Help, de indoctrinatie gaat niet goed!
Paniek in het onderwijskippenhok. De indoctrinatie van de Nederlandse leerling verloopt niet volgens plan.
Het Algemeen Dagblad roerde gisteren de trom dat we achterlopen op andere landen:
Nederlandse scholieren weten weinig over gelijke rechten, een democratische samenleving en vreedzaam samenleven. Hoewel middelbare scholen al sinds 2006 les moeten geven over burgerschap lopen de leerlingen sterk achter op leeftijdsgenoten uit vergelijkbare landen.
Merk op dat de paniek is gebaseerd op een statistisch verschil. Is dat gebrek aan kennis veronderstelde kennis absoluut of relatief? Het antwoord komt snel:
Dat blijkt uit groot internationaal onderzoek naar burgerschapsonderwijs dat vandaag wordt gepresenteerd.
Relatief dus. Dan kun je eenvoudig vast stellen dat wat hier verder uit geconcludeerd gaat worden slechts relatieve waarde heeft. Want wat grappig genoeg dan weer totaal ontbreekt is dat een absoluut probleem – zoals hoe onderwijs over de Holocaust te geven om maar eens een absolute zijstraat te noemen – niet kan worden benoemd niet wordt genoemd of geanalyseerd.
Wat dit verhaal echter toch weer interessant maakt, is het belang dat blijkt te worden gehecht aan de indoctrineerbaarheid van de Nederlandse leerling, alsmede aan de verschillen die optreden bij het indoctrineren op lager en hoger niveau. Wat is bijvoorbeeld een leerdoel?
Ze moeten hun leerlingen leren hoe ze in een vrij, democratisch land leven; met respect voor anderen, ook al zijn die anders, ze mogen voor hun mening uitkomen, kunnen tijdens verkiezingen stemmen.
Persoonlijk vindt ik dit een sterk gekleurd politiek leerdoel, maar in mijn tijd was het onderwijs nog minder politiek gekleurd. Een lesgevende neger was een uitzondering en docenten die anders dan lieve liedjes zingend indoctrineerden werden als probleem ervaren.
Volgens de interpretatoren van de UvA (de usual suspects zeg maar) moet dat de indoctrinatie uniformer:
Hoe ze dat de leerlingen meegeven, mogen ze zelf weten. Juist daar schuurt het. Leraren houden vaak vast aan de bestaande boeken. Als bijvoorbeeld de staatsinrichting op het lesprogramma staat, haken ze daar op in om de scholieren meer te leren over de Nederlandse rechtsstaat en democratie.
(..)Want ook de leerlingen zijn niet te spreken over het zogenoemde burgerschapsonderwijs dat ze krijgen. Ze vinden dat hun school er te weinig aan doet. Bovendien moeten de scholieren kritisch leren denken, maar ervaren ze weinig ruimte voor discussie. Ook hebben leraren te weinig oog voor meerdere kanten van een verhaal en voelen ze zich niet vrij om er een andere mening op na te houden.
Met alle respect, leerlingen kritisch leren deken over de manier waarop hun docenten hen onderwijzen noem ik geen kritisch denken leren. Maar voor kritisch denken zijn kinderen op de middelbare school door de bank genomen ook veel te jong. Je kunt beginnetjes maken, maar als je een kritische mening programmeert die je zelf ooit als zodanig ervaren hebt, dan heb je indoctrinatie gepleegd. De definitie van een kritische mening is er een van tegenstellingen tussen docent en leerling. Maar dat is niet wat wordt gewenst.
Maar dan komt eindelijk de aap uit den mouw:
Wat zijn de consequenties van deze achterstand van Nederlandse leerlingen? ,,Nieuwe generaties jongeren moeten leren leven in een democratische samenleving, maar ze hebben weinig met politiek,’’ aldus Dijkstra. ,,Ze zeggen vaker dat ze bij verkiezingen niet gaan stemmen, zijn minder geneigd aan maatschappelijke activiteiten mee te doen en hechten minder waarde aan gelijke rechten voor mensen met verschillende achtergronden.’’
Het onderzoek wijst uit dat vmbo-leerlingen minder goed op de hoogte zijn dan hun evenknieën op havo en vwo. Ook de thuissituatie speelt mee. Kinderen van laagopgeleide ouders lopen meer achter dan kinderen van hoogopgeleiden. Dijkstra: ,,We zien dat de kennis groter wordt als een school meer doet aan burgerschapsonderwijs.”
