Intussen in Kashmir (en Balochistan)
De alleszins beklagenswaardige vrouw op de foto heeft een opvallende naam: Mehbooba Mufti. Ze is premier van Jammu & Kashmir, de enige Indiase deelstaat met een mohammedaanse meerderheid.
Lang niet alle mohammedanen heten Ali, Ahmed of Mohammed. Er zijn er ook die Ramadan (Overdags Vasten) heten, Jihad (Heilige Oorlog) of Abdullah (Slaaf van Allah). Mehbooba volgde vorig jaar haar eigen vader op; die had dan weer als toevoegsel aan zijn naam ‘Sayeed’ (martelaar). Hij kreeg heel wat te verduren van de ‘minder gematigden’ in zijn land – zo werd een zus van Mehbooba gegijzeld, en vrijgelaten in ruil voor de vrijlating van vijf terroristen – maar hij stierf in tegenspraak met zijn bij-naam een natuurlijke dood. Reeds in 1987 brak haar vader met de Congres-partij – zeg maar de Indiase PvdA –. Vader werkte later – en dochter werkt nu – als leider van de JK PDP samen met de succesvolle Indiase premier Narendra Modi van de BJP. Zeg maar de toekomstige versie van Forum voor Democratie in Nederland.
70 jaar
Beide oproepen in de tekstballonnen komen uit een toespraak die mevrouw Schriftgeleerde een paar weken geleden hield. Het is nogal onrustig in Kashmir. Al een jaar of 70 is het hommeles, maar het is niet steeds even erg geweest. Dat het nu weer zodanig opspeelt dat de premier van Kashmir met dit soort wanhopige oproepen komt, is deels terug te voeren naar het uitschakelen, vorig jaar, van een ‘fotogenieke terrorist’, genaamd Burhan Wani. Sindsdien imiteren veel ‘jongeren’ in Kashmir die uit ‘Palestina’: ze zoeken confrontaties met de politie en maken gebruik van hun onvervreemdbare recht om met stenen te gooien. Bij het onderdrukken van dit recht maakt de politie gebruik van luchtdrukgeweren: traangas is onvoldoende effectief en men wil geen vuurwapens gebruiken.
Partities
In het hoofdstuk Angst: vrede met de Palestijnen is onmogelijk uit mijn boek Islamofobie?, schreef ik oppervlakkig over overeenkomsten en verschillen tussen het einde van het Britse mandaatgebied enerzijds en ‘de partitie‘ (ontstaan van India en Pakistan) anderzijds:
De vorming van Pakistan leidde tot de dood van honderdduizenden mensen – volgens sommige bronnen meer dan anderhalf miljoen – en de vlucht van miljoenen anderen: mohammedanen vanuit India naar Pakistan en niet-mohammedanen vanuit Pakistan naar India. Pakistan werd namelijk een expliciet mohammedaanse staat. De mohammedanen onder leiding van Jinnah, wensten er niet op te vertrouwen dat bondgenoot Gandhi hen voldoende invloed zou geven in het onafhankelijke India. De letters Pak staan behalve voor een samentrekking van eerste letters van de gebieden die het land zouden vormen ook voor het woord ‘puur’; puur in de ‘spirituele zin’. Het zou in de ogen van Jinnah en zijn mannen een mohammedaans voorbeeldland gaan worden. Dat is niet zo goed gelukt. Nog steeds ettert het conflict tussen India en Pakistan door, vooral over Kasjmir. Maar buiten Pakistan zelf is er vrijwel niemand die het bestaan van Pakistan als staat ter discussie stelt, hoewel dat land toch in zo ongeveer alle opzichten beduidend slechter functioneert dan Israël. En zeker haalt niemand het in zijn hersens om te pleiten voor terugkeer van (de nakomelingen van) die miljoenen vluchtelingen. Ook in extremistische hindoe-kringen in India wordt niet gedacht in termen van beëindigen van de staat Pakistan en terugkeer van vluchtelingen. (Blz 184/185)
Eeuwen van verdeel en heers? Nee, prinselijke staten
Vanwege die zin die begint met “Maar buiten Pakistan..” voeg ik aan dit stuk over Kashmir, aan het einde nog een paragraaf toe over een deel van dat land: Balochistan. Ik schreef al dat de ‘hommeles in Kashmir’ niet iets van de laatste tijd is. De narigheid begon ook niet pas 70 jaar geleden in het kader van de partitie. Belangrijker: de narigheid begon óók niet in 1846, na de Eerste Sikh-oorlog. Nog belangrijker: het begon ook niet na de eerste militaire bemoeienis van de Britten met India, nee, zelfs niet met de eerste Britse ‘commerciële’ bemoeienis met het subcontinent van rond 1600.
