Zondag kwam er met het aanspoelen van het lijk van een vinvis op Texel echt een einde aan. We kunnen vaststellen dat de komkommertijd nu officieel voorbij is. Een ader soort monster wordt niet meer verwacht.

Het was best een aardig beest met 19 meter, maar vinvissen worden wel groter. Geen wonder dat museum Naturalis er geen belangstelling voor had, die hebben er meer dan genoeg. Maar het Texelse ecomuseum Ecomare wilde de botjes wel hebben. Zodat men nu bezig is het karkas te ontleden. Op zoek naar de botjes, zeg maar. Verder hoeft u er echt geen levertraan om te laten, want zó interessant is het nu ook weer niet. Mocht u dat met me oneens zijn hoop ik dat u spoorslags verdwijnt naar Texel nu die botjes nog vers zijn. Ecomare heeft het er maar druk mee:

Medewerkers van Ecomare zijn zondag de hele dag aanwezig geweest om het publiek te vertellen over deze walvissoort.

Je vraagt je in een stil moment wel eens af wie er recht op die botten had kunnen doen gelden als Ecomare ze niet had willen hebben. Een sterrenrestaurant voor in de bouillabaisse? Een hockeyclub om die botten nog eens nuttig te kunnen hergebruiken? De voedselbank die een sideline met potjes levertraan beginnen wil? COA Nederland met een werkgelegenheidsproject schoonmaken voor gevorderden? Ik gooi maar even een paar balletjes op. Niets waar een actieve ambtenaar van de bijstand in – zeg: Rotterdam – niet had bedacht, maar voor Amsterdam ongetwijfeld ideeën waar ze niet zelf opgekomen zouden zijn.

In ieder geval was het een goed idee geweest het beest bij aankomst direct in te vriezen, zodat we het voortaan direct ergens in juni kunnen laten aanspoelen. Ik ben dat gezeur over goudvissen meer dan zat.