De EU doet niet aan kwaliteit of gelijkheid
De EU doet niet aan gelijkheid. Niet alleen zijn sommigen onder haar bewind aantoonbaar gelijker dan anderen, maar de gedachte aan gelijkheid alleen al miskent de basisbenadering van de Brusselse Eurocraten.
De wereld is een gekkenhuis, maar wie zich niet aan kan passen, moet worden opgesloten. (Fons Jansen)
Het is blijkbaar nog steeds de gedachte van clubjes idealisten als de brave EU-Hendrika’s binnen de Nederlandse regering dat men zo veel mogelijk aan de wensen van de EU moet voldoen. En dat het dan goed zal zijn, en men recht heeft op een schouderklop.
Arme idioten, en arme zij (wij dus), die van deze mensen afhankelijk zijn.
Het leidende concept van de EU-politiek is immers, dat het altijd maar beter moet. En curieus genoeg is het leidende principe van deze benadering, dat perfectie niet bestaat, ook niet op deelterreinen. De implicatie van rechtvaardigheid, die ten grondslag ligt aan de gelijkheidsgedachte is er een die onverenigbaar is met de dagelijkse werkelijkheid van de oekazes die Brussel uitvaardigt.
Gecertificeerd
Laat ik mijn punt illustreren met wat een jaar of 25 terug in managementkringen juichend werd omarmd onder de titel ‘kwaliteitsmanagement’. Kwaliteitsmanagement was gebaseerd op de gedachte van continue verbetering. Sindsdien zijn allerlei bedrijven – vaak op aandringen van overheden die dachten daarmee de beste bedrijven in huis te halen – overgegaan op een interne politiek van constante verbetering van productie en interne procedures. Deze werden vervolgens ‘beloond’ met certificaten die zouden moeten aantonen dat binnen het bedrijf voortdurend wordt gewerkt aan verbetering.
Volslagen waanzin.
Het probleem er van is namelijk dat een reeds perfect bedrijf voor dergelijke certificaten eigenlijk niet slagen kan. Het hoeft volgens het kwaliteitsmanagmentsysteem namelijk nooit goed te worden, het is voldoende dat het steeds beter wordt, en daaraan blijft werken van eeuwigheid tot amen. Goed-beter-best is een gedachte die heel aardig is, maar negeert dat beter een relativerend begrip is, waar goed en best pretenderen respectievelijk een absolute en relatieve waarheid aan te geven. Kortom: het betekent niets buiten een bepaalde context.
Braafste jongetje
Voor wie dit alles iets te abstract voelt, kan eens terugdenken aan het fanatisme waarmee Nederland afgelopen jaar probeert het begrotingstekort terug te dringen naar de door Brussel (en toegegeven – ironisch genoeg – ooit door NL zelf geëiste) maximale grens van 3%. En de gezaaide angst dat Brussel met een boete zou komen als die 3% niet werd gehaald. Hel en verdoemenis en wat niet al werden van stal gehaald. En wat zagen we vervolgens? Dat de halve EU rustig doorging met zwabberen over begrotingsdiscipline, onderwijl lippendienst bewijzend aan incidenteel Brussel misbaar.
Een pathetische en beschamende voorstelling waarover we in ons land niet graag praten, maar die illustreert dat vanuit Brussel vooral wordt beslist op basis van schijnbare vooruitgang (de lippendiensten), en niet van objectieve resultaten. Dat laatste zou ook pijnlijk kunnen worden als lidstaten gaan wijzen op de defecten van de Brusselse moloch dezelve, dewelke het sinds lang moet doen zonder goedkeurende accountantsverklaring, al stemt het EP graag in met de toegepaste fratsen, zo lag het zelf jaarlijks onder de haar onderhorigen maar meer geld verdelen mag.
Realiteit
Deze week was het weer raak: Frankrijk en Spanje gaan hun begrotingsdoelen niet halen, en het EU-commentaar was mild – ze doen immers hun best? Frankrijk zit er maar een half procentje naast (oh Nederland!), maar Spanje krijgt gewoon weer een paar jaar extra de tijd. Dat boetes niet helpen, behalve bij landen die die ook daadwerkelijk kunnen betalen, begrijpt een kind, zo ook de Eurocraten in Brussel.
De overtreffende trap wordt ditmaal geleverd door Tsjechië, dat op grote schaal fraudeert met EU-subsidies. Dat verscheidene oostelijker gelegen lidstaten dat hoogstvermoedelijk evenzeer – zo niet nog erger – doen is de EU nog niet gewaar geworden. Ongetwijfeld in afwachting van vertalers die geen persoonlijk belang hebben bij een aangepaste vertaling van de betreffende regeringsverslagen aangeleverd in de eigen taal.
Toevallig legde de Nederlandse krant Trouw de hand op de wijze waarop de EU-commissie probeerde de zaak toe te dekken, zodat het in de publiciteit kwam:
Het gaat zoals u ziet verder dan wat incidentjes en fouten van een lidstaat die nog niet precies weet hoe alles werkt. Integendeel:
Tsjechië zou de uitkomsten van controles hebben beïnvloed om Europa om de tuin te leiden. Naar buiten toe spreekt de Commissie van ‘tekortkomingen in het functioneren’ van de Tsjechische controle-organen. Maar in een geheim rapport uit augustus concludeert de Commissie: ‘De Commissie kan de resultaten (van de Tsjechen) zoals gepresenteerd in de jaarlijkse verslagen en beoordelingen niet vertrouwen.’
En dus …
Tsjechië komt er van af met een korting van 450 miljoen op toekomstige subsidies, wat naar de Commissie zelf erkent een schijntje is. Nederland, dat eerder eens toegaf iets teveel te hebben ontvangen, kreeg voor die eerlijkheid een boete bovenop de terugbetalingsregeling.
Democratie en gelijkheid gaan al slecht samen; rechtvaardigheid wordt binnen de EU als puntje bij paaltje komt zo ongeveer per definitie vermalen tussen deze begrippen. Maar de EU blijft voor sommigen toch het Woord, en de Wereld. Het is toch zo’n prachtig ideaal.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.