Een traditie in Pakistan – vereren van onschuldige moordenaars
Vanwege drie verschillende aanleidingen een bijzondere tekst over een bijzondere traditie in Pakistan. Over onschuldige moordenaars.
Pakistan, die stad op de heuvel, die mohammedaanse hel op aarde of dat land der reinen: de meningen over de kwaliteiten van deze staat lopen uiteen [1]. Eén aanleiding is de publiciteit in verband met de vrijlating van Asia Bibi na acht jaar death-row vanwege een valse blasfemie-beschuldiging [2]. De andere betreffen uitlatingen van de premier van Pakistan en van Nigel Farage.
Die traditie uit de titel gaat over het vereren van ‘onschuldige moordenaars’ zoals Mumtaz Qadri. Hij was een van de lijfwachten van gouverneur Salman Taseer. Toen Asia Bibi opgepakt was, nam hij het voor haar op. En dat niet alleen: hij pleitte zelfs voor aanpassing van de wet op de godslastering. Daarom vermoordde Qadri de gouverneur. [3] Door honderden islam-voormannen werd hij geprezen. Rechters werden bedreigd. Toch kreeg Qadri de doodstraf. De foto hierboven is van zijn uitvaart. Circa 50.000 mensen kwamen hem de laatste eer bewijzen.
In 1931 kreeg een jonge ‘Pakistaanse’ timmerman ook de doodstraf. Zijn slachtoffer was iemand die een boek had uitgegeven dat niet voldoende positief was over ‘profeet’ Mohammed. Toen kwamen honderdduizenden mensen op de been, geleid door de ‘spirituele vader van Pakistan, Iqbal, om hem ‘de laatste eer te bewijzen’. Hoewel: de laatste? Er werd een speelfilm aan hem gewijd en nog steeds wordt hij jaarlijks grootschalig herdacht. Zijn stoffelijk overschot ligt in een mausoleum [4].
In de faction-roman Alexandra’s Reis, schrijft M.Terveel over de herdenking van díe moordzuchtige timmerman in de context van de geschiedenis van Pakistan en die van hoofdpersoon Maya’s geboorteland Bangladesh. Bangladesh scheidde zich in 1971 na onnoemelijk veel geweld en met steun van India af van wat toen nog West-Pakistan heette. (Helemaal onderaan dit stuk een link naar die roman, Uiteraard overgenomen met toestemming van de auteur)
.
Toen Maya de volgende ochtend wakker werd, had de krant nog niet gereageerd.
Aan het einde van de middag zou ze naar een muziekuitvoering gaan. Voor die tijd kon ze eindelijk aan de slag gaan met het andere plan dat ze op de luchthaven in Saoedi-Arabië had gemaakt: ze begon zich in te lezen in de actualiteit van haar geboorteland. Haar kennis van de politiek in het Bangladesh van oktober 2014 was zeer beperkt. Ze wist dat de premier een vrouw was die werd aangeduid met de titel sjeik. Dat recent de verschrikkelijke misdrijven van 1971 – het jaar van de onafhankelijkheid – weer volop in de aandacht stonden in verband met de veroordelingen van een aantal van de daders van toen. Dat het land kampte met islamitisch extremisme en tobde met de positie van moslims in buurland Myanmar. De zogenaamde Rohingya. Dat was het zo’n beetje.
De eerste stukken die ze nu las, stemden optimistisch. Positieve berichten over het overleg tussen premier Hasina en Narendra Modi [5] van een week eerder.
Het deed denken aan wat de BJP-vrouwen haar verteld hadden over de houding van het tegenwoordige bewind in Pakistan. Toen ze zich verdiepte in basale gegevens als de zetelverdeling in het parlement en de achtergrond van de drie partijen en hun leiders, stuitte ze direct op twee nog opmerkelijker overeenkomsten tussen Pakistan en Bangladesh. Bij het ontstaan van beide staten – in 1947 en 1971 – leek secularisme een leidend beginsel. En in beide landen met hun grote moslimmeerderheid, speelde een aantal vrouwelijke politici een speciale rol; vrouwen wier positie onlosmakelijk verbonden was met die van hun overleden mannelijke familieleden.
