Geschenken uit de hemel 1 – atoombom op Japan
Deze maand is het 71 jaar geleden dat Japan tot overgave werd gedwongen door het afwerpen van atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. De keuze om – voor het eerst, en tot nu voor het laatst – kernwapens in te zetten is tot op de dag van vandaag omstreden.
Oorlogsmisdaad of morele heldendaad?
Met name linkse reaguurders hebben er door de jaren heen in ingezonden brieven naar kranten en later op allerlei internetfora maar wat graag op gewezen dat de Amerikanen als enigen kernwapens hebben gebruikt en stelden dat ook Roosevelt/Truman en Churchill als oorlogsmisdadigers vervolgd hadden moeten worden voor de bombardementen op Duitse en Japanse steden. Zij ontsprongen de dans alleen maar omdat ze tot het kamp van de overwinnaars behoorden, aldus de reaguurders.
Op Wikipedia valt over Truman het volgende te lezen: “Truman wordt door sommigen wel gezien als één van de grootste oorlogsmisdadigers uit de geschiedenis wegens zijn verantwoordelijkheid voor de dood van meer dan 200 000 burgers bij de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki, en voor de dood van ongeveer 140 000 burgers tijdens de Slag om Okinawa. Anderen menen echter dat door het met grof geweld afdwingen van de Japanse capitulatie de oorlog bekort werd en veel levens gered zijn.”
Ook oud-minister van Defensie Robert McNamara, die diende onder Kennedy en Johnson, uit zich in gelijke termen in The Fog of War (speelduur 1 uur 47 minuten; zeer interessant), al heeft zijn opmerking betrekking op de piloten die brandbommen afwierpen op Japanse steden. McNamara benadrukt echter niet voor niets het belang van proportionaliteit in de documentaire van Errol Morris. Zijn mening in deze is duidelijk.
Zowel McNamara als de linkse reaguurders – die ik overigens niet in dezelfde morele categorie plaats – slaan de plank echter finaal mis. Het afwerpen van de atoombommen Little Boy en Fat Man was geen oorlogsmisdaad. Verre van dat, het was een morele heldendaad.
Strijdend ten onder
Ten eerste is er geen morele gelijkwaardigheid tussen een agressor en een vergelder die de agressor dwingt zijn geweld te staken. Bovendien had de Japanse legerleiding zich voorgenomen om de geallieerde invasie op een bloedbad te laten uitlopen, om gunstige capitulatievoorwaarden af te dwingen. “Tienduizend kamikazevliegtuigen – vliegende bemande bommen – en nog eens drieduizend met explosieven gevulde kamikazebootjes moesten de geallieerde troepen zo veel mogelijk schade toebrengen. Bijna drie miljoen soldaten en een burgerkorps van dertig miljoen Japanners dienden te vechten tot de dood.”, schreef Elsevier in de editie van 7 augustus 2010.
De Amerikaanse legerleiding schatte de verliezen bij een invasie van Japan op zeker een kwart miljoen tot misschien wel een miljoen GI’s.
Door het afwerpen van twee atoombommen, een op Hiroshima op 6 augustus en een op Nagasaki op 9 augustus, werd Japan gedwongen om onvoorwaardelijk te capituleren. Op 15 augustus maakte keizer Hirohito het besluit om te capituleren bekend. Hirohito, voor de Japanners een god op aarde, riep zijn volk op om het ‘onaanvaardbare te aanvaarden’.
Hoe was het zo ver gekomen?
Tussen 1889 en 1931 schoot een kankergezwel wortel in de westelijke Grote Oceaan. Een natie van zeventig miljoen mensen werd gehersenspoeld en heropgevoed in een cultuur en ideologie van absolute gehoorzaamheid en opoffering aan de keizer, die als god op aarde diende te worden beschouwd. Het kankergezwel zaaide al gauw uit en ontwikkelde zich tot een continentale oorlog die werd ontketend tegen Mantsjoerije in 1931 en daarna tegen China in 1937.
In 1941 volgde een campagne van gecoördineerde aanvallen op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor, de Filippijnen, Hong Kong, Malaya, Indonesië en de eilanden Guam, Wake en Midway. In 1942 had het kankergezwel zich uitgebreid naar de Aleoeten, Nieuw-Guinea en Birma. Australië, India en de westkust van Amerika werden bedreigd. Over eenzevende van het aardoppervlak wapperde de vlag van de Rijzende Zon.
