DE WERELD NU

De arrogantie om hopeloos te blijven

hoe een parlement de democratie af schaft

“Hopeloos wordt je er van.” Deze taalkundige noviteit van premier Rutte drukt vrijwel het gehele probleem van de Nederlandse politieke elite uit. En het is een accurater beschrijving dan hijzelf lijkt te beseffen. Hopeloos is hij, en hopeloos zal hij kennelijk blijven. Doormodderend op een pad dat nergens toe leidt, kan hij slechts hopen binnen een jaar een baantje in Brussel te bemachtigen voor de EU volledig uit elkaar valt.

Het kabinet dat het weglakken van relevante informatie tot dagtaak verheven heeft, kan zich er maar niet bij neer leggen dat wat zij geheim houden wil, altijd weer wegen naar buiten vindt. Dat Rutte in dit geval mogelijk gelijk had is niet de kwestie waarop ik me hier richt, al vind ik dat ik dat als terzijde melden moet. Maar waar dit lekken een gevolg van is, zijn de voortdurend geheime agenda’s die worden opgesteld om zowel parlement als bevolking te misleiden. In een tijd dat iederéén met een druk op de knop deze informatie in de openbaarheid kan brengen, is vrijwel onmogelijk zaken die overduidelijk iedereen aan gaan, via geheime agenda’s verborgen te houden. Zeker niet als de medewerking van een grote groep mensen benodigd is. Dan moet je dus niet klagen als het in de openbaarheid komt, want de sfeer die dit tot een daad van verzet maakt heb je zelf geschapen.

De mate waarin zaken in de openbaarheid komen is steeds sterk verbonden met de neiging van regeringswege zaken weg te houden die haar in een slecht daglicht stellen. Dit zou het kabinet een lichtje moeten doen op gaan. Maar in tegendeel, moeizaam ploetert het door naar haar onvermijdelijk roemloze einde. Is deze groep regenten inderdaad hopeloos, of kunnen we nog verbetering van dit gedrag verwachten?

Maar naar ik vrees is het inderdaad hopeloos. En dat zit hem niet eens in de geheimhoudingsdrang, maar in iets dat heel obligaat is: de leden van dit kabinet hebben de informatierevolutie van de afgelopen tien jaar gemist, of in ieder geval niet in zijn volledige omvang begrepen. Het besef hoezeer de maatschappij is veranderd, dringt moeilijk door als je 18 uur per dag hard werkt om het land te besturen – eens te meer als je van nature het instinct van een geheim houdende regent hebt. Soms lijkt dat zelfs het enige criterium waarop de leden van dit kabinet zijn gescreend. Competentie, eerlijkheid en democratische gezindheid lijken het te hebben afgelegd tegen politieke handigheidjes en het blind doorduwen van eigen overtuigingen. Zo oud als de politiek natuurlijk, maar het heeft de tijd tegen. Hoe dan ook – we leven in een tijd dat grote groepen mensen beter zijn geïnformeerd dan de mensen die ons besturen. Dat kan niet goed gaan.

Meer nog dan de verlammende werking van de tegengestelde politieke overtuigingen er binnen, leidt dit kabinet aan het onvermogen te communiceren met het electoraat. Dat dat electoraat sterk verdeeld is over de wenselijkheid van het uitvoeren van een ideologisch beleid dan wel een beleid dat realisme voorop stelt, kun je niet oplossen door niets te doen. Niets doen loste immer veel politieke problemen op, maar daar is de tijd nu niet naar. Er is grote behoefte aan een kabinet dat leiding geeft aan discussies die breed als belangrijk worden gevoeld, maar het ontbreekt deze ministers ten enen male aan een gevoel voor de urgentie daar van.

Dat daadkracht ook realisme vereist, vindt een deel van het kabinet wellicht moeilijk verteerbaar. Maar dat iedereen zich schikt naar de politieke mores van een voorbij tijdperk – die voorschrijven dat je in zo’n geval rustig het einde van je termijn afwacht – is niet alleen levensgevaarlijk voor het land. Het is ook een vorm van politieke zelfmoord.

1 reactie

  1. carthago schreef:

    Fantastische beschrijving van de megalomane bureaucraten!