De missing Link
Door onderzoekers naar de oorsprong van de mens wordt veel gesproken over de Missing Link, de legendarische overgangssoort tussen mens en aap, van welke wij allemaal zouden moeten afstammen. Men is ondertussen teruggekomen tot een tijdstip 3 a 4 miljoen jaar geleden, en dat we verder terug moeten lijkt vast te staan.
Of we die overgangsfiguur ooit zullen vinden? Men gaat er daarbij stilzwijgend van uit, dat de overgang middels langzame evolutie heeft plaatsgehad, zonder plotselinge mutaties van dominante eigenschappen. De reden? Van een plotselinge overgang als zo’n snelle mutatie is bijzonder weinig kans er iets van terug te vinden. Het enige dat je bij zo’n snelle mutatie terug zou kunnen vinden, zijn een korte periode met babylijkjes van mutaties die niet geschikt bleken voor overleving. Aangezien de natuur babylijkjes onder normale omstandigheden al na een paar jaar tot onherkenbare compost verwerkt, is de kans hierop vrijwel nul. Een plotselinge overgang naar de ‘moderne’ mens is dus niet attesteerbaar.
De maatschappelijke missing link, bijvoorbeeld, is evenmin aanwijsbaar. Ze moeten er in redelijke aantallen geweest zijn, de afgelopen 50 jaar. Een aantal loopt nog steeds rond, en de kans dat u als u dit leest er zelf een bent, ligt vrij hoog.
Opvoeding & onderwijs
Ik bedoel dit: de opvoeding en opleiding van onze laatste drie generaties in de westerse maatschappij laten een stevige trendbreuk zien met voorgaande generaties. Dat gaat verder dan alleen een mentaliteitsomslag. Die is belangrijk, maar de kenmerken er van zijn veel belangrijker dan de omslag op zich.
Een belangrijk gevolg van die mentaliteitsomslag is de wijze waarop de opleiding van onze kinderen op scholen ter hand genomen wordt. Tot circa het 14e levensjaar krijgen onze nakomelingen tegenwoordig een zo breed mogelijke opleiding op hoog niveau, om zeker te stellen dat ze na deze leeftijd in staat zijn om bij het vereiste niveau op de door hen uiteindelijk gekozen studierichting te kunnen aanhaken. Tijdens die brede opleiding op middelbaar niveau worden kinderen volgepompt met kennis en vaardigheden die ze op het topniveau later nodig zouden kunnen hebben.
De vervolgstudies gaan diep, en maken deze kinderen tot hoogst gespecialiseerde academici als zij hun universitaire opleiding voltooien. Niet alleen hebben zij kennis van waar de grenzen van de contemporaine wetenschap liggen; van iedere generatie wordt ook verwacht dat zij die grenzen nog iets helpen opschuiven.
Door die opschuivende grenzen is het onvermijdelijk dat de stappen daar naar toe steeds groter worden. Op dit moment is de afstand zó groot geworden, dat voor veel kinderen de logica tussen de verschillende stappen verloren gaat. Een bijkomend probleem is, dat doordat de docenten in voorgaande generaties dit probleem ook al hebben ervaren, zodat ze minder aandacht schonken aan een logische opbouw van de lesstof, dan aan het halen van hun targets aan het einde van het schooljaar.
Beroepsdeformaties
Eenzelfde probleem doet zich voor bij mensen die na hun opleiding functies aanvaarden waarin het belangrijk is te begrijpen waarom de zaken die zij gaan beheren zijn georganiseerd zoals zij ze aantreffen. Dit geldt vooral, maar niet uitsluitend, voor mensen die in dienst treden van overheidsorganisaties. Van hen wordt een prompte bijdrage aan de verdergaande professionalisering van hun organisatie verwacht, in plaats van te worden ingewerkt in historie en logica van het door hen gekozen beroep.
Een extra tegenstrijdigheid is daarbij, dat de nieuwe werknemers nog maar zelden uit overtuiging kiezen voor een dergelijk beroep. Eerder beschouwen zij dit als een eerste stap in een lange carrière, die hen langs een keur van management-georiënteerde functies moet leiden tot een felbegeerde topfunctie in onverschillig welk overheidsgremium.
Wat hierdoor verloren is gegaan, is de logische opbouw van veel regels en maatregelen, die op zich allemaal inderdaad efficiënter kunnen worden geregeld en toegepast, maar daardoor helaas hun onderlinge verbanden gaan verliezen.
Een tweede verlies dat hiermee samenhangt, is dat niet langer de intentie van regels belangrijk is, maar een efficiënte toepassing van de letter van vigerend beleid.