Verslagen en ontredderd
Aan het eind van 1945, slechts drie jaar later, hadden de Japanners alles verloren. Het land was omsingeld door de Amerikaanse marine en weerloos overgeleverd aan genadeloze Amerikaanse bommenwerpers. De bloem der natie had zichzelf het leven ontnomen door het uitvoeren van zelfmoordaanvallen. Hun vloot was tot zinken gebracht, meer dan zestig steden waren met brandbommen in de as gelegd en twee steden vernietigd door atoombommen. Militair waren ze verslagen, psychologisch volkomen ontredderd en er dreigde een hongersnood die miljoenen het leven zou kunnen kosten.
Hervorming en wederopbouw
De hongersnood bleef uit. In plaats daarvan gebeurde er iets heel anders. Gedurende de daaropvolgende vijf jaar, onder strikte Amerikaanse leiding, hervormden de Japanners hun land. En wel met net zoveel fanatisme als waarmee ze zich ooit hadden bewapend. Er werd een nieuwe grondwet aangenomen, de scholen werden gezuiverd van religieuze en militaire indoctrinatie en het fanatieke militarisme en imperialisme, dat was gericht op het voeren van veroveringsoorlogen, werd afgezworen.
Onderdanen van de keizer werden burgers, ‘goddelijke’ decreten werden vervangen door wetten die waren gebaseerd op respect voor de rechten van het individu. Heersers werden bestuurders, feodale kartels werden ondernemingen, propagandaorganen werden kranten, vrouwen kregen stemrecht en studenten en scholieren werden onderwezen in de principes van onafhankelijkheid en zelfbestuur. Hiroshima, ooit het hoofdkwartier van een fanatieke militaire macht, werd het wereldcentrum voor geweldloosheid.
Amerika’s grootste buitenlands-politieke succes
Tussen de aanvallen van 1941 en de wedergeboorte van Japan als beschaafd land lagen vijf jaar van genadeloze oorlogvoering, het d.m.v. napalm en kernwapens verbranden van bijna 400.000 Japanse burgers, het onverzettelijk vasthouden aan de eis tot onvoorwaardelijke overgave en zes jaar van naoorlogse militaire bezetting door de Verenigde Staten. Het resultaat was de meest weldadige ommekeer van een complete natie in de geschiedenis.
De overwinning op Japan blijft tot op heden Amerika’s grootste buitenlands-politieke succes. Tegenwoordig beschouwen we vreedzame, productieve betrekkingen met het Japanse volk als vanzelfsprekend. Maar deze vriendschap is de vrucht van bloed, zweet en tranen en een offensief zonder berouw gericht op totale overwinning, aldus John David Lewis in de wintereditie uit 2007 van The Objective Standard.
Het afwerpen van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki was een morele heldendaad die de weg vrijmaakte voor de hervorming van de Japanse natie. Van de waarden die werden omarmd door het Japanse volk tot het karakter van de Japanse instituties. Deze hervorming maakte uiteindelijk ook de weg vrij voor de materiële wederopbouw van Japan tot een industriële natie die een toonaangevende rol zou gaan spelen in tal van hightechsectoren. In de jaren tachtig waren veel Amerikanen zelfs bang om door Japan in de schaduw te worden gesteld. De consument plukte echter wereldwijd de voordelen.
In deel 2 staan we uitgebreider stil bij de vraag hoe Japan kon ontsporen tot een agressieve, militaristische en imperialistische macht en hoe de Japanners uiteindelijk werden verlost uit de greep van het Nationaal-Shintoïsme. Ook de oorsprong van de titel Geschenken uit de hemel wordt dan onthuld.
Dit artikel is schatplichtig aan “Gifts from Heaven”: The Meaning of the American Victory over Japan, 1945 van John David Lewis.
Het complete artikel is uitsluitend beschikbaar voor abonnees van The Objective Standard, maar deel 1 van dit artikel komt overeen met de inleiding die voor iedereen te lezen is. Elk kwartaal verschijnt een nieuwe editie van The Objective Standard, waarvan een of twee artikelen voor iedereen beschikbaar zijn.
Dit artikel verscheen eerder, in 2010, op Het Vrije Volk.
Goed artikel.
De inhoud is erg nuttig, en [ wetenschappelijk ] verantwoord.
Zonder gedegen kennis van de geschiedenis, kunnen we niet …