DE WERELD NU

Integreren of ‘gediscrimineerd’ worden

integratie

‘Discriminatie’ en ‘racisme’ zijn de toverwoorden van in Nederland wonende allochtonen. Maar ‘integratie’ ontbreekt. Te pas en nog veel vaker te onpas, worden ‘Discriminatie’ en ‘racisme’ gebruikt om (vermeend) slachtofferschap aan te duiden en de autochtone bevolking in staat van beschuldiging te stellen.

Niet zelden worden de termen ook gebruikt om het geweten te sussen bij allerlei soorten van fraude. Als ‘slachtoffer’ mag je wel wat terugpakken als je ‘gediscrimineerd’ wordt.

Discriminatie, laat staan racisme, is veel minder omvangrijk dan wel eens wordt beweerd en aangenomen. Discriminatie in de betekenis zoals veel allochtonen die gebruiken, bestond ook al toen er nog nauwelijks  allochtonen in Nederland verbleven. Als je uit een bepaalde buurt of dorp kwam, van een bepaalde familie was, een bepaalde religie had, je uiterlijk (vooral als vrouw) niet meehad, je slordig kleedde en er onverzorgd uitzag, kwam je onderaan op het lijstje van sollicitanten. Is het discriminatie als bepaalde voor- of afkeuren, eerdere ervaringen met een bepaald type sollicitant, risicoafwegingen en sfeerbewaking een bewuste of onbewuste rol spelen? Of is het gewoon alledaags gezond verstand dat wordt gebruikt om de beste keuze te maken.

Is het discriminatie als altijd dezelfde jongens of meisjes als laatste worden gekozen bij het samenstellen van een elftal of team? Als regel gaat het gewoon om de kwaliteit van een speler en dat kan hard zijn voor iemand die minder kwaliteiten heeft.

Discrimineert een werkgever die na eerdere vervelende ervaringen geen Marokkanen meer aanneemt? Strikt juridisch wellicht wel, maar in de praktijk van alledag doet hij niet anders dan risico’s uitsluiten en als ondernemer doet hij dat dagelijks en op tal van terreinen.

Voor allochtonen is het van belang om te begrijpen wanneer de ervaring van gediscrimineerd worden of gediscrimineerd voelen zich voordoet. Als je niet echt geïntegreerd bent (wanneer ben je geïntegreerd?), kom je niet boven aan de lijst. Vanuit de ervaring dat de meeste allochtonen niet echt geïntegreerd zijn, zal een werkgever of sollicitatieteam dat soms bijna automatisch doen. Let wel: de ervaringen zijn slecht. Dat gaat niet alleen over de beheersing van de Nederlandse taal. Het gaat ook om de andere cultuur. Je hebt niet dezelfde informatie, begrijpt sommige grapjes niet, je voelt je snel achtergesteld, je komt met eisen (een bidplek bijvoorbeeld) wat je collega’s overdreven vinden, of je wilt je hoofddoek blijven dragen terwijl je collega’s dat niet geweldig vinden.

Veel allochtonen hebben een als discriminatie ervaren bejegening in feite te danken aan de hardnekkigheid waarmee men aan eigen cultuur en taal vasthoudt. Dat recht wordt ze niet ontzegd, maar kan geen onderbouwing zijn voor de eis om op dezelfde manier te worden behandeld als een Nederlander. Het woord ‘allochtoon’, in feite een statistische term, zal niet verdwijnen uit het Nederlands spraakgebruik.  De statische term heeft zich ontwikkeld tot een aanduiding van iemand die hier geboren kan zijn en een Nederlands paspoort heeft, maar niet geïntegreerd is.