Dit laatste probleem ontstaat mede, doordat de gezochte promotiemogelijkheden primair ontstaan via drie mogelijke criteria: a) het invoeren en implementeren van nieuw en succesvol beleid, b) een kwantificeerbaar resultaat als gevolg van een letterlijke uitvoering van een bepaald voorschrift, en c) een verdere aanscherping van bestaande regels en normen ten einde een verdere verbetering van de algemene omstandigheden die de bewuste regel beoogde te bewerkstelligen.
Hoe goed bedoeld ook, alle drie deze factoren werken contraproductief bij het tot stand brengen van een geïntegreerd overheidsbeleid. Door de onmatige fixatie op het type beleid dat door de aandacht vanuit de publieke opinie de beste promotiekansen biedt, ontstaan beleidsmatige excessen die geen objectieve basis hebben in de mogelijke resultaten, en de omvang van de middelen die worden ingezet. Aangezien ook de publieke opinie, vrijwel uitsluitend vertegenwoordigd door het journaille van de MSM, dat leeft van de aandacht voor zaken waarvan mensen denken dat hen die persoonlijk raken kunnen, hier een rol in speelt, is een proces ontstaan dat vrijwel onmogelijk te remmen valt.
Voorbeelden bestaan op vele gebieden. Ik geef er drie.
1) In het geschiedenisonderwijs werd een aantal jaren terug in het kader van de bewustwording van leerlingen voor belangrijke zaken als slavernij, vrouwengeschiedenis, en kolonialisme (om er een paar te noemen) besloten dat aan deze onderwerpen extra aandacht diende te worden geschonken, zulks ten koste van een logische opbouw van het geschiedenisonderwijs.
Een gevolg was dat kinderen vaak redelijk op de hoogte waren van bepaalde feiten en gebeurtenissen, maar deze op geen enkele wijze in een logisch historisch verband konden inpassen, omdat hen een degelijk kader ontbrak. De slavernij in de Oudheid en de slavernij in de USA in de 19e eeuw worden door veel kinderen als in elkaars verlengde liggend beschouwd. En zo verder.
2) De fixatie op risico’s voor alle deelnemers aan het verkeer leidde tot extreme aandacht (en subsidies) voor allerhande zaken als verkeersrotondes en snelheidsbeperkingen op snelwegen, die op de keper beschouwd vrijwel niets bijdroegen aan de algemene verkeersveiligheid, maar door hun kwantificeerbaarheid en herkenbaarheid in het openbare domein voor het publiek herkenbaar waren als beleid in uitvoering.
3) Een ander gevolg van een fixatie op het beperken van risico’s zie je terug in de wijze waarop men probeert de risico’s van vers bereid voedsel te minimaliseren. Met als onbedoeld gevolg, dat vers en volledig door een restaurant zelf bereid voedsel vrijwel alleen nog verkrijgbaar is in restaurants die staan vermeld in de Michelin-gids, of de aspiratie hebben daarin voor te komen.
Dit is een tendens die in geheel West-Europa waarneembaar is, en onterecht wordt geweten aan de prijs van vers ten opzichte van convenience food dat bij groothandels ruim voorradig is. En bacteriologisch vrijwel dood. En daardoor smakeloos. De prijs van vers is inderdaad astronomisch, maar de oorzaak daarvan ligt aan de extreme voorzorgen die een restaurant moet treffen om vers voedsel zelfs te mógen bereiden. De arbeidskosten van allerlei voorzieningen maken het voor ondernemers vrijwel onbetaalbaar. De werkelijke verbetering is echter miniem.
Conclusie
Wat ontbreekt, is overzicht op grote verbanden, en de ruggengraat om de beoordeling van die verbanden en de conclusies die men daar aan verbindt te verdedigen. De overheid trekt zich van dit soort zaken veel te veel aan van mensen die met slechts een zeer beperkte kennis van zaken via pressiegroepen hun onrust uiten. Die onrust ontstaat door berichten in de media, die vaak zijn ingestoken door ambtenaren, die belang hebben bij de aandacht voor hun specifieke gebied van het algemeen beleid. Waarmee de cirkel rond is.
Ik geef hier drie voorbeelden, maar zou er uit de losse pols een stuk of vijftien kunnen beschrijven. En dit Missing Link-concept is op veel meer terreinen toepasbaar, waar de afgelopen 50 jaar een trendbreuk heeft plaatsgevonden. Wie goed om zich heen kijkt, ziet er dagelijks voorbeelden van.
Ik ben van mening dat, doordat we in ons onderwijs aan toekomstige generaties nalaten de onderlinge samenhang van veel zaken te tonen, maar vooral aandacht besteden aan een onbeperkte verbetering van zaken die op zich prima functioneren, we een maatschappij hebben gecreëerd die steeds hysterischer word. Dat we hierdoor tevens ontwend zijn te accepteren dat iemand iets in een groter verband plaatst, waardoor een specifiek aandachtspunt minder prominent op de agenda staat en zal blijven staan, is een ongelukkige extra handicap.