Kijk je lang genoeg terug, dan zijn er in de geschiedenis van elke regio op aarde bloedige conflicten te vinden. Kashmir is daarop geen uitzondering, integendeel. Het is niet moeilijk om informatie te vinden over een hele serie van conflicten die zich hebben afgespeeld in dit gebied. Dat ik hier ook die ‘Eerste Sikh-oorlog’ noem heeft een reden. Begin 19e eeuw waren de Britten nog steeds niet de baas over heel het subcontinent. De verheerlijkte en verguisde Ranjit Singh doet in de verte wat denken aan de Atatürk: volstrekt dominant, maar minder gewelddadig dan vele andere tirannen en blijk gevend van interesse in wat de rest van de wereld bood. Hij had tientallen vrouwen en hij maakte gebruik van Europese huurlingen. Zijn rijk omvatte de noordelijke helft van het hedendaagse Pakistan, een deel van het hedendaagse China, een groot stuk van het noorden van India, de gehele Punjab en het hele gebied dat met Jammu & Kashmir wordt aangeduid. In dit reusachtige gebied woonden slechts een paar miljoen mensen, waarvan minder dan een vijfde deel het Sikh-geloof aanhing en meer dan twee derde moslim was.
Ongeveer een halve eeuw later volgde – luttele jaren na de dood van de stichter – het einde van het rijk. Na twee oorlogen waren de Sikhs verslagen door de Britten, die vervolgens – en dat is cruciaal – zeker geen democratie invoerden, maar ook niet zelf alle macht aan zich trokken: ze verdeelden het gebied in zogenaamde ‘prinselijke staten’. Een van de grootste daarvan werd Jammu & Kashmir. De heerser/eigenaar/belastinginner betaalde er heel veel geld voor aan de Britten! De eerste van die eigenaren, heette ook Singh (Gulab), maar deze was hindoe. Zijn derde opvolger was Hari Singh. Er is filmmateriaal van rond zijn kroning tot maharajah in 1926. Bijzonder om te bekijken, met olifanten en soldaten met speren, maar mijns inziens is het inleidende beeldje dat hieronder staat het meest wezenlijke.
De koninklijke kaste…
De absolute vanzelfsprekendheid van extreme ongelijkheid, is duizenden jaren ingebakken geweest in de Indiase cultuur en is er nog steeds niet weg. Ongelijkheid binnen en tussen groepen mensen van dezelfde etniciteit en of religie. Om over mannen en vrouwen nog maar te zwijgen. Eeuwenlang onderdrukte een minderheid van mohammedanen de meerderheid van hindoes, boeddhisten en anderen. Mannen die mochten blijven leven werden tot arbeidsslaaf gemaakt, vrouwen tot seksslavin. Later heersten Sikhs wel over hindoes etc etc.
De Britten heersten – direct en vooral indirect –uiteindelijk over allen. Dat deden ze echter slechts ongeveer één eeuw. Ze misdroegen zich regelmatig even erg àls, maar per saldo staken ze zeker niet slecht af tégen de lokale tirannen; integendeel. Tienduizenden mensen werden nog in de eerste helft van de 20 eeuw gedood door de Britten, maar in de jaren 1947/1948 stierf een veelvoud van dat aantal bij het geweld tussen mohammedanen enerzijds en de rest van de bevolking anderzijds. En een veelvoud van dàt aantal stierf eerder bij de mohammedaanse verovering en onderdrukking.
