Het handvest van Hamas in de gemeenteraad van Rotterdam
De kritiek op de Hamas conferentie in april in Rotterdam zit de organisatoren nog steeds erg hoog. Kees Broer fileert de aanklacht die oud-ambassadeur Wijenberg de Rotterdamse gemeenteraad afgelopen donderdag voor de voeten wierp. En benoemt en passant het virulente antisemitisme dat er in herkenbaar is.
“Het moet niet gekker worden! Dat was in eerste instantie wat ik dacht toen ik – en de hele Rotterdamse gemeenteraad met mij – een brief ontving, van oud-ambassadeur Jan Wijenberg. In het kort: ik werd gemaand excuses aan te bieden aan de Palestinians in Europe, de organisatie achter het congres van april jl in Rotterdam. Oftewel de Hamas-conferentie.(…)
Als ik geen excuses zou maken, zou er vervolging moeten plaatsvinden vanwege smaad en laster. De organisatie zou geen banden hebben met Hamas en de deelnemend spreker Abu Jah Jah zou niet als antisemitisch bestempeld mogen worden; dat ontwricht namelijk de maatschappij. Aldus Tanya Hoogwerf van Leefbaar Rotterdam op de website Opiniez.
De oud-ambassadeur Wijenberg (googelen op deze man levert veel vuil, Red.) durft nu dus ook een gehele gemeenteraadsfractie te bedreigen met wettelijke sancties. Dit verklaard ook waarom hij brieven stuurt aan de procureur generaal en de hoofd officier van justitie. Vreemd genoeg gaat nu de aangeklaagde zelf aanklager spelen. Wijenberg zou zelf aangeklaagd moeten worden, maar in Nederland heerst nog steeds een vorm van klasse-justitie. Eenzame twitteraars die vanuit hun zolderkamers iets over Sylvana Simons schrijven worden met een overvalcommando van hun bed gelicht, terwijl de hooggeplaatsten hun gif vrijelijk mogen spuien en zelfs een podium in de gemeenteraad van Rotterdam krijgen.
Ikzelf vind niet dat we iedere uiting die ons niet bevalt meteen moeten aanklagen en veroordelen. Daarom ben ik er geen voorstander van de Jan Wijenberg wegens antisemitisme wordt aangeklaagd. Daarmee zou hij ook weer een podium in de rechtszaal krijgen en kan hij zich als slachtoffer van de almachtige ‘Israël-lobby’ presenteren. De strijd moet plaatsvinden in een maatschappelijk debat. De foute denkbeelden moeten op de websites, vlogs en als het kan ook in de columns van de landelijke dagbladen bestreden worden.
De documenten die Jan Wijenberg heeft toegevoegd aan de Gemeenteraadsdiscussie bevatten antisemitische sentimenten, die al in de Middeleeuwen zijn ontstaan: zogenaamde bloed-libels.
In de Middeleeuwen fluisterde de achterlijke en onontwikkelde bevolking, dat de Joden bloed van christelijke kinderen in hun matses verwerken. Joden zouden de bronnen vervuilen en ziektes veroorzaken.
In zijn artikel “De hoofdkenmerken van de Staat Israël”, op de website van de Rotterdamse gemeenteraad, schrijft Wijenberg, dat artsen in Israël organen van Palestijnse baby’s roven (III-2); dat de Israëlische overheid Jemenitische kinderen heeft ontvoert (III-1); dat Israël en alleen Israël de vrede in het Midden-Oosten bedreigt.
Enkele van de onderbuikse mythes, die Wijenberg in zijn geschriften aanraakt zijn gebaseerd op de Protocollen van de Wijzen van Sion, een antisemitisch geschrift uit de negentiende eeuw. Het Handvest van Hamas, uit 1988, verwijst naar de Protocollen van de Wijzen van Sion in het 22ste artikel. Hier wordt beschreven hoe Joden de media beheersen, hoe alle oorlogen door Joden worden veroorzaakt en dat de Joden alleen maar kwaad in het zin hebben.
