En daar komt Berlusconi weer
Het is een waarheid als een koe dat schijnbaar uitgerangeerde politici nooit te vroeg moeten worden afgeschreven. Vorig jaar nog leek de 76-jarige Silvio Berlusconi bij Madame Tussaud de stap van een transfer van Italiaans premier naar het fraudeurshoekje in het griezelkabinet definitief. Vandaag lijkt hij weer serieuze kansen te hebben om glorieus de Italiaanse verkiezingen over tweeënhalve week te winnen.
Berlusconi is een fenomeen. Hoezeer hij de wet ook overtreedt, hij geeft een knipoog naar de camera’s (van zijn eigen TV-stations), wijst met veel pathos op de onbetrouwbaarheid van zijn politieke tegenstanders, en de kiezers vliegen hem om de hals. Meer dan ooit zal de verontrusting om de kleine Italiaanse populist de Commissie in Brussel in haar greep houden, want ondanks zijn vrolijke uithalen heeft Berlusconi een aantal serieuze rekeningen te vereffenen. Onder het mom van het belang van Italië zal hij zeker zijn gram gaan halen, in de zekerheid dat de Italianen hem erom zullen toejuichen.
Waarmee de Commissie wellicht nog het meest in haar maag zal zitten, is Berlusconi’s belofte de hervormingen in 2012 van Monti terug te zullen draaien. Economisch is dat vermoedelijk rampzalig, en naar welke kant Italië daarna zal springen is de meest verontrustende kwestie. Hoezeer het ook een duur en voor de Italiaanse burger kostbare stap wordt: als het land van de ene op de andere dag de euro verlaten zou, zou het haar concurrentiepositie enorm verbeteren. En Berlusconi is daar niet alleen gek genoeg voor, maar hij heeft er ook al eens mee gedreigd dat Italië – teneinde met Duitsland te kunnen concurreren – de euro vaarwel zou kunnen zeggen.
Berlusconi’s PDL (29,4%) is in de peilingen de leidende centrumlinkse coalitie van Bersani (33,1%) genaderd tot op minder dan 4%, hetgeen wordt beschouwd als de foutmarge. Bersani is mede verstrikt geraakt in het bankschandaal rondom bank Banca dei Monti Paschi di Siena (BMPS), en zijn aanhang loopt gestaag terug. Welke angst de terugkeer van Berlusconi de beurzen aanjaagt:
Ook de Italiaanse rente loopt door het succes van Berlusconi weer op, al is dat ook verbonden met BMPS en de toestand van Spanje.
Tot aan de verkiezingen op 24/25 februari zullen er geen polls meer worden gepubliceerd, en dat Berlusconi deze periode ingaat met de tot voor kort leidende linkse coalitie binnen handbereik, zal zijn momentum eerder doen vergroten dan afremmen. De publicaties rond BMPS zullen in die periode gewoon doorgaan, en dat zal de gemiddelde Italiaan niet milder stemmen jegens Monti c.s. Monti, de technocratische vervanger van Silvio B., heeft zich na enig gespartel politiek ingelaten met een aantal centrumpartijen èn de centrumlinkse coalitie. Dat lijkt zich nu tegen hem te keren, ook wegens de verbondenheid van de naam aan ECB-president Mario Draghi aan het BMPS-schandaal, welke wordt gezien als een medestander met sterke banden met Brussel.
Berlusconi heeft niet heel veel kans om weer premier te worden – ook vanwege de tegenzin daartegen bij zijn bondgenoten – maar zijn kansen in de Italiaanse politiek weer een niet te vermijden struikelblok te worden groeien met de dag. Dat de terugkeer van Berlusconi slechts beperkt ten koste gaat van de beweging van de populist Beppe Grillo – de grote onbekende factor dit jaar – verontrust Europa wellicht nog het meest.
Deze beide heren koesteren ondanks hun onderling grote verschillen een diep gezamenlijk wantrouwen tegen Brussel en de euro. Grillo heeft aangekondigd uit te zijn op een referendum over de euro. Berlusconi schermt met het terugdraaien (en terugbetalen!) van afgelopen jaar ingevoerde belastingen, een bezuiniging van 80 miljard in vijf jaar, het halveren van het aantal Italiaanse volksvertegenwoordigers en het schrappen van de partijfinanciering door de Italiaanse staat.
Monti roept intussen dat Berlusconi de Italianen bedriegt, maar dat weten ze al. Dat Monti dat evenzeer doet weten ze ook. De bedrieger die je het beste kent is in zo’n situatie sterk in het voordeel.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.