Een goed geïntegreerde Marokkaan of Turk heeft vaak nog steeds zijn naam en afkomst tegen. Ondanks een wellicht prima C.V. kan een stereotype beoordeling een rol spelen. Wie echter goed geïntegreerd is heeft een breed netwerk dat voor een deel uit autochtonen bestaat en dat hem hulp kan bieden. Wie echt geïntegreerd is zal minder problemen op de arbeidsmarkt ervaren en heeft een grote kans zijn baan langer te behouden dan slecht geïntegreerden die maar al te vaak het eerste jaarcontract niet verlengd zien. Ook ‘schijn-integratie’ is een probleem.

In zijn column ‘De geboren zondebok’ brengt Özcan Akyol (NRC 21032015) het niet-geïntegreerd zijn scherp onder woorden. Over de goedopgeleide Yasmina Haifi, die haar baan op het ministerie van Justitie en Veiligheid verloor vanwege haar tweet waarin ze stelde dat IS niets met de islam heeft te maken, maar een Zionistisch complot is dat door joden werd bedacht om de islam in diskrediet te brengen, schreef Aykol dat ze op dat moment haar masker verloor. Voor even verscheen achter de politiek correcte opstelling, waarmee ze zich door het leven bewoog, haar echte gezicht dat ze normaal thuis zou laten. Yasmina Haifi is daarmee een voorbeeld van schijn-integratie. Ze wil niet dat haar etnische omgeving als kaaskop veroordeelt, ze heeft haar identiteit behouden en ging met een masker op naar haar werk. Het toont aan hoe moeilijk integreren is als je directe omgeving, je thuisland en je religie dat eigenlijk niet van je accepteert.

Voor niet-integreren betaal je een prijs in de samenleving en voor integreren in die samenleving betaal je een prijs bij je traditionele achterban. Wat je ook kiest één van de twee zal je daar voor laten betalen. Je wordt door de kat of door de hond gebeten en als je dat discriminatie noemt draai je oorzaak en gevolg om. Integreren is kiezen. Kiezen voor jezelf levert je binnen de Nederlandse cultuur de meeste kansen op.

(in een artikel in het Parool verwoordde Renzo Verwer eveneens de gedachte dat moslims niet het alleenrecht op discriminatie kunnen claimen, link: artikel )


Dit artikel verscheen eerder op Louter’s Punt

1 reactie

  1. Dick H. Ahles schreef:

    De ellende zit ‘m in de formulering van artikel 1 vanb onze grondwet. Niet voor niets pleitte Pim Fortuyn voor de opheffing van dat artikel. Ik ben het met hem eens. Het in algemene zin burgers in de grondwet te verplichten niet te discrimineren is zo iets als, iedereen sex verbieden, of gokken, of drinken of geen overspel plegen. Iedereen discrimineert, de hele dag door en zonder dat kunnen we niet gedragen. En let wel ook Sylvana Simons discrimineert voortdurend en alle andere gutmenschen, want dat zit diep in onze menselijke natuur verankert.
    Een leven zonder vooroordelen kan niet worden voltooit.

    Natuurlijk zullen we mensen die niet verkrachten, geen dom gedrag naar iemand van een andere huiskleur.

    Wat er HAD moeten staan in de grondewet, en wat in vorige versies ook altijd zo ongeveer werd geformuleerd, is dat onze overheid bij het opstellen van wetten en het aannemen van ambtenaren niet discrimineert op grond van ras, overtuiging, enz., tenzij men kan aannemen/aantonen dat bepaald individuen niet loyaal willen zijn aan lands soevereiniteit, veiligheid en staatsbestel, inclusief de daarbij behorende ongeschreven gedragsregels welke (‘geen hand schudden van vrouwen!”) in het maatschappelijke verkeer , of zich aan bepaalde wettelijke regels (“niet onverdoofd slachten!”) niet willen houden.

    Nu is artikel 1 van de grondwet de methode geworden om bepaalde politieke opvattingen boven de discussie te verheffen en andersdenkende te kunnen vervolgen en hun vrijheid van meningsuiting af te nemen. het is het ultieme middel van de elite om te heersen. Terwijl de grondwet er moet zijnb om burgers tegen de overheid te beschermen.