Zo schrijft Wijenberg in zijn inleiding van zijn artikel ‘Israel, een dodelijk zieke patient’: “De kern, de oorzaak van het probleem, ligt vrijwel geheel bij Israël, de schender van het internationaal recht, de bezetter en de onderdrukker.” Hier wordt dus geen enkele nuance aangebracht en de schuld geheel aan Israël gegeven.
Wijenberg vervolgt in zijn inleiding: “(…) het Israëlische regime zal op termijn de aangekondigde uitstoting van alle niet-Joodse gemeenschappen uit ‘Groot Israël’ uitvoeren.(…) Dat zou een extra vluchtelingenlast betekenen voor de toch al overbelaste buurlanden, vooral Jordanië en Libanon, en de gewisse dood voor de Gazaanse bevolking in de Sinaï woestijn.”
Dit is een eschatologische gedachte over een vernietigende eindtijd, die op geen enkele manier op bronnen of feiten berust. Israël wordt als het absolute kwaad voorgesteld, die rampen en doden veroorzaakt.
In de inleiding van zijn artikel wordt bovendien Israël voorgesteld als de veroorzaker van oorlog en instabiliteit in het Midden-Oosten: “(..) de vrijwel onvermijdbaar komende geweldexplosie tussen
Joodse groeperingen in Israël en de bezette gebieden zal een nog grotere instabiliteit in de regio tot gevolg hebben. De repercussies in de toch al op drift zijnde Arabische wereld zullen aanzienlijk zijn, maar hoe precies op dit moment onmogelijk in te schatten.”
Dit is een demoniserende voorstelling van zaken, waarbij Israël kwaadaardige bedoelingen in de schoenen wordt geschoven, die kant nog wal raken. Israël heeft geen hand gehad in de opstand van de Moslimbroeders in Egypte en heeft zich niet gemengd in de Syrische burgeroorlog.
In deel I van het artikel: “De staat Israël kwam tot stand na decennia durende Joodse terroristische
aanslagen.” Hier wordt bewust gezwegen over de vele Arabische aanslagen en moord op Joden, onder andere in Hebron, die ook hebben plaats gevonden.
“Het politiek zionisme maakt geen geheim van de eigen doelstellingen:
het stichten van der Judenstaat [Theodor Herzl], exclusief Joods. Deze staat, Eretz of Groot-Israël genoemd, omvat volgens deze religieuze ideologie het huidige Israël, Oost-Jeruzalem, de Westoever van de rivier de Jordaan en Gaza. Daarbinnen is geen plaats voor niet-Joden, afstammelingen van de eeuwenoude oorspronkelijke bewoners. Zij mogen vertrekken.
Zo niet, dan..”
Dit is bezijden de actuele waarheid, gezien het feit dat er binnen Israël wel Arabieren wonen, terwijl er in Gaza geen Joden mogen wonen. In de Palestijnse Gebieden zou de Palestijnse Autoriteit liever ook helemaal geen Joden toelaten.
In deel I-2 wordt gesproken over de ideologie van de kolonisten. Daarbij worden de Gush Emunim gelijkgesteld aan de doelen van alle kolonisten. Dit is ongenuanceerd. Er zijn vele stromingen binnen de groep van kolonisten.
In paragraaf I-3 worden de Israëli’s beschreven als ‘arrogant, betweterig en paranoïde’. De verklaring hiervoor zou in een post-stress syndroom, veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog, liggen.
In dezelfde paragraaf: “Zij begrijpen kennelijk niet dat hun eigen tomeloze agressie de voornaamste oorzaak voor hun onveiligheid is. Dat is een gedurende decennia bewust gecreëerde vorm van paranoïde.”
Dat laatste is een voorbeeld van ‘blaming the victim’.
In paragraaf I-6 wordt de Israëlische staat vergeleken met het nazi-regiem. Dit is volgens de geratificeerde Europese definitie van antisemitisme verboden. Hiervoor zou Jan Wijenberg aangeklaagd kunnen worden. Helaas heeft hij er een citaat uit de NRC bijgeschreven, zodat het onwaarschijnlijk is, dat de Officier van Justitie tot vervolging overgaat.
