Entreegeld
“Denemarken gaat asielmigranten plukken.” Dat was zo ongeveer de wijze waarop het NOS-journaal ons presenteerde dat de Deense autoriteiten hadden besloten op die manier asielmigranten af te schrikken. Ophef! Nog nèt geen gekrijs. Hysterie, eigenlijk.
Wat het meest verbaast aan deze hele charade (want o wee als het eigen inkomen bedreigd wordt) vol zelfingenomenheid vanwege de eigen goedheid en daaraan verwante verontwaardiging, is de flinterdunne laag van reflectie die deze mensen hanteren. Zegt Denemarken dat het geen asiel verlenen wil? Integendeel, de poort blijft open, het principe is onaangetast. Wie hulp nodig heeft, kan het krijgen.
Echter, en dat is belangrijk, wat de Denen zich pijnlijk realiseren, is dat mensen die vanuit het al veilige Turkije naar hun land zijn komen lopen, niet primair komen voor veiligheid, maar voor de emolumenten. Ze komen voor het geld en het comfort dat alleen moderne verzorgingsstaten – zoals die in Noordwest-Europa – kunnen leveren.
Wist U dat Portugal vrijwel geen asielmigranten opneemt? Dat hoeft ook niet, want niemand wil er heen. Er is namelijk geen sociaal stelsel dat het noemen waard is, en bovendien weinig werkgelegenheid. Die situatie is voor de autochtone Portugezen niet anders, dus commentaar is ongepast. Maar wie dat afzet tegen de migratiestroom richting de verzorgingsstaten, begrijpt plotseling wat ons aantrekkelijk maakt.
It’s the economy, stupid!! En ze komen niet vanwege onze werkgelegenheid, want met 600.000+ werklozen staat die op een peil dat aangeeft dat we geen behoefte hebben aan meer schoonmakers en billenvegers (overigens zeer respectabele beroepen).
Dat Denemarken nu met een marginale maatregel komt om migranten te ontdoen van een overmaat aan cash, juwelen en andere waardevolle zaken is niet meer dan logisch. Niemand verplicht hen die spullen af te geven: wie in Duitsland blijft, hoeft niets. Onze sociale diensten doen met het verlenen van bijstand niets dat verschilt, dat is staand beleid waarover je niemand hoort. Maar dat je iets betaalt voor de toegang tot het Deense paradijs, en dat minvermogenden gratis naar binnen mogen, dat is toch eerder mooi dan verachtelijk?
U ziet, het is ook een kwestie van perspectief.
Grappig blijft dat het juist socialisten en hun angehauchten zijn die hierop zo gebeten blijken. De verdediging van andermans juwelen doet nogal armetierig aan, als je bedenkt dat de manier van belasting heffen van een gemiddelde socialistische overheid er op gericht lijkt te voorkomen dat mensen zich juwelen kunnen veroorloven. De enige juwelen die een communistische staat accepteert zijn de hoeveelheden medailles van verdienste, te beginnen met een blikken monster dat bewijst dat je je veters strikken kunt. Maar hoe begeerlijk is dat vergeleken met een flonkerend geslepen mineraal?
Veiligheid is onbetaalbaar. Wie in een onveilige omgeving zit, zou alles wat hij bezit geven om in veiligheid te komen. Deze zinnen zouden voldoende moeten zijn om elk normbesef terug te brengen. Dat dat niet het geval blijkt, toont de ontzaglijke morele verkramping van de goeddoende mensch. Zie de tweet hier rechts: dat een hoogleraar dergelijke zwakzinnigheid durft te debiteren zou voldoende moeten zijn hem te ontslaan, maar vergeeflijk bezien wij zijn morele behoeftigheid. Dat dat samengaat met een intellectuele behoeftigheid die ook nog eens besmettelijk zal blijken (want hoogleraar, immers?) tekent de bedroevende staat van het intellectuele debat van de afgelopen twintig jaar als weinig anders.
Nu we het stadium bereiken dat het niet langer gaat om het uitdelen van enige aalmoezen, maar dat serieuze hoeveelheden asielmigranten dagelijks aan onze poorten kloppen, zouden we ons eens op het hoofd moeten krabben om vervolgens op de achterkant van een bierviltje wat basale rekenkunde te beoefenen. Dat dit wegstromen van mensen ook nog eens hun maatschappij van herkomst ernstiger ontwricht dan die oorlog waarvoor zij zeggen te vluchten, is dan iets wat ik u er als bonus bij in overweging geef.
juvenalis, ik woon in een voormalig communistisch land en uw term, een eerste medaille voor het kunnen strikken van je veters is zo haarscherp en juist, dat ik er een onbedaarlijke lachbui aan over hield ondanks de diepte en zwaarte van het onderwerp.