Kranten strijden om lijsttrekkerschap PvdA
Het is welbeschouwd een bizarre vertoning. Zoals het er nu naar uitziet gaat de strijd om het lijsttrekkerschap van de PvdA tussen de ‘journalisten’ Jan Hoedeman (AD) en Tom-Jan Meeus (NRC Handelsblad). Een betere illustratie van de politieke verhoudingen in ons land is moeilijk denkbaar.
Van Jan Hoedeman is al enige tijd bekend dat hij zich vreselijk inspant om in de media het beeld van Diederik Samsom als ideale partijboegbeeld van de PvdA neer te zetten: de enige man die de zieltogende partij na de komende verkiezingen overeind zou kunnen houden en wie weet wat Der Didi in de campagne nog los weet te maken? Jan Hoedeman gelooft er heilig in, en heeft dit voorjaar al enige malen kans gezien landelijk belangstelling te wekken voor wat hij als de ideale PvdA-lijsttrekker ziet. Ik schreef er in maart over. En dat het eigenlijk niet uitmaakt wie van de kandidaten het wordt zo lang het achterliggende probleem niet wordt aangepakt vindt U hier.
Maar gisteren kwam ik op HP De Tijd een stukje tegen dat de activiteiten van politiek NRC-columnist Tom-Jan Meeus in beeld bracht. Die doet eigenlijk hetzelfde als Hoedeman, maar dan niet voor Samsom, maar voor Aboetaleb. Meeus vindt dat Aboetaleb een blunder maakt door zich niet in de strijd om het partijleiderschap te mengen – zonder zich af te vragen of Aboetaleb wel wil, en waarom hij mogelijk niet zou willen. Natuurlijk, zou je bijna zeggen, want in het geestesoog van Meeus stromen onafzienbare gelederen van de niet-zo-gestaalde kaders nog steeds voorbij op mars naar een glorieuze zonsopgang. Aboetaleb lijkt daarentegen te beseffen dat het voor hem best mogelijk zou kunnen zijn de 24-uurs van Le Mans te winnen, maar niet in een Skoda bouwjaar 1969. En veel meer is de PvdA niet langer.
Dat is niet het probleem van Meeus. Of hij werkelijk zo’n grote fan van Aboetaleb is? Ik ben cynisch genoeg om dat te betwijfelen. Sterk te betwijfelen. Maar mensen als Meeus leven met de sjablonen van wat ooit was in het hoofd. De dagelijkse werkelijkheid en het politiek bewustzijn van mensen die op de PvdA zouden moeten stemmen om zijn droom enige kans te geven is hem feitelijk vreemd – hij vindt alleen dat ze het moeten doen.
Voor hem, en zijn directe kringetje. Want meer dan het najagen van de eigen illusies is dit niet. Aboetaleb is – in de beste socialistische tradities – dan ook niet de gedroomde leider, maar het gereedschap waarmee het gewenste doel mogelijk nog wat langer van een optisch realisme kan worden voorzien. Dat de sociaal-democratie zoals we die kennen weinig toekomst zal hebben liet ik deze week al zien. Inderdaad lijkt het me heel goed mogelijk dat het proces van verval kan worden verstoord door iemand met groot charismatisch leiderschap – waarvan ik trouwens niet per se vind dat Aboetaleb dat bezit. Maar een verstoring van dit proces van verval kàn eigenlijk niet structureel zijn.
Meeus en Hoedeman – en wie weet gaat Trouw nog iemand inzetten om Asscher te promoten? – zouden er beter aan doen zich te richten op een andere partij. Of andere idealen, maar dat zal wel teveel gevraagd zijn. Ze zijn in ieder geval nog harder aan introspectie toe dan de door hen zo geliefde partij.