De core-business van de media
Het leuke van spreken met journalisten, is dat ze zichzelf zo serieus nemen. Veel reden is er niet voor, maar dat maakt het plezier van zo’n gesprek niet minder.
Een van de betere vragen die je een dagbladjournalist stellen kunt, is wat nu eigenlijk de core-business van zijn beroep is. Geen onbelangrijke kwestie, aangezien managers die weten waarmee ze bezig zijn, bij saneringen altijd beginnen met het wegsnijden van de franje. Misschien dat dat ook de reden is dat de PvdA vanmorgen voorstelde om €100 miljoen extra in de NPO te pompen? De PvdA heeft er geen belang bij als journalisten de essentie van hun baantje gaan beseffen. Het zou hen maar op verkeerde gedachten kunnen brengen, zoals hun eigen relevantie.
Toen ik het een keertje deed, kreeg ik als antwoord een omstandige uitleg over het belang van de achtergronden van cultuur (het werkterrein van die journalist) en dat duidelijk te maken aan de lezers. Toen ik begon te lachen werd hij wat fanatieker in zijn omschrijvingen, zonder te beseffen dat ik best begreep wat hij bedoelde, en de wetenschap dat hij er nog nooit over had nagedacht. Een beetje pijnlijk, maar ook extreem grappig.
De core business is waaruit een bedrijf zijn inkomsten genereert. In het geval van dagbladen is dat – behalve de abonnementsgelden en losse verkoop – de verkoop van advertenties. Advertenties brengen het leeuwendeel van de inkomsten van een krant binnen, en het is van het grootste belang dat die voldoende zijn. Het tevreden houden van de lezers is daarom niet meer dan een afgeleid belang, want als de lezers weglopen verdampt de corebusiness van een dagblad. Daar helpt verder geen moedertjelief aan.
Journalisten doen daarom weinig anders dan de verpakking produceren die de dagelijkse advertenties onder uw aandacht brengen. Dat plaatst overigens pok het chagrijn van Hans van Mierlo in een ander daglicht, toen het eerste reclamebureau van D66 ooit matter of fact constateerde dat D66 het product was, en Hans van Mierlo de verpakking. Van Mierlo werd daarom verteld dat hij (als aanstaand ex-journalist) van verpakkingsproducent was gedegradeerd tot verpakking. Dat dat pijnlijk was maakte het natuurlijk nog niet onwaar. Mutatis mutandis geldt voor veel journalisten hetzelfde. Zij produceren het behang dat advertenties omlijsten moet.
Alleen voor free-lance journalisten ligt dat anders. Dat is ironisch, aangezien de vaste krachten op hen plegen neer te kijken. Maar voor een free-lance-journalist zijn het nieuws en de stukken die hij produceert zijn core-business. Dat is waarvoor hij wordt betaald. Dat een dagblad dat vervolgens weer als behang gebruikt doet niet ter zake.
Journalisten zouden, net als bijvoorbeeld artsen, een eed moeten afleggen, en een ethische
verklaring moeten ondertekenen, dat ze naar waarheids-vinding moeten streven.
Een juridisch college, ziet hier op toe; toetst aan de wet en de Grondwet, en kan sancties
op leggen.
Nu zijn journalisten vaak dwaze, vooringenomen, zelfingenomen, manipulerende betweters …….
die censuur en propaganda [ en subsidie/betalingen/corruptie ] niet schuwen.
Goed artikel!!!
De behangjournalisten leggen dus de nieuws keuze en de nieuwsinterpretatie van de kranteigenaar vast ,waarvan alleen de hoeveelheid abonnees bepalen hoe tevreden men daar over is.Indirect zegt dat dus weer alles over het aantal lezers met een imbeciliteits gehalte dat dramatisch hoog moet zijn als je de hoeveelheid gedrukt behang aanschouwt welke elke morgen nog door de brievenbus gleuven verdwijnt.Ergo, de teleraaf, nsb handelsblad en Ad bijvoorbeeld zouden het zich nooit kunnen veroorloven onafhankelijke journalistiek te bedrijven omdat de lezer dan wegloopt en dus de adverteerder ook, maar de verkoop van hun diarree loopt gestaag door, zelfs met een hun krant op de wc.