Gezag en openheid gaan niet samen
Gezag en openheid gaan niet samen. Daar kunnen we lang en kort over praten, maar de enige openheid die een overheid kan tolereren is die welke geen bedreiging vormt voor haar gezag.
De hele campagne van de West-Europese overheden tegen fakenieuws is gebaseerd op de gebeurtenissen in de USA, maar volgt desalniettemin een diametraal andere koers. Waar president Trump zich verzette tegen de mediacampagnes de tegen hem werden gevoerd, waarvan de fakeheid steeds duidelijker wordt (zoals Russiagate), is waar men zich in de grote landen van de EU tegen verzet juist vaak aantoonbaar waar. Maar het probleem is dat het hen niet welgevallig is, vaak slecht uitkomt en de bevolking maar op andere ideeën brengt dan men via staatsmedia (zowel in Nederland als Duitsland een groeiend probleem) probeert over te brengen op het gros van de bevolking. Dat het TV-aandeel in de mediavoorziening afgelopen jaar met maar liefst 10% af nam maakte het voor onze regenten een acuut probleem. Zodat men maar teruggrijpt op een klassieke aanpak die we vooral kenden uit de Sovjet-Unie en haar satellietstaten. Internet is zo onze eigen samizdat geworden, als dat woord u nog iets zegt.
Van de Franse president Macron werd gisteren bekend dat hij meer toezicht wil op wat via diverse mediakanalen de burgerij bereikt. Dat klinkt ernstig, maar de wet die in Duitsland afgelopen maandag in werking is getreden is erger. En het bewijs werd er bij de eerste handhaving prompt bijgeleverd. De Duitse media worden via dreigementen met draconische boetes gedwongen voorzichtiger te zijn in hun berichtgeving. En dat het niet alleen gericht is op de alternatieve media op internet werd ook direct duidelijk. Lees bijvoorbeeld dit verslag van Sietske Bergsma op TPO. Niet alleen werd een satirisch tijdschrift prompt gesommeerd een bericht te verwijderen, maar een vrijwel identiek bericht van de fractievoorzitster van de AfD in de Bondsdag trof hetzelfde lot. Let wel: een gekozen politicus in het nationale parlement werd via een wet op het mediatoezicht gefnuikt in haar meningsuiting:
Dagblad Bild vroeg verantwoordelijk Justitieminister Heiko Maas woensdag om een reactie op de felle kritiek – nu blijkt dat onder andere ook een satirisch tijdschrift werd geblockt en AfD (vice)voorzitters Beatrix von Storch en Alice Weidel hun uitlatingen van Twitter en Facebook moesten verwijderen. Het tijdschrift maakte een grap over precies die uitlating van Von Storch die ging over ‘hordes, barbaarse, islamitische mannen’ (samengevat) in relatie tot oudejaarsnacht in Keulen twee jaar geleden.
De kritiek gaat, nu de gevolgen enorm blijken, terug naar de kern. Mag de staat voorwaarden stellen aan bedrijven die in de persoonlijke levenssfeer en meningsvrijheid van mensen ingrijpen? Is hier sprake van een meningenpolitie? Twitteraars reageren geïrriteerd. De Duitse Journalistenbond eist dat de verantwoordelijken ‘elke vorm van censuur tegen het satirische tijdschrift ‘Titanic’ beëindigen wegens inbreuk op de persvrijheid’.
Wie nu nog denkt dat het wel zal meevallen wil niet weten wat er gebeurt, of houd zich moedwillig blind. En dan is deze Heiko Maas ook nog eens een demissionair minister, wat betekent dat hij feitelijk zit te wachten tot hij wordt opgevolgd door iemand met een echt mandaat. Alhoewel iemand als minister Ollongren zich door zoiets onbenulligs als demissionair zijn niet zal laten weerhouden haar meninkje eenvoudig door te zetten. Dat is een waarschuwing aan ons parlement om als dit kabinet valt er voor te zorgen dat Ollongren als eerste de deur uitvliegt.
Gezag houdt niet van kritiek, en zeker niet als dat gezag wankel is. Heel wankel. President Trump heeft het voorzien op wat men noemt de ‘deep state’, de macht achter zijn troon. Die zien hem als een bedreiging, en dat is de basis van de mediahetze die tegen hem wordt gevoerd. In West-Europa is het de angst van de EU-regenten om van hun troon te worden gestoten waaraan dit beleid ten grondslag ligt. De populistische lente mag in 2017 dan niet zijn doorgebroken, het heeft de EU wel degelijk aan het wankelen gebracht.
In theorie is er een evenwicht tussen pers en overheid in West-Europa. Dat de overheid nu beweert dat dat evenwicht doorbroken lijkt te worden door de internetberichtgeving is humbug, aangezien diezelfde overheden er aantoonbaar in zijn geslaagd de voorheen vrije pers aan zich te binden op een voor West-Europese begrippen ongekende wijze. Het gebrek aan kritiek op de koers van overheden van de laatste twintig jaar wordt niet langer gezien als een adempauze die te danken is aan zwakke journalisten van bevriende media, maar als een recht waarvan men in de EU dreigt te worden beroofd. De internetberichtgeving herstelt wat normaal was, maar daar willen onze regenten niet aan.
Hoe zwakker een overheid, des te minder openheid kan zij velen. Dit soort wetgeving is een zoveelste illustratie van de zwakte van onze overheden en media. Dat liegende regeerders ten koste van alles beschermd moeten worden is een gotspe dat de vrije meningsuiting onmogelijk maakt. Geen wonder dat het hele bouwval van wetgeving op dit vlak thans wordt weggeveegd, met als eerste het recht op een raadgevend referendum.
Helpen zal het niet:
Wegkijken mensen !
Doorlopen nu, er is niets aan de hand. Wij zijn gewoon een gaaf land.
Gezag en openheid gaan alleen samen zolang het gezag breed wordt gedragen door de bevolking. Dat wil niet altijd zeggen dat iedereen zijn zin krijgt, dat is onmogelijk, maar in een maatschappij waar er een open debat is en discussie mogelijk is, of waar een overheid met voor iedereen duidelijke (en verfieerbaar correcte) argumenten bepaalde besluiten ondersteunt is openheid geen probleem.
Echter, zodra het gezag zich afwendt van de wensen van de bevolking en die steeds meer tegen de haren instrijkt, dan kan ze steeds minder openheid velen. Het is namelijk van belang dat de bevolking ervan overtuigd raakt dat het merendeel van diezelfde bevolking het gezag steunt. Hier komt dan ook de verdeel-en-heers politiek steeds meer om de hoek kijken.
Naarmate het gezag zichzelf meer en meer onaantastbaar acht zal het de openheid steeds verder verminderen omdat er geen enkele reden voor de overheid meer is om enige openheid te betrachten.