DE WERELD NU

De Zaak Jürgen Conings – een ander perspectief – deel 2 –

Jürgen Conings

België volgde afgelopen maand ademloos de klopjacht op militair Jürgen Conings. Dit weekend vond men zijn lichaam. Wat hiervan te denken? Polemoloog Walter Claeys – ex-officier in het Belgische leger – zag iets anders dan de hysterische media.

Het brisante essay van Walter Claeys over de zaak Jürgen Conings verschijnt deze week (maandag, woensdag, vrijdag) in drie delen op Veren of Lood. Vandaag Deel 2

PTSS – post Traumatisch stress syndroom
De door het leger gewilde “decompressieperiode” houdt verband met PTSS (in het Engels: PTSD) en de depistage (en aansluitend: de behandeling) ervan. “Depisteren” is: opsporen en blootleggen wat niet zichtbaar is, wat verborgen is. PTSS valt immers niet af te lezen van het aangezicht van de zieke en blijk evenmin uit een slepend been, een dikke zwachtel of een armprothese. 

Wat is nu PTSS?  

Post Traumatisch Stress Syndroom, PTSS (of Post Traumatic Stress Disorder, PTSD) is een psychische aandoening – een ziekte dus – die kan ontstaan na het meemaken van uitermate schokkende, traumatiserende ervaringen die niet worden verwerkt. De patiënten ervaren langdurig diverse psychische repercussies van deze ervaringen; het syndroom heeft grote gevolgen voor het dagelijks functioneren. Aanvankelijk kunnen de symptomen mild lijken of verdrongen worden, maar door het ontbreken van behandeling blijkt het syndroom in de loop der jaren steeds ergere gevolgen te veroorzaken zonder dat de zieke inziet dat hij of zij echt ziek is.

Bij militairen komt PTSS voor, en ook bij politiebeambten, geneesheren, verplegend personeel, ambulancepersoneel, brandweerlui, verkrachte vrouwen en mannen, mishandelde kinderen… Daarenboven is de in het Belgisch leger heersende cultuur een remmende factor: wie niet zichtbaar ziek is, is een lijntrekker, en wie psychische behandeling nodig heeft, draagt een stigma. 

De “grote gevolgen” van PTSS betreffen negatieve veranderingen in cognities (10) en stemming. Hieronder vallen – en ik citeer hetgeen de overheid via de pers inzake Jürgen C. aan informatie verspreidt, zodat de lezer zelf tot de conclusie komt dat PTSS in de betrokken case een aanvaardbare hypothese is die dan ook het overheidshandelen ten opzichte van de korporaal – alleen reeds vanuit ethische overwegingen – zou moeten bepalen:

  • negatieve en steeds radicaler wordende overtuigingen over zichzelf, anderen, militaire chefs, de organisatie (in casu het leger…), de politiek, de maatschappij, de wereld, maar ook over de omstandigheden die tot de traumatiserende gebeurtenis(sen) hebben geleid.  

Precies diens “negatieve en steeds radicaler wordende overtuigingen” hebben Jürgen C. op de “zwarte lijst” doen belanden. Nochtans valt zijn “radicalisering” als proces absoluut niet te vergelijken met bijv. de religieuze radicalisering van moslims omdat de bron compleet verschillend is. 

De krant Het Laatste Nieuws (verder HLN of hln) meldt op 31 mei: “In zijn afscheidsbrief was hij duidelijk: ‘hij wou wraak en niet verder in een wereld waarin de politieke elite en de virologen beslissen hoe er geleefd moet worden’.” Dat mag m.i. vertaald worden in: “Mijn zelfbeschikkingsrecht wordt onterecht ernstig beknot”; dat is dan in essentie correct, maar heeft onder invloed van het woekerende trauma irreële proporties aangenomen; 

  • door de ziekte vervreemdt de patiënt van kameraden, familie, gezin, zelfs van het na aan het hart liggend huisdier. Jürgen C. verkocht zijn geliefde hond; de dame die het dier kocht, getuigt: “Ik paste vaak op de hond van Conings, zeker als hij op missie moest”. Zij kende hem dan ook vrij goed. “Er moet iets heel erg verkeerd gegaan zijn om op dit punt te komen”, getuigt ze. “Het is onbegrijpelijk dat iemand zo kan veranderen. Die wapens, zijn gedrag. Ik herken hem niet meer. Noch het feit dat hij gevaarlijk zou kunnen zijn”. Een rake samenvatting van de evolutie van PTSS! 

