Het gefragmenteerde politieke landschap – 3
Het derde deel van dit drieluik kan niet anders dan afsluiten met de linkerflank van het traditionele politieke spectrum. Wellicht het minst voorspelbare terrein, zeker door de onvoorspelbare bewegingen die de clanleiders uitvoeren ten einde hun concullega’s de loef af te steken.
Als je het over links Nederland hebt, is het vrijwel onmogelijk niet te beginnen met de PvdA, en er niet ook mee te eindigen. Tussen 1970 en 2000 kon je zonder overdrijven links Nederland gelijk stellen met de PvdA. Die tijd is voorbij, en we mogen hopen dat zij niet terug komt. Voor een politieke analyse van Links, is de PvdA de facto nauwelijks nog relevant, maar haar erfenis is het waard om over te vechten. Al lijkt de gedachte dat de partij binnenkort zal worden opgeheven – hoe aantrekkelijk ook – nog een stapje te ver weg.
Het mag echter ook niet worden uitgesloten, en daar is een goede reden voor. Maurice de Hond beweerde een paar jaar terug dat de keiharde ondergrens voor de PvdA ongeveer 8 zetels bedroeg. Op dat moment was dat ongetwijfeld waar, maar de zwakte van die bewering is dat een partij die wordt teruggeworpen op haar harde kern, tevens de buitenste rand van die kern zal zien verzachten. Een tweede argument is belangrijker: als de PvdA ruwweg onder de 8 zetels zakken zou, dan zijn er te weinig verkiesbare plaatsen om voldoende representanten van allerhande partijstromingen tevreden te stellen. Want wat we niet mogen vergeten is wat de kracht van de PvdA is, een coalitie van belangengroepen te zijn. Maar een dergelijke constructie verliest zijn samenhang als er te grote verliezen worden geleden. Politieke macht is de smeerolie voor een vruchtbare samenwerking.
Een formele desintegratie van de PvdA zou voor veel van de partijen op Links een tweesnijdend zwaard zijn. Enerzijds zou het de politieke groei van de afgelopen 15 jaar bestendigen, anderzijds maakt het een groot gevecht om de erfenis van de PvdA met de politieke vrienden in hetzelfde spectrum onvermijdelijk. Even voor de helderheid: we hebben het dan over GL, SP, PvdD, 50+ en in zekere mate D66.
De SP is in veel opzichten de meest interessante partij van deze groep, omdat zij de meest geloofwaardige opvolger van de PvdA is als socialistische partij – maar niet als politieke coalitie op zichzelf. D66 is minder dan ooit deel van het linkse politieke spectrum, maar trekt nog steeds kiezers weg bij de PvdA, om die vervolgens weer in te leveren bij GL. Welbeschouwd echter zijn zowel GL als 50+ en de PvdD in de eerste plaats parkeerpartijen. Zoals het woord suggereert stemmen daar mensen op, die zich bij de PvdA niet langer senang voelen. De PvdD trekt hoogopgeleide lieve mensen, wie langzaam het gevoel heeft bekropen dat de PvdA zich hun lot niet langer aantrok. GL is voor wie de PvdA te fatalistisch is, en 50+ voor teleurgestelde ouderen die ondertussen zeker weten, dat de PvdA niet zinnens is ooit nog iets voor hen te doen.
————–
En zo boldert de linkse kar voort. Ze ratelt over de keien, de inzittenden houden angstig het hoofd vast – bang het voortijdig te verliezen – en de voerman kijkt niet om, maar ranselt het armetierige paard ongenadig voort. Wie hem in het gelaat staart, zal beseffen dat bij de dood van onprettig nabij in de lege kassen heeft gekeken.
Hoe gechargeerd ook, de beschrijving doet Diederik Samsom recht. Bij het Griekse bailout-debat schitterde Samsom door afwezigheid. De PvdA won in de peilingen niets, maar verloor evenmin. Dat was dit jaar bijna een novum. De verschijning van de huidige PvdA-leider in de publieke arena is voor een deel van zijn achterban voldoende reden te besluiten definitief afstand van zijn partij te nemen, en in afwachting van meer duidelijkheid zich enige tijd tot een der parkeerpartijen te bekennen. En dat iedere keer weer. Het drama van de partij is ook, dat er geen goede opvolger beschikbaar is. Gedoodverfde kandidaat Lodewijk Asscher blijkt niet geheel onverwacht in grote problemen te zullen komen vanwege zijn mismanagement in Amsterdam.
De nieuwe D66-machthebbers in de hoofdstad zijn vastbesloten gladde Louis vast te spijkeren op zijn falen als Amsterdams wethouder, zij hebben de bevolking immers uit te leggen waarom het in het stadhuis ineens zo’n troep lijkt te zijn. Dat het nooit gebruikelijk was om dit te doen is erg jammer voor hem, maar niet minder dodelijk. Aboutaleb liet bij Zomergasten treffend zien dat hij te zeer moet worden gecoached om als partijleider effectief te kunnen opereren, en de uitstraling van Dijsselbloem is eenvoudig hopeloos.
En voor wie het niet gelijk begreep: het graatmagere paard dat de bolderende kar trok, was Diederik Samsom.