Bij de laatste verkiezingen had Hasina, dochter van Mujibur Rahman – de kampioen van het secularisme, vader des vaderlands, door veel Bangladeshi aangeduid met de eretitel Bangabandhu – meer dan driekwart van de zetels in het parlement gehaald. De leider van de oppositie, Khaleda Zia, bleek dan weer de weduwe van Ziaur Rachman. Onmiddellijk na de moord op Mujibur in 1975 stelde de moordenaars deze Ziaur aan als legerleider. Na twee jaar van revoluties, coups en tegencoups, werd hij zelf president. In 1981 was het zijn beurt om vermoord te worden door andere militairen.
Ziaur had gedurende zijn presidentschap korte metten gemaakt met het secularisme, de moordenaars van de vader des vaderlands op vrije voeten gesteld en ze op hoge posten geïnstalleerd, zich afgezet tegen India en de banden met de Arabische wereld aangehaald.
In 1981 stond hij wel toe dat Hasina, de dochter van de Bangabandhu, terugkeerde naar Bangladesh. Maya las nieuwsberichten over een speech die Ziaurs weduwe uitsprak voor een menigte van duizenden moslimmannen. De vrouw raadde de zittende vrouwelijke premier aan om haar paspoort bij de hand te houden zodat ze het land snel zou kunnen verlaten. Indien nodig…
In 2013 was het seculiere geluid tijdelijk weer sterker geworden. De seculieren hadden aan zelfvertrouwen gewonnen in de strijd om de zwaarst mogelijke straf te geven aan de lieden die door de rechtbank schuldig waren bevonden aan de afschuwelijke misdrijven van 1971. Samen met moslims, hindoes en anderen zetten ze zich in voor de nieuwe agenda. De islam-extremisten, in het parlement slechts goed voor één procent van de zetels, hadden effectief een einde weten te maken aan de politieke verandering door de activisten te beschuldigen van atheïsme. Er werd een dodenlijst met twintig namen gepubliceerd. Een aantal van de vogelvrijverklaarden werd met hakmessen afgeslacht, de rest vluchtte het land uit.
Voordat Benazir, dochter van Zulfikar Bhutto, op het politieke toneel van Pakistan verscheen, had een andere vrouw daar al een belangrijke rol vervuld. Het was de jongere zus van Muhammad Ali Jinnah, de vader des vaderlands van dat geografisch gezien bizarre land. Zeventien jaar na de dood van Muhammad Ali deed ze een gooi naar het presidentschap middels een campagne die stevig gefundeerd was op Indiafobie. Ze kreeg steun van de orthodox-islamitische Jamaat-e-Islami, die in dat kader de principiële afwijzing van het idee van een vrouw als president tijdelijk opzij zette.
Na ongeveer vijf kwartier was Maya – verbijsterd, duizelig bijna – gestopt met haar zoektocht en begonnen met een ander deel van haar “nieuwe nevenproject”: het lezen van het boek Schaamte, van Taslima Nasrin. Daar was ze nog sneller weer mee gestopt.
Na wat bladeren en na het lezen van de eerste pagina’s van het boek, had ze begrepen dat de zus van de hoofdpersoon Maya heette.
Voordat ze verder las in het merkwaardige boek, dat kort na het verschijnen in Bangladesh zelf verboden werd, wilde ze eerst van Merlijn weten of die naam de eigenlijke reden voor hem was geweest om het haar aan te raden. Voordat ze contact met Merlijn zocht, las ze eerst het bericht terug dat hij haar gestuurd had in reactie op het verschijnen van haar eerste artikel over Pakistan. Aandachtiger dan de eerste keer.
Dankzij haar eigen oriëntatie op de politiek van Bangladesh en daarmee als vanzelf ook op die van Pakistan, kwam het bericht nu heel anders over. Die eerste keer was ze vooral beweringen tegengekomen waar ze haar twijfels bij had. Het onderlinge verband ertussen was ook onduidelijk.