De hond zelf wordt omschreven als “een lief dier”; dat strookt dan met hoe Jürgen C. ervaren wordt door dezen die hem goed kennen. Volgens zijn familie en vrienden is hij “een spierbundel met een peperkoeken hartje”: “Een uit de kluiten gewassen knuffelbeer die naar de buitenwereld toe wel stoere praat verkoopt, maar alles zou doen voor zijn vriendin en zijn twee kinderen[11]. Agressieve baasjes kweken agressieve honden; zijn hond was en is niet agressief en bijgevolg was Jürgen C. het van nature ook niet.  

En inderdaad, de PTSS-patiënt sluit zich meer en meer af, bolstert zich in, als het ware; dat blijkt trouwens ook uit het feit dat Jürgen C. de eenzaamheid van een recreatiepark opzocht om er in een chalet te gaan wonen (12) waar hij weinig contact had met buren (13). De man had ook een echtscheiding achter de rug (vervreemding? Onbegrip?) en acht zich in deze juridische procedure onrechtvaardig bejegend (ook door de advocaat van zijn ex-partner; we kennen het zwart-wit-discours van advocaten en dat is inderdaad in aanvang zeer confronterend, zeker voor iemand met mentale problemen). Hij verliet uiteindelijk het chalet om bij zijn huidige vriendin in te trekken, maar ook dat heeft niet lang geduurd: het syndroom dwingt de zieke als het ware de eenzaamheid in;
  • ook treden aanhoudende negatieve emoties op: angst, boosheid, vergeldingsdrang, schaamte, schuldgevoelens. De excessieve en conflicterende emoties die Jürgen C. teisteren, blijken o.m. uit de irrationele verwijzing naar “het verzet”, gewapend verzet bij mijn weten hier onbestaand, waarbij hij zich zegt aan te zullen sluiten. En dan is er ook het feit dat hij zijn militaire eretekens op het graf van zijn ouders achter laat.  

Over eretekens of medailles wordt al eens lacherig gedaan, zeker in materialistische tijden” schrijft Hans Moors, Sr. Police Officer14 (en dat blijkt dan in casu vooral uit de commentaren van de Vlaamse pers; het gebaar van de korporaal wordt als theatraal vertoon afgedaan…). Hans Moors noemt een ereteken een “kleine, symbolische daad van waardering en erkenning”; “Ze staan voor waarden als dienstbetoon, eer, engagement, verdienste, opoffering, dapperheid en moed”.

Ouders zijn voor hun kinderen – hoe oud die ook mogen zijn – veelal dezen die moreel oordelen over het doen en laten van hun kroost. Het feit dat Jürgen C. de tastbare symbolen van zijn arbeid en inzet afstaat en bij zijn dode ouders achter laat, komt neer op het emotionele statement dat “hij zijn best heeft gedaan, maar dat het allemaal tevergeefs was”. Irrationeel? Inderdaad, maar wel kenmerkend voor PTSS; 

  • de PTSS-patiënt heeft daarnaast ook last van verhoogde spanning en reactiviteit; dit kan zich uiten via overmatige schrikreacties of slapeloosheid en concentratieproblemen, en van prikkelbaar, roekeloos of zelfs zelfdestructief gedrag. Het ontvreemden van wapens en munitie en vervolgens alle schepen achter zich verbranden, is èn roekeloos, èn zelfdestructief. Hij verwacht trouwens zelfs neergeschoten te worden. In feite gaat het dus om een serie wanhoopsdaden. M.i. is de agressie bij Jürgen C. meer op zichzelf gericht dan op externe objectieven; dit verklaart het reeds 25 dagen durende uitblijven van elke agressieve daad[15].

