Wassenaar, gedragscodes en de praktische gevolgen
Nog pas in 2015 een gedragscode ondertekenen van je eigen partij en reeds een jaar later vergeten zijn wat daarvan de portee was? Dat gedragscodes zinloos en slechts schaamlapjes zijn kan in ieder geval niet langer meer ontkend worden. Het is tijd voor regels en betere controle.
Een gedragscode is eigenlijk een soort convenant. Wat vonden we daar van op Veren of Lood? Welnu:
Een convenant! Een mooi bestuurlijk woord voor op schrijft gestelde chantage, waaraan door burgers werd toegegeven om gerechtelijke ellende te voorkomen.
Want hoe pakt zo’n gedragscode in de praktijk uit?
Het partijbestuur heeft dagenlang geen inhoudelijk antwoord gegeven op vragen van deze krant hoe het gedrag van Barth zich verhoudt tot de erecode van de PvdA. Die belangrijke morele gedragscode is op 1 maart 2015 ondertekend door de voltallige senaatsfractie van de sociaal-democraten.
Een van de belangrijkste kernwaarden in het leidende partijdocument is dat sober wordt omgegaan met publieke middelen. De huur omlaag krijgen van een riante villa in Wassenaar staat daarmee op gespannen voet, zo vindt ook het partijbestuur. De erecode: ,,En natuurlijk willen wij niet het onderste uit de kan als het gaat om persoonlijke geldelijke beloningen of andere tegemoetkomingen.’’
Lekker belangrijk, dus.
Er is echter een belangrijk verschil tussen convenanten en gedragscodes. Bij een gedragscode is het vaak een afspraak die is gemaakt om te voorkomen dat mensen die zelf de macht hebben, afspreken dat zij niet gecontroleerd hoeven te worden omdat zij – uiteraard – die gedragscode niet zullen overtreden. Iets wat nette mensen niet zullen doen, zogezegd.
Zoals we vaker zien zijn gedragscodes zo ongeveer het meest kwetsbare deel van een democratie. En dat betekent logischerwijs, dat als ze niet werken, er een concrete controle moet worden geïnstalleerd teneinde overtredingen van die ‘preventief vrijwillig aangegane gedragscode’ aan regels te onderwerpen.
Wanneer speelde dit? Eind 2016!! Toen was de inkt van deze gedragscode nog nauwelijks droog. Dat je Marleen Barth geen net mens kunt noemen behoeft daarom verder geen uitgebreid betoog.
PvdA-fractievoorzitter in de Eerste Kamer Marleen Barth is tegenover het partijbestuur door het stof gegaan vanwege de kwestie over de huur van het huis waar zij met haar man Jan Hoekema woonde. In een gesprek met het partijbestuur heeft ze gezegd dat ze niet om een verlaging van de huur had mogen vragen, toen haar man was afgetreden als burgemeester van Wassenaar en het paar nog een tijd in de ambtswoning mocht blijven wonen.
En wat betekent dat rollen in het stof? Niet meer dan dat dit voorval in de toekomst als bijlage vast wordt geniet aan die gedragscode. Met andere woorden: Barth zegt sorry, en meer is niet nodig.
En dat voor iemand die als fractievoorzitter van de groep ondertekenaars een voorbeeldfunctie hebben moet. Natuurlijk kun je argumenteren dat de keuze voor Barth als fractievoorzitter op die plek nooit erg voor de hand gelegen heeft, maar dat type verklaringen deugt nooit, zeker niet als consequenties uitblijven.
Barth heeft in een gesprek met het partijbestuur gezegd dat het “niet handig was”, dat zij die e-mails heeft gestuurd, zegt een woordvoerder van het partijbestuur. “Verder blijft het een zaak tussen de gemeente Wassenaar en de heer Hoekema.”
Ik zeg maar zo: Penthouseboefjes die alleen (preventief) sorry zeggen moet je op de keien zetten. Wie dat niet doet erkent zich medeschuldig te maken aan hetzelfde probleem. Als politici het noodzakelijke zelfreinigende vermogen missen, dan moet je ze helpen door regels op te stellen die hen daartoe dwingen. Regels die verder gaan dan de afspraak dat ze zich zullen gedragen als nette mensen. Want wie geen net mens is, hoeft voor mij niet te doen alsof. Die moet in de dwangbuis die voor alle anderen ook geldt.
Hypocrisie kenmerkt zich door de eigen gedachte dat algemene regels vooral gelden voor ‘die anderen.’ Gedragscodes zijn daarvan een pijnlijk voorbeeld. De PvdA is diep gezonken. Ook weer niet vreemd, aangezien Barth niet de enige ballast is die deze partij met zich mee torst.
Als ze aan die convenanten en gedragscodes een ‘vooralsdannetje’ toevoegen waarin staat dat ze door ondertekening vooralsdan verklaren dat ze bij enige nietvoldoening aan het in de onderhavige meuk gestelde in ruime mate hun excuses geacht worden te hebben aangeboden, is het probleem opgelost.
Als ik eens door Wassenaar rijdt valt het me altijd op hoeveel deurwaarders met blauwe ogen daar met brieven rondlopen tussen de kastelen.