Nu pasten zijn opmerkingen in een coherent verhaal. Over de onvoorstelbare, Pakistaanse traditie om religieus geïnspireerde moordenaars decennialang en grootschalig te eren, met name. Merlijn had geschreven over ene Ilm ud-Din. De zeer invloedrijke Muhammad Iqbal had destijds de loftrompet gestoken over deze ud-Din die iemand vermoord had nadat die beschuldigd was van ‘bespotten van de Profeet’. Een week later had die informatie een heel andere lading. Alleen al doordat Maya nu in het Iqbal hotel verbleef!
Het slachtoffer van ud-Din, Rajpal, was destijds na een vijf jaar lang voortslepend proces vríjgesproken van de misdaad blasfemie maar onmiddellijk na zijn vrijlating vermoord door de 19-jarige Ilm. Dat Rajpals moordenaar, 84 jaar na dato, nog elk jaar twee dagen lang herdacht wordt: de portee ervan drong nu pas door. De moordenaar was destijds veroordeeld tot de doodstraf en zijn begrafenis trok meer dan een miljoen belangstellenden. Het was duidelijk dat de bijeenkomsten waarop hij, tot de dag van vandaag, nog herdacht wordt, geen herdenkingsbijeenkomsten meer zijn: ze vormen nu een podium voor het uitdragen van het gedachtegoed dat verantwoordelijk is voor het vanzelfsprekende moorden op basis van blasfemie-beschuldigingen.
Ze dacht terug aan het wanstaltig grote portret op het huis in de Muslim Town in Rawalpindi. Het gezicht van de gevierde moordenaar van Taseer, de gouverneur die werd vermoord omdat hij het opnam voor een christelijke vrouw die beschuldigd werd van blasfemie.
Zelfs na haar eigen ervaringen in Pakistan en Gujarat en na haar eigen verkenningen die Merlijns verhaal ondersteunden, had Maya er toch nog moeite mee om onder ogen te zien dat hij gelijk had, maar het loven van die moordenaar van Taseer: dat was dus inderdaad onderdeel van een afgrijselijke traditie.
Merlijns bericht bevatte slechts een terloopse verwijzing naar het geweld in Gujarat in 2002. Genoeg aanmoediging voor haar om zich hoe dan ook verder te willen verdiepen in de verwikkelingen rond de beroemde Babri Masjid moskee. Bij nader inzien ging ze niet wachten op uitleg van Merlijn over de naam Maya in Lajja. Ze stuurde hem een heel kort berichtje en begon alvast verder te lezen in het omineuze boekje over haar naamgenote.
.
De cricket held
Wel een verschil: een miljoen mensen protesteerden destijds tegen de executie van die ‘onschuldige moordenaar’ Ilm ud-Din, en twee jaar geleden waren het er nog slechts 50.000 die protesteerden tegen de executie van Mumtaz Qadri.
Toch stemt het me niet optimistisch.
De huidige premier van Pakistan, de voormalige cricket-topspeler Imran Kahn, heeft naar aanleiding van de vrijlating van Asia Bibi net weer een nieuw initiatief gelanceerd om wereldwijd de vrije meningsuiting aan banden te leggen wanneer die meningen betrekking hebben op godsdiensten, doorzichtig grappig, dat meervoud, maar beangstigend veel christelijke politici zien daar niets doortrapts in.
Let wel: die Imran Kahn is de voorman van de partij PTI, volgens wikipedia een centristische partij die “.. promotes freedom of thought and dismantling religious discrimination in Pakistan.”… In ledental is het de grootste partij van het land. In het noorden van Pakistan vormt die partij een coalitie met de partij JI een van de meest extreem-mohammedaanse partijen. Ze streven naar een puur mohammedaanse maatschappij-ordening. In de tijd dat Zia Ul Haq Zulfikar Ali Bhutto (ja, de vader van de later ook vermoorde Benazir Bhutto) afzette als premier en vader Zulfiqar (!) werd geëxecuteerd, vormde JI een belangrijke steunpilaar voor Zia Ul Haq… De partijleider van JI nam het in 2016 als vanzelfsprekend ook op voor moordenaar Mumtaz Qadri.