 In Nederland is PTSS helemaal geen onbekende…
Sedert de erkenning van de posttraumatische stressstoornis is het idee trauma in Nederland gebanaliseerd geraakt. Historische analyse van de erkenning van PTSS in 1980, toen deze stoornis werd opgenomen in de DSM, brengt drie belangrijke sociale en politieke actoren aan het licht: de emancipatiebewegingen van Vietnamveteranen en mishandelde vrouwen, en de ontdekking van de ‘late gevolgen’ van de Tweede Wereldoorlog. In Nederland was vooral de oorlog van belang. De overeenkomst tussen die drie groepen slachtoffers is dat zij wilden dat hun klachten werden geïnterpreteerd als een ‘ziekte’ die niet werd veroorzaakt door hun persoonlijkheid of hun actuele gedrag en situatie, maar door een traumatisch verleden[16].  

De Nederlandse Nationale Politie haalde in 2017 zelfs voorpaginanieuws met de financiële kosten voortspruitend uit psychische trauma’s. De Nationale Politie heeft sinds 2014 het “Meldpunt PTSS Politie” en is met een inhaalslag bezig om PTSS als beroepsziekte te erkennen. Honderden aanvragen zijn al beoordeeld en gedupeerden kunnen voor financiële vergoedingen in aanmerking komen (NRC Next)[17].  

 … maar in België?

In België wordt PTSS voor wat de militaire veteranen betreft zo stilletjes mogelijk weggemoffeld wegens veel te duur; andere bevolkings- en beroepsgroepen krijgen dan weer wel aandacht omdat er machtige organisaties achter staan, zoals de zes politieke vakbonden. Dr. Ines Keygnaert (UGent) en drs. Leni Linthout (UGent) bijv., hebben zelfs een “Triage Tool voor identificatie, zorg en doorverwijzing van slachtoffers van seksueel geweld in Europese asielcentra en opvanginitiatieven[18] ontwikkeld ten behoeve van asielzoekers (gangmakers: de rijkelijk gesubsidieerde ngo’s), maar voor uit oorlogsgebieden terugkerende EIGEN militairen?

Welke boodschap hebben die militairen en hun gezinsleden aan de vaststelling dat asielzoekers een hogere prioriteit genieten dan de eigen, mentaal getraumatiseerde militairen? Die leven in een “welvarend” land en moeten er dus maar tegen kunnen? En de TUP-regel volgen die voor militairen reeds sedert 1830 geldt: Trek Uw Plan? 

Voor een volledig overzicht omtrent de geschiedenis van de Belgische PTSS-zorg verwijs ik naar het op het internet te vinden artikel van Erik De Soir, Doctor in de Psychologie, Doctor in de Sociale en Militaire Wetenschappen, psycholoog-psychotherapeut, Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie – Departement Wetenschappelijk en Technologisch Onderzoek, getiteld “Crisispsychologie en psychotraumatologie in Vlaanderen: een uitdaging voor psychologen” gepubliceerd in het Tijdschrift Klinische Psychologie, 43/4 (oktober-december 2013)[19]. Ik licht er enkele “highlights” uit:  

