Het huwelijk van VVD en PvdA
Daar zaten ze dan gisteravond bij P&W: Mark en Didi. Mark als de tevreden pater familias, die een trots uitstraalde die slechts passend is voor een dompteur die zijn favoriete walvis heeft leren tapdansen. Diedi als het nog wat schuchtere bruidje, dat blozend beseft dat iedereen de dag na de huwelijksnacht weet dat ze ´het´ gedaan hebben. Voor het echie.
Zoals elk (ouderwets) huwelijk waar de partners nog geen ervaring met elkaar hebben, zullen we moeten afwachten hoe het zal zijn met de gesteldheid van de comptabilité d´humeur. En of ze elkaar vertrouwen. Wat dat laatste betreft is er de pikante situatie dat de belangrijkste politieke rivaal van Diedi als rechterhand van Mark Rutte in het kabinet komt. De nu loskomende verhalen dat Diedi Lodewijk al direct na de verkiezingen in de gunsten van Mark aanbeval, kunnen we rustig met een pondje zout nemen.
Rivaliteit
De wat ouderen onder u zullen zich wellicht nog de situatie herinneren die zich ontwikkelde bij de VVD, tussen de formele leider De Korte als vice-premier, en zijn rivaal Voorhoeve die de Kamerfractie leidde. Toegegeven, de situatie was in zekere zin omgekeerd, met de leider in het kabinet, en zijn rivaal als fractieaanvoerder. Dat neemt niet weg dat de geschiedenis ons leert dat een politiek leider met een krachtige concurrent niet voorzichtig genoeg kan zijn. Zeker als deze potentiële concurrent in een machtspositie komt te zitten.
Is het kabinet namelijk succesvol, dan is dit voor een zeer belangrijk deel op het conto te schrijven van de vicepremier, die immers medeverantwoordelijk is voor het beleid. Komt het kabinet voortijdig ten val, dan lijkt het bijna onvermijdelijk dat dat op het voor rekening van de fractievoorzitter van de PvdA-fractie komt. Partijen die de premier leveren breken coalities slechts hoogst zelden. Het enige voorbeeld van na 1945 dat mij bekend is, is de farce rond de val van Srbrenica met het tweede kabinet-Kok. Maar dat is in retrospectief nauwelijks representatief te noemen. Over het algemeen breekt een juniorpartner een coalitie op, als de premierspartij te arrogant wordt, en zij zich in het nauw gedreven voelt.
Veel maatregelen uit het regeerakkoord bieden al evenzeer ruimte voor onenigheid gaande de kabinetsperiode. In de eerste plaats zullen veel bezuinigingen pas tegen het einde van de kabinetsperiode worden geïmplementeerd. Maar juist tegen het einde beginnen de partijen zich al weer voor te bereiden op de volgende verkiezingen, en neemt de actiebereidheid navenant af. Een recept voor ellende.
WW
De WW is ook zo´n probleempunt in wording. Vanaf 2014 wordt die feitelijk opgeheven. Niet formeel, maar de toegang wordt dusdanig beperkt (onder andere 10 jaar rechten opbouwen alvorens men toegang krijgt, gecombineerd met een opbouw van een halve maand WW per gewerkt jaar) dat je het nauwelijks anders noemen kunt. Dit betekent dus dat dat volle jaar WW pas na 24 jaar werken mogelijk wordt gerealiseerd. Bovendien is de uitkering in het tweede jaar nog slechts gebaseerd op het minimumloon, waarvan dan een percentage beschikbaar is voor de ontslagene. Het verschil met Bijstand zit hem dan nog slechts in de naam.
Er is weinig dat de gefragmenteerde FNV onder de bezielende leiding van enige SP-partisanen méér gelegenheid biedt om zich te profileren dan juist dit punt. De inperking van de laatste jaren werd door weinig mensen als onredelijk gezien, maar wat er nu aankomt is van een andere orde.
Herindelingen
Wat het kabinet bezielt met de aangekondigde grootscheepse bestuurlijke herindeling is me een raadsel. Achterdochtig als ik ben kan ik er alleen een gelijkschakeling met de gebruikelijke omvang van bestuurlijke indelingen in andere Europese landen in zien. De band van de burger met het openbaar bestuur, die toch al zo fragiel is, zal er zeker niet beter van worden. Zou alles er efficiënter door kunnen worden bestuurd? Aangezien deze aanpak al bij relatief simpele bestuursorganisaties als lagere, middelbare en hoge-scholen opzichtig heeft gefaald, lijkt me dat de perspectieven niet gunstig zijn. Het bijeenvegen van allerlei plattelandsgemeenten tot zij gezamenlijk de verplichte omvang van tenminste 100.000 inwoners hebben bereikt, geeft evenmin veel reden tot vertrouwen.
Vijf provincies in plaats van de huidige twaalf lijkt me ook tamelijk arbitrair. Wordt de verplichte minimumomvang wellicht 3 miljoen inwoners? Het zou in lijn zijn met de eis van 100.000 inwoners voor een zelfstandige gemeente. Niet alleen wordt hier de traditionele bestuurlijke indeling van ons land gedachteloos overboord gegooid in een herschikking die eenvoudigweg megalomaan is, maar het roept de vraag op in hoeverre men heeft nagedacht over de taken die die provincies in de toekomst moeten uitvoeren, en wat de meerwaarde van de samenvoeging zal zijn.
Wat vast staat, is dat het verzet groter zal zijn dan de bij gemeentelijke herindelingen tot dusver gebruikelijke protesten, die overigens niet zelden door de partijen in de Tweede Kamer worden gehonoreerd. Het doet vooral denken aan de kalenderhervorming die men in de Franse Revolutie doorvoerde, met weken van tien dagen, en meer van dergelijke lineaire nieuwlichterij waarop niemand zat te wachten. Onnodig te zeggen dat dit systeem het geen twee jaar volhield. Een onzinnig plan dat beter gelijk kan worden ingetrokken.
En verder
Officieel zal er 16 miljard worden bezuinigd. Klinkt goed! Maar over de HRA, de Nederlandse bijdrage aan de volgende Griekse bailout en wat we kunnen verwachten ten aanzien van de EU (het kabinet is EU-gezind, zegt het zelf, en daarmee moeten we het doen), daarover meldt het regeerakkoord te weinig om er nu al iets zinnigs over te zeggen, behalve dat de VVD hier een half dozijn verkiezingsbeloften tegelijk vergat zodra op 12 september de klok middernacht sloeg. Veel munitie voor de oppositie in ieder geval.
De verdeling van de portefeuilles wijst er op dat de VVD vooral wil proberen een aantal van de resultaten van het vorige kabinet te verdedigen. Dat is lofwaardig, maar het is tegelijk een bizar element, omdat het impliceert dat men bij de VVD denkt dat de PvdA op deze punten sterke argumenten zou kunnen inbrengen.
Wie denkt dat dit kabinet de rit uit zal zitten kan zich voor weddenschappen nu bij mij melden. Nieuwe verkiezingen in 2015 lijkt de meest realistische voorspelling, alles overziende. Als niet lang voordien de senaat het kabinet niet al naar huis heeft gestuurd, tenminste.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.