In I-7 overdrijft Wijenberg het aantal in 1948 verdreven Arabieren tot 7,2 miljoen. Tevens beweert hij dat 25% van de wereldwijde stroom vluchtelingen Palestijn is. Dit is een voorbeeld van tomeloze, kwaadaardige en demagogische overdrijving. De UNWRA geeft inderdaad hulp aan 5 miljoen Arabische vluchtelingen uit het mandaatgebied Palestina, maar dat komt doordat ook de kinderen en kindskinderen als vluchteling erkend worden. Dat gebeurt overigens alleen bij Palestijnen .
In II-2 wordt Israël als een fascistisch land beschreven. Daarbij maakt Jan Wijenberg bewust de fout de denkbeelden van enkele stromingen binnen het zionisme als de staatsideologie te beschrijven. De staat Israël voldoet aan geen enkele van de hier gepresenteerde kenmerken van fascisme.
In II-3 wordt de oorlog van ’47/’48 in Israël beschreven als zijnde genocide, terwijl de definitie van genocide hier op geen enkele manier van toepassing is. Bij een genocide worden namelijk alle leden van een bevolkingsgroep op basis van ras of afkomst uitgemoord of er is het streven deze uit te moorden. In 1948 was sprake van bewust vluchten en in enkele gevallen verdrijving van Arabieren uit het Mandaatgebied.
In II-4 wordt verondersteld dat alle pro-Israëlische activiteiten in Nederland gecoördineerd zijn en onder de noemer ‘Pro-Israël-Lobby’ samengevat. Deze groep zou een sekte vormen Dit is een voorbeeld van complotdenken, dat past binnen een antisemitisch wereldbeeld.
“De Nederlandse tak van de Israël lobby, en meer in het bijzonder de Joodse zijtak, draagt opvallend veel gelijkenis met de gedragingen van religieuze sektes. De leden hebben één overtuiging gemeen: Israël moet koste wat kost verdedigd worden. Zij verkeren in de vaste veronderstelling dat Israël zo nodig een veilig thuis zal bieden. Dat is een dramatische
vergissing. “
In dezelfde paragraaf wordt de Holocaust gerelativeerd: “het vreselijke lot van vele Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is het ergste dat welke bevolkingsgroep ooit is overkomen. Niets mag natuurlijk worden afgedaan aan hun vreselijke lot, maar de stelling ontbeert waarheidsgetrouwheid. Denk bijvoorbeeld aan de volkerenmoord op Armeniërs door het Ottomaanse rijk, aan Stalin, Mao
Tse Tung, Pol Pot en aan het Israëlische politiekzionistische bewind. “
Vanwege de laatste zinsnede zou Wijenberg kunnen worden aangeklaagd op basis van Europese regelgeving. Hij vergelijkt opnieuw de naziregiem met de Israëlische regering. Ik ben alleen bang dat het niet gaat gebeuren. De procureurs generaals lichten liever een cartoonist van zijn bed, dan een oud-ambassadeur uit zijn zijden lakens te trekken. Het is dweilen met de kraan open.
In III-1 spreekt Wijenberg van “tomeloze agressie van het Israëlische regime tegen hun wijdere omgeving. Libanon en Gaza zijn de grootste slachtoffers.” Daarbij laat hij het beschieten van Israëlische burgers door deze regiems in zijn beschrijving bewust achterwege.
In III-2 beschrijft Wijenberg het ideaal van een een-staat-oplossing. Hij geeft daarbij toe dat de staat Israël zou verdwijnen: ” Deze eenheidsstaat zou een Palestijnse meerderheid opleveren en dus het einde betekenen van der Judenstaat “. Dit is een vorm van delegitimeren van Israël als Joodse staat. Volgens de definitie van Nathan Sharansky is dit een vorm van antisemitisme.
In deel IV demoniseert hij de pro-Israëlische Joodse gemeenschap in Nederland en stelt die voor als geestesziek: “De Nederlandse politiekzionistische sekte moet bestreden worden en de leden begeleid bij de terugkeer naar de beschaafde samenleving.”
Hiermee moeten de gemeenteraadsleden straks om 15:00 uur omgaan en dit is het wereldbeeld van de indiener. Veel succes!!
Dit essay verscheen donderdag ook bij Keesjemaduraatje
Wijenberg, eens een terrorist, altijd een terrorist.