Pakistan valt aan
In 1947 kwamen de Britten met de Indian Independence Act. De wet bevatte twee cruciale elementen: er kwamen twee nieuwe staten (dominions) en het werd aan de lokale heersers overgelaten of hun ‘staat’ tot India dan wel Pakistan zou gaan behoren. Van volksraadplegingen of iets dergelijks was geen sprake. De meeste lokale heersers maakten een duidelijke keuze, maar Jammu & Kashmir en Balochistan (het zuid-westen van het huidige Pakistan) hoorden daar niet bij. Die meneer met dat merkteken van de koninklijke kaste op zijn voorhoofd, wilde dat zijn staat onafhankelijk werd/bleef. Vanuit ‘Pakistan’ werd de aanval geopend: Pakistan tussen quotes omdat het nog nauwelijks op papier bestond. Toen de zogenaamde ‘Gilgit-scouts’ in opstand kwamen tegen de maharajah, deden Britse troepen eraan mee. Uit de zogenaamde ‘tribale gebieden’ werd het hartland van Jammu en Kashmir binnengevallen en Hari Singh koos Indiase eieren voor zijn geld.
Die ‘scouts’ woonden, in tegenstelling tot die ‘tribalen’ toen dus wel in Jammu en Kashmir en werden een (omstreden) deel van Pakistan. Onder de bevolking van Gilgit-Baltistan leeft een wens om een reguliere, vijfde provincie te worden van Pakistan, maar de centrale regering is daar tegen, omdat daarvan de suggestie zou kunnen uitgaan dat ze zich neerleggen bij de feitelijke grens met India, terwijl men vanuit Islamabad nog steeds zeggenschap claimt over heel Jammu & Kashmir.
Bezet gebied
Aan de Indiase zijde van de bestandslijn heerst ook niet alleen maar pragmatisme. Zo kent het parlement volgens de grondwet 111 zetels, maar in de praktijk zijn het er slechts 87. De andere 24 zijn bedoeld voor vertegenwoordigers uit de delen van J & K die onder Pakistaans bewind staan. Er zit niemand op die zetels!
De regering van de beklagenswaardige Mehbooba Mufti wordt gesteund door haar eigen partij, de JK PDP, die 28 van 87 zetels bezet. Coalitie partner BJP – hindoe-nationalisten zeg maar – heeft daarnaast ook nog 25 zetels. Samen een riante meerderheid dus. De grootste oppositie partij – JK NC – heeft slechts 15 zetels. Het terrorisme tiert echter welig.
Gezien de geschiedenis, en met name gezien de verwikkelingen in 1947/1948, is het absurd om te spreken van ‘bezet gebied’, maar het gebeurt wel. Het moge duidelijk zijn dat, indien men al wilde spreken over ‘bezet gebied’ dat dat eerder het gebied zou betreffen dat nu onder Pakistaans bewind staat, dan het gedeelte dat onder India valt. Dat dat laatste toch vaker gebeurt dan het eerste, heeft te maken met de mohammedaanse ideologie en vooral met de wijze waarop die ideologie benut kan worden voor politieke doeleinden.
Kort door de bocht, maar ook weer niet zo heel kort: het wordt als een vanzelfsprekend schandaal, als in strijd met de goddelijke orde, beschouwd wanneer mohammedanen bestuurd worden door niet-mohammedanen. In de zuid-punt van Thailand en van de Filippijnen is dat zo, in elk deel van welk land dan ook waar de mohammedanen een meerderheid van de bevolking vormen: tot en met wijken van Europese steden. De facto is de onuitgesproken insteek steeds: elk mohammedaans bewind is te verkiezen boven elk niet-mohammedaans bewind. Wat de meerderheid van de betreffende bevolking daar zelf van vindt is van minder belang. In zekere zin blijkt dat al uit de manier waarop bijvoorbeeld sjiieten onderdrukt worden door soennieten (en in Iran soennieten door sjiieten). In Pakistan,
Now, not only non-Muslims are being harmed but also sub-sects like the Sufis, Ahmadis and Shias. (bron)
Het wordt nog beter en pijnlijker geïllustreerd door de behandeling van mohammedanen die niet vanwege hun mohammedanisme-variant, maar vanwege hun etniciteit een minderheid vormen.
