Kindmigranten: geen enkel dilemma?
Groenendijk toont zich tegelijk empathisch en boos, schrijvend over het pijnlijke verschijnsel kindmigranten.
Toen hij een jaar of 10 jaar was, stuurden de Amerikaanse moeder [1] en Indonesische stiefvader van Barack Hussein Dunham/Soetoro/Obama hun zoontje vanuit Indonesië naar de VS. Naar hun oordeel was de kans dat hij in Indonesië een goede opleiding zou krijgen, te klein. En hij kon bij zijn grootouders gaan wonen.
Een halve eeuw later arriveren in Europa duizenden kinderen uit mohammedaanse gezinnen van de andere kant van de wereld. Ze zijn iets ouder dan Obama toen was, maar zij kunnen níet bij hun grootouders gaan wonen. Ik heb het hier dus niet over verschijnselen als Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (“AMA’s”), kinderpardon of ankerbabies. De betreffende pubers zijn niet alleenstaand en ze vluchten niet zelf vanwege onmiddellijk gevaar, maar ze worden gestuurd door hun ouders, die zelf niet op reis gaan. Hun ouders behoren niet tot de armsten: die hebben immers geen geld om de mensensmokkelaars, aan wie de jongens (geen meisjes natuurlijk) worden meegeven, te betalen.
En ja, ik weet heel goed dat er ook veel bedrog is rond die ‘M’ van die afkorting AMA, maar daar gaat dit stuk niet over: in dit stuk heb ik het met name over mensen die wèl minderjarig zijn. Ik schrijf hier ook niet over statistische gegevens, maar over jongeren die ik in levenden lijve ontmoette. In Zweden. Het land waar ik ook bovenstaande foto nam: een jaar geleden op het centraal station van Stockholm, gemaakt op het hoogtepunt van Merkels welkomst-gedoe. Een lichtreclame met een tekst in het Arabisch die aanwijzingen geeft aan nieuw aangekomenen hoe ze hulp kunnen krijgen.
Bilal
Afgelopen jaarwisseling bracht ik door in Zweden in een gezelschap dat voor ruim driekwart bestond uit Koerden. Verder nog een Assyriër die tatoeëerder was van beroep en dan was er dus Bilal [2]: een jaar of dertien, veertien, afkomstig uit Afghanistan en nu inwonend bij een vriendelijke Koerdische familie die de Zweedse taal matig beheerst. Een beetje Chinese trekjes, een begin van een snorretje. Te dik. En geen twijfel mogelijk: er school werkelijk niets kwaads in deze jongen. Hij keek iedereen even vriendelijk en lang in de ogen. Dankbaar, maar niet gelukkig. Natuurlijk niet.
Hij stoeide met vier kleuters tegelijk en hij slaagde er daarbij in om ze het gevoel te geven dat ze met alle macht tegen hem mochten ‘vechten’ en tegelijkertijd wist hij te voorkomen dat ook maar een van hen zich pijn deed. Als opa weet ik uit ervaring dat dat best een opgave is. Hij had jongere broertjes en zusjes, hoorde ik. Uit de gretigheid waarmee hij de puzzel afmaakte die voor een van de kleuters net te moeilijk was, maakte ik op dat hij een tikkeltje achterlijk was.
Zou het goed met hem komen? En hoe definieer je dat eigenlijk in zijn geval?
Mogelijk denkt hij over een jaar of zeven dat zijn ouders hem echt met de beste bedoelingen naar de andere kant van de wereld stuurden, waar hij liefdevol opgevangen werd. Ik ben er zeker van dat daardoor de kans klein is dat zo’n jongen helemaal op het verkeerde pad – ‘gewoon’ of mohammedaans crimineel (jihadistisch) – terecht komt. Maar ik ben niet echt gerust over zijn kansen op de arbeidsmarkt en ik ben ervan overtuigd dat je geestesgesteldheid toch een heel wat grotere knauw krijgt indien je op zo’n leeftijd en in je eentje naar een heel andere cultuur en natuur gestuurd wordt dan wanneer je als volwassene of met je familie emigreert: je hebt het dan niet over heimwee.