  • in 1992 wordt in het Militair Hospitaal Koningin Astrid (Neder-Over-Heembeek) het Centrum voor Crisis Psychologie (CCP) opgericht. Op dat ogenblik was er in Europa geen evenknie voor een dergelijk centrum, althans niet op het vlak van de aanpak van mensen die door een acuut trauma zijn getroffen. Een humaan initiatief van de legerchefs dus, en goed begonnen is half gewonnen? Dat dacht u maar;  
  • ook de Rijkswacht nam een – humaan – initiatief: in 1993 werd een Stressteam opgericht dat zou functioneren voor alle politiediensten. Met het opdoeken van de Rijkswacht – de miskleun van de eeuw! – verkaste de daar opgebouwde knowhow naar de civiele politie. De Rijkswacht was onderdeel van de Krijgsmacht, en deze laatste moest en zou “het vredesdividend” ophoesten: het geld dat “vrijkomt” na al die militaire “investeringen” sedert 1945;  
  • Het CCP groeide snel en kreeg ruime belangstelling in binnen- en buitenland”, meldt Erik De Soir. “Absoluut vooruitstrevend was de uitbouw van de Psychological Rapid Intervention Teams (PRIT) als mobiele teams voor collegiale ondersteuning bij schokervaringen in de schoot van de krijgsmacht. Deze voerden de acute opvang uit bij getroffenen door schokervaringen binnen en buiten de krijgsmacht.” En dat laatste – buiten de Krijgsmacht – bleek een strategische fout: daar waar politieke benoemingen schering en inslag zijn, kan men knowhow gebruiken want dat schept allerlei opportuniteiten voor de drie politieke zuilen en meer specifiek: de zes civiele vakbonden en de politieke zuilpartijen. In de jaren ’80 en ’90 streefden de traditionele politieke partijen en dito vakbonden ook naar “minder militairen en meer burgers in het leger”. Functioneel geen snuggere beslissing, want het burgerstatuut impliceert een veel lagere graad van beschikbaarheid dan het militaire statuut maar de “overtuiging” domineerde dat met de val van het IJzeren Gordijn een leger eigenlijk overbodig werd; 
  • in 1997 werd aan het Departement Gedragswetenschappen van de Koninklijke Militaire School het Studiecentrum voor Stress en Trauma (SCST) gevormd met de intentie een kenniscentrum uit te bouwen dat zich zou bezighouden met de studie van acute traumatisering bij enerzijds het personeel van risicoberoepen en van de burgers getroffen door rampen. “Burgers”…, dat is, opnieuw, buiten de Krijgsmacht…  
  • … en dan geschiedt het onvermijdelijke: sedert 2009 bestaat het SCST niet meer: ook dàt is dus einde verhaal. Zoals Ben Shephard het in “A War of Nerves” (2003, p. xxii) stelt (vertaald uit het Engels): “Problemen worden altijd eerst ontkend, dan onderzocht, dan begrepen en dan vergeten… en gaat het over het leger, dan wordt liefst zo snel mogelijk vergeten. De knowhow is verhuisd naar niet-militaire instellingen en daarheen verkasten ook de budgetten;  
  • het Centrum voor Crisispsychologie in Het Militair Hospitaal bestaat nog steeds als klein onderdeel(tje) van het Centrum voor Geestelijke Gezondheid (CGG); “Het ondersteunt militairen en burgerpersoneel van Defensie die getroffen zijn door een ingrijpende, potentieel traumatogene gebeurtenis”. De dienst is elke werkdag bereikbaar tussen 8u en 15u30… 

Hoeondersteunt” dat Centrum?  

Op 7 februari 2014 meldt de krant LE SOIR (plus.lesoir.be): Volgens majoor Lucien Lemal, psycholoog, psychotherapeut en hoofd van het Centrum voor Geestelijke Gezondheid van het Militair Hospitaal (Neder-Over-Heembeek), wordt de aanwezigheid van een trauma tegenwoordig vastgesteld bij 1,5% van de vijf- tot zeshonderd militairen die het CGG jaarlijks consulteren, d.w.z. ‘9 of 10 gevallen’ van posttraumatische stressstoornis (PTSS). Vergeleken met de Angelsaksische legers, zijn deze cijfers zeer laag[20]. 

Conclusies: 1) voor “9 of 10 gevallen” per jaar – zie verder – heb je geen massa gespecialiseerd personeel nodig; 2) de militairen die denken te lijden aan een PTSS, moeten zich zelf melden bij het CGG (alleen: zelf beseffen zij niet dat zij lijden onder PTSS…!), en 3) de journalist van Le Soir is één van de weinige journalisten die een vraagteken plaatst bij het pertinent lager aantal PTSS-cases bij veteranen van de Belgische Defensie vergeleken met andere legers uit buurlanden. Het vraagteken leidde evenwel niet naar verder onderzoek; u vindt géén Washington Post-journalisten in dit land[21]. 

