Hoe moeilijk is schrijven?
De vraag uit de titel is minder eenvoudig te beantwoorden dan zo op het eerste gezicht logisch lijkt. Want er wordt duidelijk iets anders gevraagd dan het krassen met je achterpoten in wat rul zand. Schrijven is een ‘edel’ vak.
Althans, dat is de onuitgesproken premisse van de rel die NRC probeert te schoppen over het intersectioneel gejank wie het Moederdaggeschenk Boekenweekgeschenk voor 2019 zou mogen schrijven. De aangewezenen zijn mannen. Over de ‘vrouw en het moederschap’. Het schrijven moet wel een edel vak zijn, want alleen mannen doen het blijkbaar naar behoren. En dan worden diezelfde mannen alsmaar ook nog uitgenodigd voor talkshows, en dat zinloos geklep een vrouwelijk prerogatief is weet iedereen. Ergo: discriminasie!!, Raciesme! En wat niet al, dat momenteel modieus en daarom inhoudsloos is. Noemde ik de intersectionaliteit al? Nu ja, om zeker te zijn noem ik het nogmaals, dat zal er ook wel onder vallen. Laat ons krijsen tot we nèt niet schor zijn, want anders kunnen we vanavond niet naar Jinek.
Enfin.
Wie kan het wat schelen of een tekst gewoon kut is, of door een domme lul is neergepend? Het gaat er om wat er staat, en hoe het er staat. Voor de rest: uien is uien, en die horen de soep der eeuwigheid in te gaan. Ze hoeven niet heel smakelijk te zijn, als ze maar voedzaam blijken.
Sietske Bergsma schreef vandaag al een vernietigend stuk over deze nieuwe aanslag op onze vrouwzame cultuur, maar het tartariseren van een onzinnig standpunt is niet zo mijn ding. Van geprakte banaan moet ik ook niet veel hebben, als u begrijpt wat ik bedoel. Ik vraag me vooral af: wat wil men hier nu mee? Afgezien van naar Jinek, that is.
Dat valt nog in het geheel niet mee. Kwekkwak: diversiteit, Blabblob: genderongelijkheid, snaksnik: bedroevend, brulboei: leven in 2018, klapklop: overgeslagen gruwgrauw: grote diversiteit. Ik zal nog wel wat pronkstukjes hebben overgeslagen – aan een boom zo vol geladen mist men één, twee pruimpjes niet moeilijk. Het stukje in NRC is één grote klaagzang in de vorm van een Open Brief. Dat is een leuk genre voor moderne websites (zoals deze), en de publicatie er van ontslaat de geadresseerde van de inhoud kennis te nemen, zo krijg ik wel eens de indruk. Stuur ze dus vooral in. Hannibal plaatst ze meestal wel, maar verwacht niet dat men ze leest waar men ze zou moeten lezen.
Ik begrijp de kritiek dus niet goed. Is het niet juist een veronderstelde kwaliteit van goed schrijverschap dat men zich in een personage kan inleven? Als een groot schrijver een perfect boekenweekgeschenk over de vrouw en het moederschap weet te baren, dan is alles toch goed? Als het tegenvalt is het daarentegen hèt moment om met je Open Brieven en je kritiek te komen. Het premature gejank is dus een verliezende zet in een gewonnen stelling.
Overigens is het ook geen wonder dat dit gebeurt, want vrouwen niet kunnen schaken. Zou schrijven dan toch een soort schaken zijn?