Balochistan en de Chinezen
En daarmee belanden we bij de Pakistaanse provincie Balochistan. Deze provincie is in oppervlakte de grootste van het land, in verhouding dun bevolkt en rijk aan grondstoffen. De overgrote meerderheid van de bevolking is moslim en armer dan de rest van Pakistan. De merkwaardige Pakistaanse publicatie The Nation publiceerde ruim een jaar geleden een zeer kritisch stuk over de stichter van Pakistan, Jinnah, en de slinkse manier waarop hij in de tijd van de partitie Balochistan tot onderdeel maakte van Pakistan. Zeer recent kwam dezelfde publicatie met dit uitzonderlijke verhaal van een Pakistaanse generaal, die betoogt waarom het goed was dat juist een Pakistaanse generaal aan het hoofd zou komen te staan van de Islamic Military Alliance to Fight Terrorism (IMAFT). Deze alliantie zou zich vooral tegen de Islamitische Staat keren, maar drie landen ontbreken zeer opvallend onder de leden: Syrië en Irak, – die toch wel het meeste last hebben van IS! – en Iran.
Er is geen twijfel mogelijk: deze alliantie is geen islamitische maar een soennitische. De inmiddels door Erdowahn als premier afgedankte Ahmet Davutoglu noemde de opzet van deze ‘alliantie’: “the best response to those who are trying to associate terror and Islam“. Het lijkt wel gericht op imago-bescherming… Vreselijk deprimerend allemaal, maar ik verwijs hier naar dit stuk van generaal Saad Khattak vanwege deze terloopse passage over Balochistan:
Pakistan and Iran supported each other on Baloch insurgency in the 1970s, both for their own interests.
De buurlanden Pakistan en Iran – de een gedomineerd door soennieten, de ander door sjiieten – hadden destijds beiden last van hun etnische minderheid der Balochi’s en werkten samen om die te onderdrukken. En onder Balochi’s komen zowel soennieten als sjiieten voor!
Vandaag de dag heeft vooral Pakistan last van opstandige Balochi’s. Streven naar onafhankelijkheid wordt genadeloos onderdrukt. De opstandigheid wordt tegelijkertijd heel sterk aangewakkerd door de economische samenwerking tussen het centrale Pakistaanse bewind met China. De Chinezen investeren grootschalig in de Pakistaanse infrastructuur, met name in de zogenaamde China Pakistan Economic Corridor, (CPEC). Daarmee ergeren ze terloops India omdat de corridor ook loopt door het deel van Kashmir onder omstreden Pakistaans bewind, maar een groot deel ervan loopt dus door Balochistan. Hij loopt náár de Balochi havenstad Gwadar, aan de Arabische zee.
Vanwege de opstandigheid van de Balochi’s verlangen de Chinezen ‘veiligheidsmaatregelen’ tegen de Balochi’s. Een verlangen waar de centrale Pakistaanse overheid in meegaat, hetgeen al veel levens heeft gekost. De leer van Mohammed levert altijd en overal narigheid op, maar de grootste narigheid komt met een verstrengeling van die leer met imperialistisch-nationalistische landen of volken.
Dank voor de feitelijke informatie, daar is veel meer van nodig in het publieke debat.
Heel leerzaam artikel, met veel informatie.
Bedankt.
Als aanvulling: wat ik me herinner uit diverse geschiedenis-boeken, is: o.a.:
– Bij het onafhankelijk worden van de Britse Indiase kolonie, werd de mohammedanen
een gelijkwaardige positie voorgehouden. Maar het waren de mohammedanen, o.l.v.
de fanaticus Jenna, die zich perse wilden afscheiden: vandaar later de islamitische !
staat ‘Pakistan'[ = land van de “reinen” …].
India is geen hindoeïstische staat, maar – i.i.g. in theorie – een parlementaire democratie.
Het massale geweld bij de scheiding vond zijn oorsprong aan mohammedaanse kant.
– Uit de moderne geschiedenis van Balochistan, zijn ontwikkelingen bekend, die inhielden dat men zich wilde van ‘Pakistan’ wilde afscheiden.
naschrift:
Bangla-Desh heeft zich, omstreeks 1970, van ‘Pakistan’ afgescheiden.
Wat de oorzaken waren, weet ik niet; ook is het “succes” erg bitter:
zeer zwaar overbevolkt en minstens zo arm en onderontwikkeld.