Karl Popper, onder andere bekend in de wetenschapsfilosofie, heeft zijn geniale logische talenten ook toegepast op sociaal-maatschappelijke kwesties. In het bijzonder op een actuele kwestie: die van tolerantie. In dat verband heeft hij de paradox van de tolerantie messcherp gefileerd.

“Onbeperkte tolerantie zal leiden tot de verdwijning van de tolerantie. Als we onbeperkte tolerantie uitbreiden tot zelfs diegenen die intolerant zijn, als we niet bereid zijn om een tolerante samenleving te beschermen tegen de felle aanval van de intoleranten, dan zullen de toleranten vernietigd worden en daarmee dus ook de tolerantie”

“We zouden daarom, in naam der tolerantie, het recht moeten eisen om de intoleranten niet te tolereren. We zouden moeten eisen dat iedere beweging die intolerantie predikt zichzelf buiten de wet plaatst en we zouden de oproepen tot intolerantie als crimineel moeten beschouwen, op dezelfde wijze als wij oproepen tot moord, ontvoering of de heropleving van de slavenhandel, als crimineel beschouwen.”

Deze tekst zou moeten worden ingelijst en aan de muur worden gehangen van iedere school, ieder overheidsgebouw, iedere religieuze instelling, en in het bijzonder bij die mensen – en daar zijn er al veel te veel van – die zó dol zijn op tolerant denken, dat zij zelfs tolerantie eisen voor de intoleranten.

Dit is hetzelfde niveau van ondoordachtheid als de Trojanen die nogal naïef dachten dat het houten paard voor de stadspoort een leuke “aanwinst” voor de stad zou zijn.

---

Dit artikel verscheen eerder op Yamapama.nl