Kennismigranten en het gelijkheidsbeginsel
Kennismigratie en het gelijkheidsbeginsel bijten elkaar. Migratie is een gevolg van behoeften: de migranten verhuizen in principe in de hoop op een beter leven. Wie uitgenodigd wordt te migreren wenst in de eerste plaats een perspectief dat lokt.
Het belangrijkste kenmerk van de massa-immigratie zoals we die de afgelopen 40 jaar hebben mogen beleven kenmerkte zich weliswaar door verhuizende migranten met hoop op een beter leven, maar tegelijkertijd heeft het ontvangende land, Nederland, zich heel lang in de illusie gewenteld dat men hierbij ook zelf baat heeft. Ondertussen bereiken we langzamerhand een communis opinio dat dat eigenlijk niet waar is, hoewel dat politiek gevoelig ligt door de kwestie wat te doen met de aangekomenen, waaraan maar beperkt behoefte blijkt.
In tegenstelling tot de massa-immigratie van kansarmen wilde het met het lokken van kennismigranten echter maar matig vlotten. Er is een niet onaanzienlijke instroom van mensen die hier hun opleiding willen voltooien, maar het rendement hiervan moet niet worden overdreven: velen keren na het behalen van hun diploma terug naar hun land van herkomst, of beginnen via het internationale bedrijfsleven aan een eigen Odyssee.
Nu is er altijd een zekere instroom van kennismigranten via het internationale bedrijfsleven, maar er zijn meer Nederlanders die via dat circuit het land verlaten. Het saldo is uiteindelijk negatief. Zoals hierboven al gezegd, we moeten ons van die instroom niet te veel voorstellen. Tegelijkertijd mag het óók niet ontmoedigd worden, want anders wordt het saldo nog een stuk negatiever. Je kunt het niet goed doen, maar je kunt het wel fout doen.
Het gelijkheidsbeginsel vereist dat we met het afsluiten van de toegang voor kansarme migranten ook de toegang van kennismigranten belemmeren. Daar moeten we van af. Het paradigma dat mensen gelijk zijn staat al lang ter discussie, maar het idee dat alle mensen gelijke kansen moeten hebben is vrijwel onaangetast.
Het ter discussie stellen van het paradigma van gelijke kansen voelt zelfs een beetje vies, maar toch is dat nodig. Om dat we daar als land beter van worden, maar ook doordat de mensen die we wel toelaten, bij terugkeer naar hun land van herkomst daar weer een positieve rol kunnen spelen. Het alsnog toelaten van kansarmen om wege van het gelijkheidsbeginsel levert daar op geen enkele wijze een positieve bijdrage aan.
De algemeen geldig-verklaring van het gelijkheidsbeginsel is maatschappelijk verlammend.