De prijs van beschaving
Een belangrijk probleem van veel progressief redenerende mensen is dat tegenwoordig alles maar in geld wordt uitgedrukt. Men spreekt dan laatdunkend over mensen die de prijs van alles kennen, maar van niets de waarde weten (naar Oscar Wilde – People who know the price of everything and the value of nothing).
Niet geheel onterecht, de waarde van cultuur is moeilijk in geld uit te drukken. Overigens betekent dat niet, dat je alles daarom maar in stand moet houden, want het uiteindelijke resultaat kan niet anders dan volledige verstarring zijn.
Dat men tegelijkertijd immigranten uit, wat je niet anders kunt omschrijven dan als achterlijke culturen, probeert ter wille te zijn met het behoud van hun oorspronkelijke cultuur is daarom paradoxaal. Dit ondergraaft namelijk de eigen cultuur van het Westen. Grappig genoeg (of treurig, met evenveel recht) denkt men dat onze Westerse cultuur zo’n universele waarde heeft dat die altijd zal prevaleren als de nieuwkomers er niet tegen beschermd zouden worden.
Dat dit een pijnlijk misverstand is, is de afgelopen 40 jaar bij uitnemendheid gedemonstreerd door de islamitische immigranten. Door zich in overwegend monoculturele wijken terug te trekken in hun eigen culturele isolement zijn deze groepen puur door hun omvang er in geslaagd hun oorspronkelijke cultuur goeddeels te bewaren.
Het meest kenmerkende is dan nog, dat het de cultuur is van het moment van vertrek die zij bewaard hebben. Daarmee hebben zij zich echter ook afgesneden van de cultuur van hun land van herkomst, die zich ondertussen verder heeft ontwikkeld. Cultureel zijn de immigranten daardoor ook achtergebleven vanuit het perspectief van het oorspronkelijke moederland.
De gevolgen daarvan zien wij dagelijks om ons heen. Een terugtrekking op de eigen waarden, en daardoor een fundamentalistische visie op de wereld. Men kent niet anders, en men wil niet anders. Deze mensen leven in een wereld die reeds vijftig jaar geleden is overleden, maar zij hebben het niet bemerkt.
De prijs van beschaving is mensen mee laten doen. Maar dat betekent ook, dat je ze moet dwingen de gastheerbeschaving tot op heel grote hoogte te omarmen en zich aan te passen aan hun nieuwe leefomgeving. In ieder geval in de dagelijkse omgang. Wat achter de gesloten voordeur plaats vindt gaat de maatschappij niets aan, mits dit geen invloed heeft op de wijze waarop men met de samenleving om gaat.
Nu het failliet van de multicultigedachte ontegenzeggelijk is aangetoond, moeten we er ons voor gaan inspannen de immigranten onze cultuur op te leggen. Tijdens dat proces zal blijken dat er ontegenzeggelijk een tweerichtingsverkeer zal ontstaan, maar een goede mix van de nieuwe homogene cultuur moet ontstaan naar verhouding van de samenstellende delen. Dat betekent niet meer dan dat de gastheercultuur enige trekjes zal overnemen van die van de nieuwkomers, een proces dat al dagelijks om ons heen plaatsvindt.
Nieuwkomers die zich aan dat proces niet willen onderwerpen tonen door hun afwijzing dat zij geen deel uit willen maken van onze maatschappij, en horen hier dus niet. Door niet te willen delen in de cultuur van het nieuwe vaderland erkent men er geen plaats te hebben. De consequentie is, dat er voor hen dan eigenlijk helemaal geen plaats kan zijn.
Een klassiek voorbeeld is dat van de Oosteuropese Roma, zoals die nu na vijfentwintig jaar (sinds midden jaren 80) nog steeds grote overlast geven in de gemeente Nieuwegein. Ondanks veel gepamper van deze oorspronkelijk uit Joegoslavië afkomstige mensen is er in al die jaren zo goed als niets bereikt omdat zij ten enen male weigeren zich aan te passen aan de in Nederland geldende mores.
Het is een schrijnende illustratie van te veel rekening willen houden met immigranten, en een overmaat aan medelijden. Het resultaat is een groep onaangepasten, die er aan gewend is eisen te stellen zonder daar voor in ruil iets bij te willen dragen. Van begin af had duidelijk moeten zijn dat, als er geen voortgang werd gemaakt met hun integratie, uitzetting het alternatief was.
Wie zijn kinderen lief heeft spaart de roede niet, zegt een oud spreekwoord. Ondanks de ruwe implicaties van de gebruikte terminologie zijn het ware woorden. Het is de prijs van beschaving, dat men alle leden van de maatschappij bekend maakt met de consequenties van hun plaats daar in. En daar naar handelt.
Dit artikel verscheen eerder op Artikel7.nu