Je kinderen naar de ongelovigen sturen?
Over een andere jongen die ik tegenkwam in Zweden, iets ouder dan Bilal, maak ik me nog wat meer zorgen: kwetsbare uitstraling, zachte stem, veel kettingen, armband. Misschien homo? Ook niets kwaads in te bespeuren, hard aan de studie. Maar kort geleden heeft Calib dan verteld dat hij niet te lang wil studeren maar zo snel mogelijk geld wil gaan verdienen: om het ‘thuis’-front financieel te steunen. Het hoeft niet verkeerd uit te pakken wanneer hij iets zou kunnen vinden dat hem een beetje ligt en aankan. Wanneer hij inderdaad homo is, is hij hoe dan ook beter af in Zweden dan in Afghanistan, maar verder geldt voor hem hetzelfde als wat ik schreef over Bilal.
Voor beide families geldt intussen dat de superioriteit van de Westerse beschaving ten opzichte van Afghanistan blijkbaar een vanzelfsprekendheid is. Of misschien schreef ik in deze context toch beter over de eindeloze uitzichtloosheid van de Afghaanse ‘beschaving’. Ik vrees dat een deel van deze ouders correct inschat dat hun kinderen in een aantal opzichten beter af zullen zijn in het Westen, bij de ongelovigen. Het is ook goed mogelijk dat deze ouders zelfs helemaal niet denken in zulke termen; misschien zijn het hooguit of nog niet eens ‘culturele moslims’.
Liegen als principe
Het verhaal van Dafiq is in bijna alle opzichten anders. Wel geldt ook voor zíjn ouders dat ze flink bemiddeld zijn. En net als Bilal en Calib kwam hij in een gezin terecht omdat er te weinig plaats is in de instellingen voor het opvangen van kindmigranten en de Zweedse overheid nu forse financiële premies geeft aan gezinnen die een of meer van die kindmigranten in huis neemt.
Niet op de eerste plaats vanwege zijn sinistere uitstraling maar meer omdat Dafiq echt als basisprincipe voor zijn gedrag leek te hanteren: liegen tenzij er een heel speciale reden is om de waarheid te vertellen, zit hij nu alsnog in zo’n instelling. Hij loog zelfs over het innemen van zijn medicijnen. Hij zou analfabeet zijn maar had geen enkele moeite met het bedienen van pc en iPhone. Hij was geboren in Afghanistan maar woonde al jaren in Pakistan. En hij was vermoedelijk al wel meerderjarig. Bij hem was het helemaal niet moeilijk voor te stellen dat zijn ouders wel over het Westen dachten in termen van ‘ongelovigen’ en superioriteit van het mohammedanisme; dat ze ervan op de hoogte waren dat die Zweden het meest extreem zijn voor wat betreft de wens de eigen beschaving te grabbel te gooien.
Schizofrenie
Voor alle betreffende ouders geldt dat ze een vergelijking maken tussen de eigen samenleving, de eigen cultuur en die in het Westen en op basis van die vergelijking een of meer kinderen meegeven aan mensensmokkelaars. En voor alle westerse landen waarin men zich de benen uit het lijf loopt om die kindmigranten te helpen, geldt dat er een taboe is op serieus nadenken over de achtergrond van die migratie; er is slechts de vaststelling dat er zieligen zijn en zieligen moeten geholpen worden: een voor een. Alle kinderen zijn immers onze kinderen.
Een belangrijke, misschien wel de belangrijkste, achtergrond van dat taboe is mijns inziens de wens om de eensgezindheid niet onder ogen te hoeven zien. Ik citeer een oude tekst van mezelf. Ik schreef hem naar aanleiding van ‘de zaak Mauro’:
De afgelopen weken bleek dat er in Nederland felle voor- en tegenstanders wonen van het handhaven van de wet, in het geval dat een vriendelijke jongeman met een huidskleur als gevolg daarvan zou moeten verhuizen naar Afrika. Kranten en TV-programma’s richtten de schijnwerpers op de diepe kloof tussen die voor- en tegenstanders. Hier wil ik wijzen op de andere kant: de ongekende eensgezindheid onder de Nederlandse bevolking over een belangrijk aspect van deze zaak.