In maart 2012 geeft generaal Delcour zijn ontslag omdat de regering van geen dure decompressie – als onderdeel van een actieve depistagestrategie ter behandeling van PTSS – wilde weten, en daarmee was de kous af want zolang je niet openlijk en uitdrukkelijk erkent dat PTSS een veteranenziekte is die ook de Belgische militairen teistert, bestaat de aandoening niet (in het leger) en moet je er dus ook niets voor doen. In België is het politieke bedrijf immers nog steeds 18de-eeuws (laissez faire, laissez passer).  

Maar ik vermeldde reeds de tamtams die ondanks alles sporadisch tot in de beschaafde wereld doordringen. Want een ietsje aan informatie heeft een gespitst oor bereikt: er kon immers niet verhuld worden dat er een handvol militairen in PTSS-therapie bleek! Zes Belgische militairen worden behandeld voor posttraumatische stressstoornissen. 600 procent meer dan in 2013, want toen waren er geen” meldt Karolien Grosemans (N-VA parlementslid) op 24 april 2015 aan de pers.Twee van de zes rekenen nog af met missies in Somalië en Rwanda, missies uit de jaren negentig”. De moord op de 10 Belgische paracommando’s in Rwanda dateert van 1994: zo’n 27 jaar na datum is er nog één PTSS-patiënt in therapie[22]! Je zou soms kunnen denken dat het over een milde verkoudheid gaat… 

Hoe talrijk zijn de niet-gediagnosticeerde PTSS-cases?
België zendt wel degelijk in naam van “de Belgen[23] militairen uit naar oorlogsgebieden in de wereld. Ook ná het vreselijke Rwanda-fiasco van 1994! Dáár worden die soldaten geconfronteerd met beschavingen met compleet afwijkende waarden, wat op zich reeds confronterend is, en met bij wijlen onnoemelijke wreedheden. Sommigen komen ertoe zelf grenzen te overschrijden en kampen naderhand met wroeging (Somalië…). Er bestaat evenwel geen training die de empathische emotionele beleving van gruwel leert uitschakelen; alleen de psychopaat24 kenmerkt zich als disempathisch. 

Neen, het voor het volk verstoppen van het bestaan van PTSS-cases in het Belgisch leger is niet ten volle geslaagd, alhoewel het grote publiek echt onwetend is gebleven: “In de jaren 2014-2018 zijn 23 Belgische militairen op buitenlandse missie teruggestuurd naar ons land omwille van psychosociale redenen[24]. In drie gevallen ging het om het posttraumatisch stresssyndroom (PTSS). Jaarlijks wenden meer dan duizend militairen zich voor een gesprek tot het Centrum voor Geestelijke Gezondheid van Defensie. Hun aantal steeg van 1.026 in 2014 tot 1.288 in 2018. Het aantal militairen dat hulp zoekt bij het CGG omwille van PTSS daalde de afgelopen jaren van 22 in 2015, 18 in 2016, 11 in 2017 tot 6 in 2018.” laat het Nieuwsblad weten op 29 maart 2019. Het artikel weekte geen reacties los, alhoewel niet enkel de zeer lage maar ook de over de jaren afnemende aantallen, ernstige vraagtekens moeten oproepen! 

Verder is “hulp zoeken” geen synoniem voor “in behandeling zijn”; vandaar het verschil tussen de getallen die enerzijds de krant en anderzijds het geciteerde parlementslid Grosemans citeren. Maar jaarlijks gemiddeld net geen 15 gevallen die zich ten kantore aanbieden, al dan niet geprest door een bezorgde militaire chef of het dito thuisfront, dat is – zoals de krant Le Soir vaststelde – sowieso onwaarschijnlijk weinig: het Amerikaans leger meldt dat 15% der terugkerende veteranen PTSS-lijder is; in Nederland en in Vlaanderen maakt men gewag van 10% [25].  

