Grunberg: een clown met perverse trekjes
Dagelijks verblijdt Arnon Grunberg de goegemeente van de Volkskrant met een stukje midden op de voorpagina. Stukjes die steeds rabiater worden omdat niemand er op lijkt te willen reageren. Verstandig, want Grunberg zoekt geen confrontatie, maar een vermanend woord van iemand die hij respecteert. Desnoods omdat hij van diens geld leven moet.
Desondanks loopt er bij de Volkskrant niemand rond die er eens wat van zegt, of er wordt niet naar zo iemand geluisterd. Dat is erger. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar niemand kan welk medium dan ook verplichten klakkeloos alles te plaatsen wat wordt aangeboden. Zelfs niet als een stukje afkomstig is van een groot denker.
Niet dat Arnon Grunberg een groot denker is – dat zijn schrijvers van rabiate haatstukjes maar zelden. Zelfs de verder onvergelijkbare Céline niet, in wiens schaduw Grunberg nog niet zou mogen verkeren. Hun haat zit hun denken in de weg, en alle logica is prompt verzwonden als een bepaalde naam eenmaal op papier staat. Dan wordt het schoppen, slaan en provoceren. Is Arnon Grunberg dan een groot schrijver? Dat laat ik graag aan Theodor Holman over om te beoordelen, zelf geloof ik van niet. Groot schrijverschap impliceert voor mij een groots en meeslepend geschreven visie die schrijvers in woorden weten te vertalen. Woorden waarmee je iemand verleidt over je visie na te denken. De stukjes van Grunberg geven geen aanleiding ooit zijn boeken ter hand te nemen, want niets van wat voor mij een groot schrijver typeert komt in die stukjes tot uiting.
Enfin, interessanter dan Grunbergs schrijverskunst is de vraag wat een krant er toe drijft stukjes van een schrijver als column te publiceren? Denkt men bij De Volkskrant wellicht dat deze scribent een groot denker is? Dat moet bijna wel, aangezien het alternatief is dat Grunberg het hoertje van de Volkskrant blijkt: een schrijver die alleen vanwege een bekende naam en een opruiend karakter een bepaald publiek bedient. Ooit las ik een onderzoek over De Volkskrant van de jaren tachtig en negentig, waarin werd gemeld dat de lezers van de Volkskrant toentertijd nog extremer meningen huldigden dan de journalisten die er in schreven. Dat was bijna onvoorstelbaar, maar het dagelijkse verschijnen van Grunbergs columns suggereert dat deze mensen nog steeds een belangrijk deel van het lezersbestand vormen. En bediend worden.
In de Tweede Kamer zitten twee jihadisten. Wilders voert een jihad tegen de Koran, Baudet voert er een tegen de dildo, en alles wat niet arisch is. Passend dat, zo schrijft Carla Joosten over de jihadist Baudet in Elsevier, Baudet zijn baard laat staan uit protest tegen de lange ‘kabinetsformatie’. (Dat Elsevier een dergelijke hagiografie afdrukt doet vermoeden dat hoofdredacteur J.A.S. Joustra van Elsevier een clown is met perverse trekjes.)
Tot zo ver de grote denker Arnon Grunberg. Meer is vaag zichtbaar, maar het is zinloos verdere moeite te nemen en de betaalmuur van De Volkskrant te omzeilen om het schrijfsel geheel tot me te nemen.
Het is het puberale gedrag van iemand die weet dat hij als uithangbord een functie heeft die men hem niet dan node afnemen wil, en hij daarom in staat is het hoertje van het militant onbenul te spelen. Sowieso moet je naar pubers niet al te veel luisteren, maar een pak voor hun broek zou noodzakelijk kunnen blijken. Helaas is die kans verkeken, want aan die ouderlijke verantwoordelijkheid heeft het in Grunbergs opvoeding volledig ontbroken. Hoewel je zijn leeftijd uit de inhoud van zijn stukjes niet deduceren kunt. Wat een kleuter.
Wat dan wel weer prettig is, is dat je in 1 oogopslag kunt zien dat de bagger weer op de voorpagina staat, zodat je het vod “der Volksfeind” niet behoeft aan te raken.
Negen van de tien echt grote schrijvers zijn Russen: Aleksandr Poesjkin, Lev Tolstoj, Fjodor Dostojevski, Ivan Toergenjev, Anton Tsjechov. Nederland heeft geen grote schrijvers, op heel misschien die ene na, die wist dat hij het niet wist.
Als je het hebt over twee jihadisten in de kamer, afgezet tegen de werkelijkheid…
Dan ben je pas echt AF om nooit meer mee te mogen doen.
Grunberg is een houding, die geld genereert.
Volgens Hafid Bouazza, nu bij de buren van GS, zijn polemiek en satire per definitie onbegrensd. In principe eens. Je kunt moeilijk iets anders vinden zonder jezelf, als westers georiënteerde vrijdenker in de vingers te snijden. Vraag maar aan Rudi Carell, of aan Jan Böhermann. En kijk eens naar het gedrag van Freek “Fout Ná de Oorlog van 1968” de Jonge in vergelijking met de redactie van Charlie Hebdo. De laatsten zijn helden, de eerste gaat op de mestvaalt van de geschiedenis. Bestaat er dezer dagen een grotere smeerlap dan Freek?
De vraag is nu: doet Grunberg aan polemiek en satire? Ik zou zeggen van niet.
Door die Grunberg, zie je hoe geschift “links” is. En het wordt gesubsidieerd ! …..
[ Die een of twee keer per jaar, dat ik er – per ongeluk – wat van lees,
lach ik me altijd ziek [ letterlijk en figuurlijk] ].