Wie laten altijd weer blijken weinig op te hebben met onderwijs in politiek en met de geboden stof? De leerlingen die van nature kritisch zijn aangelegd, en bezwaren hebben tegen indoctrinatiepogingen. Dat geldt in het VMBO nog veel sterker, omdat die kinderen zwaarder leunen op wat hen van huis uit is meegegeven. Eerder verscheen op VoL al artikelen waarin werd geanalyseerd dat mensen met een hogere opleiding in het onderwijs sterker zijn geïndoctrineerd dan in het middelbaar en lager onderwijs. Dit artikel in het AD sluit daar wonderwel bij aan.
Vooropgesteld, met aandacht in de klas voor burgerschap, omgaan met verschillen, leren luisteren en – zo mogelijk – leren debatteren is op zichzelf niet zoveel mis.
De auteur legt echter de vinger op twee zere plekken die bij mij helaas (alweer) de alarmbellen doen afgaan:
– het onvermelde feit dat onderwijs (dat wil zeggen, alleen al de pure kennisoverdracht) over sommige thema’s veelal onmogelijk is geworden (de Holocaust benoemen); en
– de usual suspects inderdaad: het is een UvA-onderzoek (Heer, vergeef mij mijn bias).
Een derde, hierboven hooguit impliciet genoemd aspect is de grote ongelijkheid die inmiddels in gemengde klassen is ontstaan (en dat is een feit): Nederlandse kinderen moeten de islam respecteren, maar moslimpjes hoeven niet zo nodig de kafir te respecteren. Reciprociteit is een onderschoven kindje. Nogmaals, dit is een feit.
Vervolgonderzoek lijkt me hoe dan ook interessant. Hopelijk komt er ook vervolgpubliciteit, waarin de onderzoekers goed aan de tand worden gevoeld. De MSM kunnen de in dit blog gerezen twijfels meenemen.
Dat mijnheer Kraay opmerkt dat het een UvA-onderzoek betreft, is op zich al een bewijs van het failliet van ons wetenschappelijk onderwijs dunkt mij. Dat is pas écht een zorgelijk, dus laten we hopen dat onze overige universiteiten wél tot objectief onderzoek en rapportering in staat zijn gebleven.
De gouden tijden voor links zijn voorbij. Indoctrinatie op school werkt alleen maar als het thuisfront het hier in enige mate mee eens is.. Nu worden kinderen thuis gewaarschuwd voor getinte personen. (Pubers op Universiteiten niet meegerekend…zij zitten in een tijdelijke crisis)
Ik geef eerlijk toe: Van de week nog zei ik tegen mijn kleindochtertje van 8 (verliefd op Bart), dat Bart in mijn huis mag komen…een donkere komt er niet in. Uiteraard zeg ik daarachter (want zij is te jong dit standpunt te verdedigen)….niets tegen iemand anders zeggen en laat de juf maar kletsen over al dat goede wat donkere mensen met zich mee zouden brengen.
Racistisch he?
Wat jammer nou toch, voor die indoctrineerders, dat hun indoctrinatie alleen slaagt als die totalitair is.
Wat jammer nou toch, dat indoctrinatie de doods-steek voor elke menselijke samenleving,
en voor elk zelfstandig denken is.
Wat jammer nou toch, dat mensen zich niet permanent laten knechten, en voor zich zelf willen beslissen …
Geestelijke knechting – erger en schadelijker is er niet.
Oei en wat nu ? Worden de kinderen van laagopgeleide ouders opgesloten in een hersenspoelinternaat ? Dit is trouwens een sarcastische opmerking. In Noord Korea en hier straks met de sleepwet ook komt er een vinkje achter de naam wegens sarcasme. Oh jee alweer een sarcastische opmerking ik hoor de sirenes al. Oeps weer een sarcastische opmerking.
Sja zelfs de lomschoobehandeling met allerlei loerende juffies en dergelijke heeft blijkbaar bij mij niet geholpen.
Het is blijkbaar niet om van mij een inschikkelijke goedgelovige burger te maken.
@coolpete.Sterke reactie!