Laat ons even berekenen hoeveel PTSS-gevallen België jaarlijks – theoretisch gemiddeld – moet verwachten. Aan vier missies in radicaal anders beschaafd oorlogsgebied neemt België actueel nog steeds deel: 

  • In NIGER, sedert 2003 (+/- 320 militairen) 
  • In AFGHANISTAN, sedert 2011 (+/- 320 militairen)[26]
  • In MALI, sedert 2013 (+/- 110 militairen) 
  • In het MIDDEN-OOSTEN, sedert 2014 (+/- 104 militairen). 

Het zijn niet constant dezelfde personen die aldaar ingezet worden: gemiddeld zou het participeren van het individu telkens 6 maand duren, en elke nieuwe deelname zou pas één jaar na terugkeer opnieuw kunnen worden toegestaan (al zou de regel, naar verluidt, dikwijls heel soepel worden “aangepast”).  

Op één jaar tijd zendt België dus minstens 1.700 militairen naar die conflictgebieden uit; cf. Amerikaanse normen zouden er dus 255 gevallen van PTSS – in meerdere gradaties – verwacht moeten worden, en volgens Nederlandse en Belgische normen 170 

Dit betekent naar mijn mening dat minder dan 10% van de te verwachten getraumatiseerden zelf – al dan niet onder externe druk – medische bijstand gaat zoeken 

Het ziektebeeld verklaart hoe dit komt: de zieke kapselt zich in maar beseft niet dat dit een gevolg is van de aandoening. Daarom moet de overheid actief depisteren, maar dat doet zij niet! Laissez faire, laissez passer! Op 28 mei 2021 verklaart  cultuurwetenschapper Ico Maly dat “de zaak-Jürgen Conings nog maar een voorproefje van de rechts-extremistische dreiging is die op ons afkomt[27]. Als elke militaire PTSS-lijder als “rechts-extremistisch” wordt weggezet, wat mij geenszins zou verbazen, dan zal het hier inderdaad jaarlijks minimum met zo’n 200 patiënten (die zich niet bewust zijn van hun aandoening) versterkt worden… Na twee jaar is dat een bataljon, na 10 jaar een regiment, na 25 jaar een heuse brigade. 

Het 3e en laatste deel van dit essay verschijnt vrijdagmiddag 25 juni.


De noten zijn doorgenummerd vanuit deel 1.

10 Bekwaamheid, competentie, kennis, kenvermogen, kundigheid

11 Bron: hln.be, 18 mei 2021.

12 Bron: hln.be, 2 juni 2021.

13 Bron: hln.be, 2 juni 2021: “Zijn sociale contacten had hij niet hier”.

14 Bron: linkedin.com/pulse/eren-waarderen-de-symboliek-van-eretekens-hans-moors/

15 Dat hij in zijn afgesloten auto een soort van boobytrap aanbracht, ziet hij zelf vermoedelijk niet als een daad van agressie maar van actieve verdediging zoals hem in het leger is geleerd: niemand heeft zaken in zijn auto. Hij wist ook dat zijn collega’s, ingeval zijn auto gevonden werd, de boobytrap probleemloos zouden ontmantelen. Kortom: het is niet iets dat u en ik zouden doen, maar dat in zijn geestesgesteldheid een vanzelfsprekende defensieve daad lijkt.

16 Withuis, J. “Opkomst en neergang van PTSS”. DITH 30, 149–159 (2010).
https://doi.org/10.1007/BF03096232

17 NRC Next. Trauma’s kosten politie miljoenen. 11 augustus 2017.

18 http://hdl.handle.net/1854/LU-8701584

19 De majoor heeft uiteindelijk zijn focus gericht op het Fire Stress Team (voor brandweerlui), en stichtte in 2003 de Association Européenne des Psychologues Sapeurs-Pompiers/European Association of Fire and Rescue Psychologists waarvan hij sedert enkele jaren erevoorzitter is. Het vredesdividend heeft veel vernietigd.