Een week na diens uitvaart pleegde een van zijn fans een aanslag op een rechtbank. Dankzij kordaat optreden van een aantal politeagenten kostte de aanslag ‘slechts’ het leven van 10 mensen, waaronder vier vrouwen en twee kinderen. Een woordvoerder van de club achter deze aanslagpleger heet Ehsanullah Ehsan. Hij windt er geen doekjes om. Hij spreekt letterlijk over onschuldige moordenaars:
… [the bombing] was especially done as vengeance for the hanging of Mumtaz Qadri. (…) The Pakistani courts give decisions against the laws revealed by Allah, and convict and hang innocent people …
Nigel Farage
In zekere zin nog verontrustender zijn recente uitlatingen van Nigel Farage, de leider van de UKIP (United Kigdom Independence Party) toen die haar hoogtepunt beleefde met het winnen van het Brexit-referendum. Na zijn opstappen als partijleider droeg Farage er al aan bij dat Annemarie Waters binnen zijn partij gedemoniseerd werd omdat ze te goed geïnformeerd en negatief sprak over de leer van Mohammed. En nu is de nieuwe leider en Europarlementariër Batten, in de ogen van Farage te positief geweest over Tommy Robinson. Sterker nog: vanwege het feit dat Batten Robinson als adviseur heeft aangewezen, roept Farage zelfs op tot het afzetten van Batten als partijleider.
Farage zegt dat Batten de UKIP in een ‘shameful direction‘ sleept. En hier wordt duidelijk wat hij daarmee bedoelt: twijfelen aan de ‘gematigde’ volgers van Mohammed’.
If dealing with Islamic fundamentalism becomes a battle between us and the entire religion, I’ll tell you the result: we’ll lose. We will simply lose….We absolutely have to get that Muslim majority living in many of our towns and cities on our side, more attuned to Western values than some pretty hardline interpretations of the Qur’an. (…)
Er is niets Churchilliaans meer aan Farage. Robert Spencer, van Jihadwatch, heeft het gehad met Farage:
We must not think that we are at war with the entire religion. But what, Mr. Farage, are we to think about the Muslims who consider themselves and their religion to be at war with us?
Nigel Farage has become just another mainstream hack politician.
Indringender nog is zijn vraag:
… if we don’t speak about such facts, how will we ever convince Muslims not to follow “hardline interpretations of the Qur’an”?
Wat Spencer nog vergeet te benadrukken is dat Groot Brittannië zo ver heen is –verder dan Zweden volgens mij– vanwege de herkomst van de volgelingen van Mohammed in zijn land: volop Pakistani. Bekend als ‘Aziaten’ wanneer ze zich bezighouden met serie- en groepsverkrachtingen van kwetsbare Britse meisjes. Pakistani en Afghanen –de grens is poreus, om het zo maar te zeggen– zijn geen Marokkanen of Turken en zeker geen Amazigh of Koerden.
- Ik schreef eerder over de moordenaar rechtsboven in beeld in deze vergelijking met een moord in Iran, uit 1951. Op premier Ali Razmara. Het fotootje is van net na de moord. Op zijn gezicht de gelukzalige glimlach van de ‘lachende doder’: een bijnaam van Mohammed. De grotere foto is een still uit een BBC-video van de begrafenis na zijn executie in maart 2016.
- Elke blasfemie-beschuldiging is vals, maar zij had zich zelfs in het geheel niet uitgelaten over iets ‘heiligs’.
- Link naar oude artikel in noot 1.
- Link naar beschouwing over Qadri en Ilm ud-Din uit Pakistan.
- Narendra Modi is de premier van India.
M.Terveel – Alexandra’s reis
€20,14
352 pagina’s
Paperback 17 x 24 cm
ISBN 9789081474009
Bestellen kan hier
Ineteressant artikel. Blasfemie zou wereldwijd tot de vrijheid van meningsuiting moeten behoren. Als de godsdienstigen ons bespotten en ons varkens vinden (leuke en intelligente beesten), als ze ons regels (willen) opleggen met betrekking tot “hun zaligmakende geloof”, waarom mogen wij, de anders denkenden dan niet de spot met hun geloof drijven? Het is bespottelijk!
Ik heb geen zin om me voor eeuwig dood te vervelen in wat voor hemel dan ook, klaverjassen, tennissen, joggen, etc.
Maria verblijft er graag vanwege die affaire met een timmerman geloof ik, dan wil je zeker niet terug naar de aarde.
Islam = jihad + sharia + wereld-kalifaat.