De belofte
Belofte maakt schuld zegt het spreekwoord. Maar wat als de aldus aangegane schulden niet kunnen worden voldaan? Niet zelden zijn dergelijke gevoelde beloften onze eigen schuld.
Nu we het vandaag toch over Jesse Klaver hebben, moeten we ook het belofte-aspect maar even onder de loep nemen. Wie is een belofte waard, en wat komt meestal van die beloften terecht? Gisteren kwam op de BBC nog even een Tory-bully ter sprake, die mede schuldig is bevonden aan de zelfmoord van een andere jonge Tory-activist. Pas een paar jaar terug stond hij in een gepubliceerd lijstje van waarschijnlijke ministers van het volgende decennium. Ook van de overigen had ik trouwens nooit gehoord. Dat zou je kunnen beschouwen als een beoordelingsfout van de opsteller van dat lijstje. Toch is dat niet de fundamentele fout, dat is namelijk dat we de neiging hebben toekomstige verrichtingen van een veelbelovend (juist, ja) persoon te extrapoleren. Terwijl in de praktijk mensen zich eerder ontwikkelen met sprongetjes dan met een geleidelijke opgang. Vandaar ook dat mensen ‘ineens’ ergens op het toneel verschijnen. Het is ook een illustratie van de inwisselbaarheid van succes, maar dat is een ander onderwerp.
Dat een van mijn studievrienden mij ooit Mark Rutte aanwees als een veelbelovende toekomstige VVD-leider – en gelijk kreeg – was een kwestie van toeval en niets anders. Ten minste vijftien aanstaande VVD’ers die zich voordien en sindsdien in een vergelijkbare positie bevonden zijn de vergetelheid in gegleden, en met Mark Rutte had het eenvoudig net zo kunnen aflopen.
Omgekeerd komt overigens ook voor. Winston Churchill verkeerde in de jaren twintig en dertig politiek in de wildernis, zonder veel uitzicht op een roemrijke toekomst. Maarschalk Von Hindenburg, de Duitse opperbevelhebber aan het einde van WO1 (1914-1918), was in 1914 officieel al met pensioen, en werd pas eind 1914 weer in actieve dienst geroepen. Het omgekeerde komt dus zeker ook voor, maar is logischerwijs zeldzamer.
Hadden Jim Morrison, Curt Cobain en Janis Joplin echt nog zoveel onvergetelijke nooit gemaakte muziek geproduceerd als ze niet op 27-jarige leeftijd het tijdige met het eeuwige hadden verwisseld? Mogelijk, maar niet waarschijnlijk. Mozart was 33 toen hij stierf, van hem zou je nog iets kunnen hopen, want in zijn tijd was er na de muziek niets anders, en hij moest er van leven. De genoemde popartiesten waren in veel opzichten op hun 27e versleten. Treurig maar ç’est la vie.
Kun je werkelijk volhouden dat het werk van de Rolling Stones na pakweg 1985 nog onvergetelijk materiaal bevat zonder welk de wereld anders zou zijn? Eigenlijk waren ze toen al 10 jaar over hun hoogtepunt heen, immers? Maar als Mick Jagger rond 1970 was bezweken aan zijn eigen levensstijl liep iedereen mogelijk nog steeds met zijn bakkes op een T-shirt rond. Het kan verkeren. Veel mensen hebben wel eens van Achilles gehoord, de andere helden die Troje belegerden kosten een stuk meer moeite voor de geest te halen.
Het is ook een Science Fiction-genre trouwens: what if. Boeken over hoe anders de geschiedenis gelopen was als iemand had overleefd – of juist vroeg gestorven was. Zoiets valt altijd tegen, maar als je er iets van leert, is het hoezeer een persoon afhankelijk is van de omstandigheden waarin hij tot grote hoogte stijgen kon.
De belofte houdt de illusie levend – voor onszelf! Maar iedere vervulling van een belofte bergt in zich het gevaar van een grote teleurstelling. De werkelijkheid valt altijd tegen.