20 Vertaald uit het Frans; originele tekst: “Selon le major Lucien Lemal, psychologue, psychothérapeute et chef de service du Centre de santé mentale de l’hôpital militaire (Neder-Over-Heembeek), la présence de traumas est aujourd’hui décelée auprès de 1,5% des cinq à six cents militaires qui consultent chaque année le CSM, soit ‘9 ou 10 cas’ annuels de stress post-traumatiques (PTSD). Comparés aux armées anglo-saxonnes, ce sont des chiffres très bas.”

21 Cf. het Watergate-schandaal in de USA.

22 De missie in Somalië ving aan eind 1992 en duurde tot eind 1993; in het totaal namen 2.579 Belgische paracommando’s deel aan de missie. Toen reeds werd luid getoeterd dat veel soldaten “extreem-rechts” waren (al wat niet met het zogenaamd “linkse” discours overeenstemt, wordt als “extreem-rechts” beschouwd…). Na terugkeer hebben enkele paracommando’s zelfmoord gepleegd.

23 De Belgische koning is geen “koning van België” maar wel “koning der Belgen” en in die hoedanigheid opperbevelhebber van het leger. Vandaar dat de militairen hun job in vreemde landen uitvoeren voor de Belgen.

24 Psychopathie is een antisociale persoonlijkheidsstoornis.

25 “Na een schokervaring heeft gemiddeld 10% van de slachtoffers last van aanhoudende symptomen van posttraumatische stress: symptomen van herbeleving, vermijding en/of ontkenning en aanhoudende activatie. De afbakening van de posttraumatische stressstoornis (PTSS) volgens de DSM-IV-TR (2000) leidde echter tot het probleem van comorbiditeit, waardoor deze posttraumatische symptomen ook vaak gepaard gaan met symptomen van depressie, angst, dissociatie, verslaving en onverklaarde lichamelijke klachten.” Uit “Crisispsychologie en psychotraumatologie in Vlaanderen: een uitdaging voor psychologen”; Eric De Soir; Tijdschrift
Klinische Psychologie 43/4 (oktober-december 2013).

26 Deze maand – juni 2021 zou daaraan een eind komen (volgens minister Dedonder: “Voor de zomer”). Afghanistan wordt prijs gegeven aan terroristische groeperingen. Wij mogen bijgevolg een grote toevloed van echte en vermeende Afghaanse vluchtelingen verwachten.


De andere delen van dit essay vindt u  onder deze link.

3 reacties

  1. Cool Pete schreef:

    Heel goed artikel.

    Militairen met gevechts-ervaring worden in de steek gelaten;
    door Defensie, door politici, door de samenleving.

    Geheime diensten zoeken getraumatiseerde mensen, bewerken ze,
    en laten ze hun uitgedokterde acties uitvoeren, om hun politieke doelen te bereiken
    en hun oppositie zwart te maken. Zie ; FBI / CIA.
    Jurgen Conings, R.I.P., is slachtoffer daar van.

    p.s. : Seth Rich is dood.
    p.s. : John McAfee zat vast; is nu dood.
    p.s. : Edgar Snowdon is gevlucht.
    p.s. : Julian Assange zit nog vast.
    E.v.a.

  2. Cool Pete schreef:

    Verduidelijking :
    – het onderste rijtje, zijn klokken-luiders
    – geheime diensten hebben vaak getraumatiseerde mensen misbruikt voor opdrachten.

  3. peter klein schreef:

    Heb zelf PTSS gehad, na een relatie met een narciste.
    Super-manipulators..
    Daarna ga je de hele wereld anders zien, want we worden allemaal GIGANTISCH GEMANIPULEERD en in slaap gesukkeld, het barst van de narcisten in de hogere echelons

    Gelukkig komt #DrainTheSwamp eraan..