Kabinetsformatie – macht & baantjes, maar geen ideologie
Voorheen was de logische volgorde bij een kabinetsformatie: of de ideologie van de aanstaande regeringspartijen voldoende bij elkaar paste, daarna de machtsvraag en ten slotte de verdeling van de baantjes.
Sinds de polarisering, die Nieuw Links binnen de PvdA introduceerde om meer macht en baantjes te verkrijgen ten koste van andere politici, is de ideologie steeds verder op de achtergrond geraakt bij Nederlandse regeringen – juist omdat ze steeds meer een verlengstuk werden van de Kamerfracties waarop zij moesten kunnen rekenen. Naar de kiezer toe werd de schijn wel degelijk vastgehouden, maar in de dagelijkse Kamerpraktijk verloor het aan betekenis. Ideologie werd iets dat vooral via de media werd uitgevochten – als de EU het toe laat.
Dat heeft ook tot gevolg dat een moderne variant van wat in Nederlandse geschiedenisboekjes over de 17e en 18e eeuw wordt aangeduid met de Regentenpartij ontstond. Niet dat de regentenklasse niet al bestond, maar ze beleven herkenbaar door hun verschillende standpunten. Maar wie het op internet terug zoekt vindt vooral bozige verwijzingen naar de PvdA. Hetgeen deze partij enig onrecht aandoet, want hoogstens was het een emancipatie van de sociaaldemocratie die hen naar het pluche deed hongeren. Al vinden ze het twee generaties later in veel opzichten hun geboorterecht, en gaan er zo ook mee om.
Met de PvdA in de wachtkamer denkt nu D66 het spel van de sociaaldemocratische machtspolitiek te kunnen spelen. Omdat men Amsterdam in 2014 veroverde? Het is een argument, maar geen al te best. In 2018 zal de partij de hoofdstad denkelijk weer verliezen, aan GL ditmaal, en als de VVD voldoende naar links opschuift en de SP niet groeit zou zelfs ook die partij aan de beurt kunnen komen.
Dat is echter allemaal een perspectief vanuit de hoofdstad, en laat de politieke werkelijkheid in de rest van het land buiten beschouwing. De tijd dat de rest van het land achter Amsterdamse politici met Haagse fratsen aan hobbelde lijkt voor bij. Wat dat betreft zou je de verkiezingsuitslag van 2017 als een laatste intermezzo kunnen zien. Wie weet?
Intussen is de strijd tussen Van Haersma Buma en Pechtold bijna persoonlijk geworden. En de wijze waarop Pechtold de ChristenUnie af serveerde is daaraan debet. Dat de heren elkaar niet zo moeten werd tijdens de campagne eerder dit jaar al pijnlijk duidelijk. Het verschil in taakopvatting wordt dat nu: Pechtold dacht zijn ongenoegen over christelijke politici te kunnen botvieren door de CU buiten spel te kegelen, en komt er nu tot zijn verbazing achter dat het CDA dat opvat als een aanval op haar identiteit. Het politiek solipsisme van D66 in optima forma voor heel het land geëxposeerd: hup Buma!
Want, en dat vergeten we wel eens, ook Buma kan niet gemist worden. Nog minder dan Alexander Pechtold. Zelfs GroenLinks heeft in haar pogingen iets op links voor elkaar te krijgen besloten de ogen te sluiten voor het ware karakter van het CDA, en wil hem graag als premier van een links kabinet. Niet dat Buma daar trek in heeft – dat is een exercitie die hij liever aan de VVD overlaat. Dan is over twee jaar het CDA weer de grootste aan de rechterkant, zal zijn gedachte mogelijk zijn.
Als Tjeenk Willink er niet in slaagt Alexander Pechtold manieren bij te brengen dan is de enige kans de formatie op het huidige spoor door te zetten nog een intern machtswoord van Rutte en Buma. Maar als je al tijdens de formatie van je toekomstige geliefde eist dat hij (en zijn beoogde toekomstige kabinetsvriendjes van nog onbekende denominatie) zich aan de mores van de ‘rechtse’ groep conformeren, dan weet je dat het snel zal eindigen.
En dat niet omdat de ideeën van D66 voor de meeste onderhandelingspartners zo extreem zijn (zoals ze in feite zouden moeten zijn), maar omdat het ego van Alexander Pechtold een vlotte formatie in de weg zit. Zoals ik eerder heb gezegd: er zijn uitstekende kabinetten denkbaar waarbij D66 helemaal niet nodig is. Vooral voor het CDA een gok omdat de kleinste partij de electorale rekening betaalt als twee partijen samen regeren. Maar het zou meer stabiliteit bieden dan regeren met de prima donna van D66.
Ideologie ? Overtuiging ? Roeping ? Principes ? Kern-waarden ? Diepgang ? Karakter ?
Deskundigheid ? Plichts-vervulling ? Eerlijkheid ? Intelligentie ?
Visie ? Betrouwbaarheid ? Verantwoordelijkheid ?
Al decennia zijn deze kwaliteiten niet meer te vinden in het Haagse politieke gekonkel.
Let op mijn woorden:
we krijgen:
door onze strot geduwd / opgelegd / als hautaine machthebbers:
————————-in strijd met de verkiezings-uitslag ! ————————-
een nep-“kabinet” : genaamd:
-bedrijven-koningshuis-policor I,
-oftewel: Kapitaal, Soros-Trix, Mabel-Halsema, Duyvendak I,
-oftewel: Multinationals -“EU”-“VN”-konstrukt-NWO-Mekka-GL I.
Zo doen ze dat.
Arm Nederlaagland …