Het open riool aan de borreltafel
De social media hebben wat los gemaakt in de maatschappij. Want nooit eerder werden meningen die zich voorheen altijd beperkten tot de borreltafel, zo ongegeneerd openlijk geëtaleerd.
De social media beginnen een probleem te vormen – vooral voor ‘de boven ons gestelden’, zoals we de bestuurlijke elite van het land graag eufemistisch noemen. Want onderdeel van het probleem social media, is dat de afstand tussen kiezers en gekozenen enorm klein geworden is. Niet dat er formeel iets veranderd is, maar vroeger kon je een brief sturen – die je eerst nog schrijven moest – die na verzending op zijn best pas binnen een dag of 3 a 4 tot resultaat kon leiden.
Via social media zijn de dienaren des lands sneller bereikbaar, en valt het daardoor des te meer op als een brief of boodschap wordt genegeerd. Binnen een uur kun je soms al berichtjes zien rondgaan, dat ‘de elite’ u weer eens negeert. Vaak terecht, maar sommige zaken vragen nu eenmaal zowel meer tijd voor reflectie als tijd om het tot beleid te verheffen. De snelle reactie van een politicus die werd bevraagd is vrijwel onmogelijk geworden. Want men tendeert er naar hem of haar er aan te houden. Dat dat niet altijd kan wordt genegeerd omdat alles op mobiele telefoons wordt vastgelegd.
Dat de politieke elite zich steeds meer in het nauw gedreven voelt is daarom niet vreemd. Het is een feit. Het vervelende is, dat de politieke partijen ons door jarenlang om politieke redenen hebben opgescheept met een verbijsterende middelmaat aan politiek talent. Werkelijk politiek getalenteerden zijn meestal te lastig voor de leiding van gevestigde partijen, en werden daarom vaak op zijsporen gerangeerd. Of het juist deze mensen die politici nu de meeste moeite bezorgen is niet zeker, maar helpen doet het vast niet.
Desalniettemin is het gros van de bevolking nooit de borreltafel ontstegen – men heeft er alleen uitgebreider middelen voor beschikbaar – en dat 24 uur per dag. Dat vindt je ook meer en meer terug in waarover mensen tweetten en netwerken (FB). Door de netwerkfunctie van sociale media wordt een mening veel sneller mainstream dan zij ooit worden kon in het tijdperk vóór de introductie van de smartphone.
Politiek is bij uitstek geschikt voor social media, en de gevolgen zijn er dan ook naar. Extreme meningen zijn in Nederland nooit zeldzaam geweest, maar een bepaald type, veelal gebrandmerkt als ‘extreem-rechts’ bleef altijd beperkt tot de borreltafel. Daarom is op geen enkele manier bekend hoe wijd verspreid ze ooit waren. Maar wel, dat ze nu in enorme hoeveelheden opkomen. Mensen vinden elkaar sneller, jutten elkaar op, of wijzen elkaar sneller op gerechtvaardigde mogelijkheden en gevaren die men ziet.
Opvallend is het dus niet, dat extreem-rechtse meningen zich sterker dan ooit manifesteren. Maar wat men snel overziet, is de vraag of al deze meningen werkelijk extreem-rechts zijn. het meest interessant is dat nog als je de uitwassen bij hardcore SP-adepten beschouwt: waar zij voor waarschuwen, bepleiten ze niet zelden zelf met volle overgave, teneinde hun eigen standpunten door te drukken. Het is een signaal dat het hier niet zozeer gaat om politiek extremisme, als wel om een gebrekkige manier om diepgevoelde emoties te communiceren.
Betreurenswaardig is wat dat betreft de wijze waarop de politie thans door een weinig invoelend Openbaar Ministerie wordt ingezet om op huisbezoek te gaan bij deelnemers aan dergelijke heftige discussies. Is het zinvol om mensen er op te wijzen dat wat zij vroeger aan de toog van café of voetbalkantine uitspraken, niet via elektronische weg mag worden gecommuniceerd?
In juridische zin is wat op Facebook wordt gezegd en geschreven mogelijk inderdaad niet in de haak, maar dat er in andere hoeken van het web minstens even militant wordt gepraat en geredeneerd was blijkbaar nooit een probleem. Dat laadt de verdenking op zich, dat er met twee maten gemeten wordt, iets wat funest is voor een open samenleving.
De vraag wat Facebook is en hoe daar mee om te gaan zou eerst eens moeten worden gesteld, alvorens politie op huisbezoek te sturen of aan te sturen op een proefproces. Is een besloten groep op Facebook gelijk te stellen met een borreltafel? Er lijkt me veel voor te zeggen. Dat impliceert dat je er zou mogen zeggen wat je wilt, tenzij je rechtstreeks tot geweld oproept.
Een politieke uitspraak in die zin lijkt me belangrijk. En liefst in samenspraak tussen een aantal partijen, want wat we hier krijgen, met onaangekondigde huisbezoeken van de echte politie en de moraalpoltie van de VARA, kan er alleen toe leiden dat de ressentimenten groeien. Mogelijk dat groepen zelfs ondergronds gaan. Het internet heeft de mogelijkheden jezelf onvindbaar te verstoppen, je moet alleen weten hoe dat werkt. Wil de overheid dat werkelijk? Slim is anders.
Mij zult U er niet zien, maar zegt u – zolang u het in beslotenheid houdt -vooral wat u wilt.