(…)
Die eensgezindheid beperkt zich trouwens niet tot de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking maar vind je terug in de hele bewoonde wereld, inclusief Afrika en het Midden-Oosten. Die eensgezindheid betreft de overtuiging dat leven in de Nederlandse beschaving verre te verkiezen is boven het leven in grote delen van de rest van de wereld, met name Afrika en het Midden-Oosten.
(…)
De overtuiging dat onze beschaving, onze cultuur, superieur is, wordt in deze context het sterkste uitgedragen door de oppositiepartijen. Dat sentiment werd al in 1997 krachtig gecommuniceerd in de kwestie van de illegale immigrant Gümus[3]. Hij was stiekem in Nederland komen wonen. Gümus was, en is waarschijnlijk nog steeds, een aardige man, een kleermaker, die niet voorkwam in allerlei negatieve statistieken, om het zo maar te zeggen. Toen er weer eens een actie was om een deel van illegalen in Nederland te pardonneren, had hij op eigen initiatief zijn illegaliteit onder de aandacht gebracht. Alleen was hij vergeten eerst nauwkeurig te bestuderen wat nu precies de voorwaarden waren waaraan hij moest voldoen om te worden gepardonneerd. Dat had hij wel moeten doen, want hij voldeed daar niet aan en moest dus Nederland verlaten.
De boodschap die vervolgens uit de hoek van de PvdA en verwante partijen, organisaties en media opsteeg, werd nu dat het een grof schandaal en eigenlijk een uiting van onmenselijkheid was om iemand te bewegen te verhuizen vanuit Nederland naar een land in het Midden-Oosten. Ook al was dat zijn geboorteland, ook al was hij daar niet politiek of anderszins vervolgd en werd in andere debatten door mensen uit dezelfde partijen erop gewezen dat het in allerlei opzichten juist goed ging met dat land. Iemand terugsturen naar een land met een zo inferieure beschaving als Turkije was blijkbaar not done.
Er zat iets onzorgvuldigs in mijn tekst. In de zin “De overtuiging dat onze beschaving, onze cultuur, superieur is, wordt in deze context het sterkste uitgedragen door de oppositiepartijen.” was het gebruik van het werkwoord ‘uitdragen’ ongelukkig. De overtuiging lijkt wel het sterkst te léven bij GL, D66, PvdA (toen nog in de oppositie) en allerlei clubs die zich inzetten voor meer sentimentaliteit maar hij wordt juist niet úítgedragen: schizofrenie als vrolijke deugd.
Zie ook: Wat is menslievender: een miljoen vluchtelingen helpen of twintigduizend? De daar genoemde cijfers zijn van ruim 6 jaar geleden: van voor “Syrië” en van voor “Wir schaffen dass”.
Noten
- Dat zijn verwekker al en nog getrouwd was wist ik wel, maar dat diens vrouw in Kenia op dat moment zwanger was, wist ik dan weer niet. Ook niet dat Barry formeel het product was van een verkrachting : moeder Dunham was nog geen 18.
- Ik heb de namen veranderd met het oog op de privacy. Een beetje overdreven misschien, maar ik hecht er toch aan.
- De ‘kwestie’ Gümüs: hij stamt nog van voor de Erdowahnisering van Turkije, en de Ottomanisering van Erdowahn.
Onderstaande afbeelding is een still uit een video uit de jaren 30 van Wilson, Keppel and Betty. Echt een aanrader voor sneeuwvlokjes.
Mooie beschrijving van de zichzelf opheffende westerse welvaart,waarden en vrijheid in het belang van de import van imbecielen.