DE WERELD NU

Het huurregime in Nederland, land van koehandelcoalities

We hebben in Nederland last van gestapelde bedoelingen-politiek. En koehandel. Frans Groenendijk beschrijft een voorbeeld aan de hand van eigen ervaringen met het huurregime.

Ik heb het plan opgevat om naar Enschede te verhuizen, maar ik ben echter niet zo rijk. Dat beperkt de mogelijkheden. Sowieso kan ik geen koophuis betalen. Gelukkig kun je in Nederland ook huren. Alleen ben ik voor sommige huurhuizen te arm, maar – en nu wordt het zo langzamerhand een beetje gênant – voor een nog groter aantal andere huurhuizen ben ik dan weer te rijk. Dat is te danken aan het verziekte politieke klimaat: niet speciaal in Enschede, maar in heel Nederland.

Wel speciaal aan Enschede is hoe weinig de gemeente zich bemoeit met de toewijzing van huurwoningen. De gemeente legt alleen een claim op een deel van het bezit van de woningbouwcoöperaties voor mensen van wie het huis is afgebrand. En voor mensen die uit verre landen komen natuurlijk.

In hun feestelijke strijd voor nivellering hebben de sociaaldemocraten en aanverwante groeperingen, op een gegeven moment vastgesteld dat verdere nivellering via ‘progressiviteit’ in de loonbelasting, op politieke grenzen stuitte. Daarom heeft men vervolgens, en met groot ‘succes’, ingezet op toeslagen: de ‘allerkansarmsten’ kregen geen lager belastingtarief of hogere belastingvrije voet – dat ze dan zomaar naar eigen goeddunken zouden kunnen uitgeven – maar ze kwamen nu mogelijk in aanmerking voor ‘toeslagen’.

Geoormerkte negatieve belasting dus. Naast zorg- en nog zo wat, ook huurtoeslag. Voor wat betreft de huren is er nog een ander front geopend om op te komen voor de belangen van de allerkansarmsten: passende toewijzing van huizen. Goedkopere huizen moesten als het ware gereserveerd worden voor de armere mensen. Rijkere mensen moeten bij wijze van spreken verhoudingsgewijs net zoveel huur betalen als armere.

Er valt wel een redenatie op te zetten voor het verbannen van ‘te rijke’ mensen uit ‘te goedkope’ huizen. Totdat die mensen uit verre landen hier hun toevlucht en nog zo wat kwamen zoeken, lukte het al een tijdje niet meer om voldoende goedkope woningen te realiseren. In gemeenten waar de lokale overheid zich meer direct bemoeit met woningtoewijzing was (en is nog steeds) sprake van absurd lange wachttijden. Wanneer in zo’n krappe woningmarkt ‘te rijke’ mensen zomaar in ‘te goedkope’ huizen kunnen wonen, dan worden die ‘te arme’ mensen immers dakloos. Gelukkig is er een alternatief: ‘te dure’ huizen combineren met die geoormerkte negatieve belasting.

Dat is keiharde logica in bepaalde kringen, maar op gegeven moment ging het in andere kringen toch opvallen dat die huurtoeslag op een of andere raadselachtige wijze onbetaalbaar werd. Zo raadselachtig en zo onbetaalbaar dat er zelfs maatregelen genomen werden om het beroep op de huursubsidie af te remmen. Zodoende moeten de armste mensen dus in de goedkoopste woningen terechtkomen.

Maar dat is niet genoeg. Er moet dan ook weer voor gezorgd worden dat de iets rijkere mensen niet alleen weggehouden worden uit goedkope huizen, maar ook uit huizen die in de nabije toekomst te duur voor ze zouden kunnen worden. Per saldo werkt dit stapelwerk voor mij nu zo uit dat ik alleen een huis mag huren dat tussen de ongeveer 40% en 45% van mijn inkomen vergt! Tenminste, bij de woningbouwverenigingen. Bij de commerciële verhuurders moet het juist weer onder de 40% liggen!

Heb ik nu geen enkele kans om ooit, welke huurwoning dan ook te kunnen bemachtigen in Enschede? Nee hoor: kijk maar naar de afbeelding. U ziet dat een van de woningbouwverenigingen dus niet alleen de service biedt dat ze mij berichtjes sturen wanneer er weer woningen in de loting gaan: ze zetten er ook nog bij of de woningen passend zijn voor mij of dat ik een ‘verminderde kans’ maak. Een kans die in de praktijk overigens niet exact nul is maar de nul wel zeer, zeer dicht nadert. Voor die iets goedkopere woningen zijn er in de praktijk namelijk bijna altijd meer dan 100 belangstellenden die minder ‘rijk’ zijn dan ik.
Als eenling zou ik graag een appartement betrekken met twee, misschien drie kamers. De beide woningen waarvan ze me inmiddels hebben laten weten dat ze die voor mij passend achten, zijn gezinswoningen met tuin en met vijf, respectievelijk zes kamers. Hier lijkt toch iets te wringen.

Toch lijkt verder stapelen me eigenlijk geen goed idee.