in zijn portemonnee zal merken.
“Ik gebruik met nadruk het woord dempen”, zei Rutte. “Dat we iedereen gaan compenseren zodat er aan het eind van het jaar een positief koopkrachtbeeld uitkomt is een illusie.” Het kabinet kijkt vooral naar de lage en middeninkomensgroepen.

Duidelijk is dat het CPB vooral bang is voor de gevolgen die de fluctuerende energieprijzen kunnen hebben. Met name omdat de middeninkomens er achter zullen komen dat ze de afgelopen vijftien jaar minimaal hun afstand tot de lage inkomens schrikbarend hebben zie dalen. Nooit is dat besef zo groot, als wanneer men in het zelfde financiële schuitje dreigt te eindigen met mensen waarmee men zich niet verwant wenst te voelen.

Het is te vroeg om er tijdens GR2022 al gevolgen van te zien, maar het betekent desalniettemin dat dit de reddende tak voor de PvdA kan worden, die zo weer aan relevantie zou kunnen herwinnen. Maar als de klap erg groot wordt, zal de SP er meer van profiteren dan de firma Ploumen & co.

De praatjes van de premier doen onwerkelijk aan, als je leest:

“De Russische inval in Oekraïne kent zijn gelijke niet in de geschiedenis, daar zullen we allemaal de gevolgen van ondervinden”, zegt Rutte. Eerdere toezeggingen dat het kabinet zich gaat buigen over energiecompensatie zijn van voor de oorlog en gaan niet meer op, zei Rutte. “We leven sinds twaalf dagen in een andere realiteit.”

Na minimaal 15 jaar gestook in Oekraïne is het ietwat verbijsterend te constateren, dat de regering op de gevolgen ervan niet is voorbereid.

Ook dat de koopkracht weer volop de aandacht krijgt die ze zeker twintig jaar heeft moeten ontberen is zowel opvallend als pijnlijk:. Het kabinet heeft nog geluk dat het de oorlog in Oekraïne de schuld kan geven.

De koopkracht gaat dit jaar in doorsnee met 2,5 procent omlaag. Dat zal het Centraal Planbureau morgen bekendmaken, bevestigen bronnen van de NOS na berichtgeving van RTL Nieuws.
Door de hoge inflatie van de afgelopen maanden was het al te verwachten dat de koopkracht dit jaar achteruitgaat. En daar komen de hard gestegen energieprijzen door de oorlog in Oekraïne nog eens bij.

Maar zaken die het CPB nog heeft genegeerd zijn al in ontwikkeling, zodat het niet moeilijk voorspelbaar is dat wat nu wordt voorspeld zeker bewaarheid zal worden. En hoogstwaarschijnlijk een stuk erger dan:

Mede door de oorlog in Oekraïne is het volgens het CPB lastig om precieze voorspellingen te doen, daarom gaan ze uit van meerdere scenario’s. “Maar het worst case scenario zit nog niet in onze ramingen”, zegt CPB-directeur Pieter Hasekamp. “Bijvoorbeeld dat de oorlog zich verbreedt en verboden op importen van gas en energie uit Rusland.”

https://twitter.com/Nieuwsprik_neus/status/1501313638627430404

---

Meer over Oekraïne en de gebeurtenissen in dat land leest u hier.

Meer over Rusland en haar politiek vindt u hier.